v4 reading tone

vragen naar 'toon' van een tekst
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, havoLeerjaar 5

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

vragen naar 'toon' van een tekst

Slide 1 - Diapositive

The 'toon' is 'ironic' means that it is:
A
[tegenstrijdig] spottend
B
sarcastisch
C
lachwekkend
D
cynisch

Slide 2 - Quiz

The 'toon' is 'pessimistic' means that it is:
A
positief
B
negatief
C
zakelijk
D
neutraal

Slide 3 - Quiz

The 'toon' is 'approving' means that it is
A
afkeurend
B
goedkeurend
C
twijfelend
D
duidelijk

Slide 4 - Quiz

The 'toon' is 'ambiguous' means that it is:
A
eenduidend
B
spottend
C
dubbelzinnig
D
serieus

Slide 5 - Quiz

The 'toon' is 'matter of fact' means that it is:
A
feitelijk
B
serieus
C
specifiek
D
duidelijk

Slide 6 - Quiz

The 'toon' is 'indifferent' means that it is:
A
onduidelijk
B
verontwaardigd
C
zakelijk
D
onverschillig

Slide 7 - Quiz

The 'toon' is 'ridiculing' means that it is
A
speels
B
spottend
C
vaag
D
lachwekkend

Slide 8 - Quiz

The 'toon' is 'indignant' means that it is
A
verontwaardigd
B
bezorgd
C
onverschillig
D
zakelijk

Slide 9 - Quiz

The 'toon' is 'mocking' means that it is
A
serieus
B
meewarig
C
speels
D
spottend

Slide 10 - Quiz

The 'toon' is 'cynical' means that it is:
A
ironisch
B
onverschillig
C
wantrouwend
D
verontwaardigd

Slide 11 - Quiz

The 'toon' is 'persuasive' means that it is:
A
doorzichtig
B
bezorgd
C
duidelijk
D
overtuigend

Slide 12 - Quiz

The 'toon' is 'objective' means that it is:
A
feitelijk
B
zakelijk
C
zonder eigen mening
D
neutraal

Slide 13 - Quiz