Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Herhaling H9 Meten
Grootheden en eenheden
Lengte
Oppervlakte
Inhoud
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn grootheden en eenheden?
Slide 2 - Diapositive
Grootheid
Eenheid
Tijd
Oppervlakte
Gewicht
Inhoud
mm
km/u
gram
Slide 3 - Question de remorquage
9.1 Lengte
Lengte-eenheden
Omrekenen lengte-eenheden
Schaal
Slide 4 - Diapositive
Meter
kilometer
hectometer
millimeter
decimeter
decameter
centimeter
Slide 5 - Question de remorquage
Eenheden van lengte
Slide 6 - Diapositive
Hoeveel cm is 240 mm?
A
24 000 cm
B
2400 cm
C
24 cm
D
2,4 cm
Slide 7 - Quiz
5 m is hoeveel kilometer?
A
0,0005
B
0,5
C
0,005
D
0,05
Slide 8 - Quiz
De auto is op schaal 1:100 weergegeven. Hoeveel meter is de auto in het echt als deze auto 4 cm op schaal is?
A
4000 cm
B
400 cm
C
40 meter
D
4 meter
Slide 9 - Quiz
A
Schaal 4:1
B
Schaal 1:4
C
Schaal 6:1
D
Schaal 1:6
Slide 10 - Quiz
9.2 Oppervlakte
Oppervlakte-eenheden (omrekenen)
Omtrek
Oppervlakte samengesteld figuur
Slide 11 - Diapositive
Oppervlakte eenheden
Slide 12 - Diapositive
76 km2 = .............................. m2
A
76.000.000
B
76.000
C
760.000
D
7.600.000
Slide 13 - Quiz
7 are = ... m² Je hoeft alleen het getal in te vullen.
Slide 14 - Question ouverte
0,7 m2 = ............... cm2
A
700
B
7000
C
70.000
D
700.000
Slide 15 - Quiz
Oppervlakte-eenheden
Bij het omrekenen van oppervlakte-eenheden neem je stappen van 100.
Slide 16 - Diapositive
De omtrek van deze figuur is:
3 cm
7 cm
14 cm
A
48 cm
B
25 cm
C
24 cm
D
42 cm
Slide 17 - Quiz
Wat is de omtrek van dit figuur in meters?
Slide 18 - Question ouverte
Bereken de oppervlakte in cm2
Slide 19 - Question ouverte
Wat is de oppervlakte van deze tuin?
A
12 m²
B
13 m²
C
14 m²
D
15 m²
Slide 20 - Quiz
Bereken de oppervlakte van de figuur hiernaast.
Slide 21 - Question ouverte
9.3 Oppervlakte driehoek
Helft van rechthoek
Oppervlakte formule
Stomphoekige driehoek
Slide 22 - Diapositive
De formule voor de oppervlakte van een driehoek is …...
A
lengte x breedte x 2
B
zijde x bijbehorende hoogte
C
zijde x bijhorende hoogte : 2
D
zijde x bijbehorende hoogte x 0,5
Slide 23 - Quiz
Bereken de oppervlakte van de driehoek.
A
opp = 6 x 4 = 24 cm2
B
opp= 6 x 4 :2= 12 cm2
C
opp = 6 + 4 + 6 + 4 =20 cm
D
opp= 6 x 4 x 0,5 = 12 cm2
Slide 24 - Quiz
Wat is de oppervlakte van de driehoek hiernaast?
A
12cm2
B
60cm2
C
7cm2
D
6cm2
Slide 25 - Quiz
3 zijden en hoogtes
iedere zijde (z)
heeft een bijbehorende hoogte (h)
let op, de zijde en de bijbehorende
hoogte staan altijd loodrecht op elkaar
z
z
z
h
h
h
Slide 26 - Diapositive
Welke zijde heb je nodig om de oppervlakte te gebruiken?
A
KL
B
LM
C
LN
D
KM
Slide 27 - Quiz
Wat is de oppervlakte van driehoek KLM? Je hoeft geen eenheid te noteren
Slide 28 - Question ouverte
9.4 Inhoud
Inhoudseenheden
Oppervlakte balk
Slide 29 - Diapositive
lengte eenheden
oppervlakte eenheden
inhoud eenheden
Slide 30 - Diapositive
omtrek
inhoud
Oppervlakte
lengte + breedte + lengte + breedte
lengte x breedte
lengte x breedte x hoogte
Slide 31 - Question de remorquage
Wat is de totale oppervlakte en inhoud van deze balk?
A
Oppervlakte: 26 m2
Inhoud: 24 m3
B
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 24 m3
C
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 16 m3
D
Oppervlakte: 40 m2
Inhoud: 18 m3
Slide 32 - Quiz
Met een volle emmer muurverf kan 24 m² muur geverfd worden. Emmer A is nog voor de helft gevuld met muurverf. In emmer B is nog een kwart over. Hoeveel m² muur kan nu nog geverfd worden ? (zonder eenheid)
Slide 33 - Question ouverte
Stel: Je plaatst een hek om de tuin. Hebben we hier te maken met de omtrek of oppervlakte?