Kopen en Werken hoofdstuk 6 deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

        Hoofdstuk 6 Markten

Iemand die producten of diensten koopt om hiermee in zijn of haar behoeften te voorzien noemen we een consument. 

Consumenten zijn vragers op de markt 

Producenten zijn particuliere bedrijven of de overheid die goederen of diensten verkopen. 

Producenten zijn aanbieders op de markt 

Op deze markt worden groenten en fruit verkocht, dit zijn goederen

Goederen zijn tastbaar, je kunt ze vastpakken of aanraken. 

Diensten zijn niet-tastbare producten, zoals het verkopen van een huis door een makelaar.

Vorige les: terugblik

• vraag en aanbod
• consumenten en producenten
  
• goederen en diensten
  
• vraagvergelijking
  
• betalingsbereidheid en vraaglijn

Wat weten we nog?

De betalingsbereidheid is de prijs die vragers maximaal bereid zijn te betalen

1. Juist
2. Onjuist

Lesdoelen

Je kunt...

• Je kunt de leveringsbereidheid berekenen en de aanbodlijn tekenen
  
• Je kunt de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid berekenen

Op een markt

• Komen vraag en aanbod van goederen en diensten samen 

Het verschil tussen goederen en diensten

• Goederen zijn tastbaar, je kunt ze vastpakken of aanraken (een brood, een broek, een telefoon etc)
• Diensten zijn niet-tastbaar (bijvoorbeeld een taxirit of tandartsbezoek)

Consument of producent? 

• Consumenten kopen goederen en diensten om in hun eigen behoeften te voorzien (dus niet voor uitoefening van bedrijf) zij zijn vragers op de markt
• Producenten zijn bedrijven of de overheid die goederen of diensten produceren. Zij zijn aanbieders op de markt.
  

Een advocaat levert?

1. Diensten
2. Goederen (een goed)

Vraag, aanbod en prijs

In dit hoofdstuk gaan we er vanuit dat vraag en aanbod van een product of dienst alleen afhankelijk zijn van de prijs. We werken daarvoor met een model ; een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid

Vraagvergelijking

Qv = - 200P + 1.000 

Qv = gevraagde hoeveelheid

P = Prijs

Opdracht 6.3 

Qv = - 200P + 1.000 

Opdracht 6.3 a, b en c

Qv = - 200P + 1.000 

Qv = - 200 x 1 + 1.000

Qv = 800

800

Vraaglijn 

Geeft het verband weer tussen 

de prijs en de vraag naar een product

(Opdracht 6.4)  

___________________

BETALINGSBEREIDHEID

De vraaglijn laat zien wat de betalingsbereidheid is van de vragers. Dus de maximale betalingsbereidheid is de hoogste prijs die de vragers er voor over hebben! (aflezen in grafiek: hoogste punt van de vraaglijn dus bij Qv=0)

Er is een POSITIEF verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid:

• prijs stijgt -->aangeboden hoeveelheid stijgt ook
  
• prijs daalt --> aangeboden hoeveelheid daalt ook

Er is een NEGATIEF verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid:

• prijs stijgt -->gevraagde hoeveelheid daalt
  
• prijs daalt --> gevraagde hoeveelheid stijgt

De betalingsbereidheid van een consument is

1. de prijs die de consument moet betalen voor het product
2. de prijs die de consument maximaal wil betalen voor het product
3. het verschil tussen de gewenste prijs en de marktprijs van het product
4. de prijs die de consument minimaal wil betalen voor het product

Vragen?

Huiswerk: opdrachten af t/m 6.5. Lezen bladzijde 77 

Ik begrijp/snap de stof van deze les

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Maken 6.1 t/m 6.5

De betalingsbereidheid is de prijs die vragers maximaal bereid zijn te betalen

1. Juist
2. Onjuist