Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
10.1 formules korter schrijven
10.1 formules korter schrijven
Slide 1 - Diapositive
Schrijf de volgende formule korter waarde = 2000 - 2,50 x aantal maanden (het gaat om de waarde van een tv die per maand afneemt)
Slide 2 - Question ouverte
Een parachute springer springt van een 1100 meter hoogte uit het vliegtuig en maakt een vrije val. hoogte = 1100 - 5 x aantal seconden welke formule hoort hierbij?-5h^2
Plus
2
A
h=1100+5t2
B
5t2−1100=h
C
1100−5t2=h
D
−5t2+1100=h
Slide 3 - Quiz
10.2 Formules vereenvoudigen
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn gelijksoortige termen? leg kort uit!
Slide 5 - Question ouverte
r
r
r
r
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
r
r
r
Slide 6 - Diapositive
Welke formule is correct vereenvoudigd van het linker figuur?
A
4r+60=l
B
60+4r=l
C
4r=l
D
l=4r+4⋅15
Slide 7 - Quiz
r
r
r
r
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
15 cm
r
r
r
Slide 8 - Diapositive
Schrijf nu een korte formule voor het rechter figuur.
Slide 9 - Carte mentale
10.3 werken met formules!
Slide 10 - Diapositive
Pak pen en papier
Gegeven is de formule:
Bereken l als m=3
Schrijf je berekening op in je schrift
Nu eentje met haakjes:
Gegeven is de formule:
Bereken a als n=7
Maak er dan een foto van
l=5m+8
a=2+3(n−2)
Slide 11 - Diapositive
Voeg een foto van je berekeningen toe.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is een vergel
Slide 13 - Diapositive
Wat is in de wiskunde een vergelijking?
A
een snijpunt van een grafiek berekenen
B
dat a+b=c
C
een formule het het antwoord al gegeven
D
eigenlijk alles in de wiskunde
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
fotovraag: Los de volgende vergelijking op. 45 = 72 - 3k Laat de gebruikelijke stappen zien!!