Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Justin wil over precies een jaar een nieuwe brommer kopen. Hij heeft nu € 1.200 euro op zijn spaarrekening staan en op deze rekening krijgt hij 4% rente per jaar. Hij denkt dat de brommer over een jaar ongeveer € 1.250 euro moet gaan kosten.
Kan Justin volgend jaar de brommer kopen? Licht je antwoord toe met behulp van een berekening.
Slide 3 - Question ouverte
Wietske heeft begin januari 400 aandelen van het bedrijf KPN gekocht. Eind december verkoopt ze deze aandelen. Bekijk het staafdiagram met de koersen van Wietskes aandelen. Bereken hoeveel winst Wietske maakt op deze belegging. Laat je berekening zien.
Slide 4 - Question ouverte
Noem het verschil tussen sparen en beleggen.
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Peter kan een lening van € 15.000 krijgen. Hij zal deze lening in 36 maanden aflossen.
Welk bedrag betaalt hij aan rente na drie jaar tijd?
Slide 10 - Question ouverte
Rachel wil een keuken kopen van € 9.500. Voor dit bedrag sluit ze een persoonlijke lening af bij de bank. Ze kan maximaal € 280 missen voor de maandtermijn van een lening.
Bepaal de looptijd van deze lening en het bedrag wat ze uiteindelijk moet betalen.
Slide 11 - Question ouverte
Uit welke twee onderdelen bestaat een termijnbedrag?