Herhalen 3.1 en 3.2

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Planning

- Kleine oefening in groepjes over 3.1

- Samen een oefentoets maken. 

Vraag met veel foute antwoorden?

--> Samen naar kijken. 

Slangen puzzel

- We maken 5 groepjes

- Leg de strookjes papier in de juiste volgorde achter elkaar.

Koppel het begrip bij de juiste omschrijving.

Start je laptop op

Ga naar deze LessonUp!

Wat is een prikkel

1. een elektrisch signaaltje door een zenuw
2. een verandering in de omgeving
3. een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
4. een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Wat is een impuls

1. een elektrisch signaaltje door een zenuw
2. een verandering in de omgeving
3. een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
4. een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Wat neem je waar met je lichtzintuig

1. de zon is warm
2. de smaak van patat
3. geur van parat
4. licht van een kaars

Tekst

licht zintuig

gehoor zintuig

reuk zintuig

tast zintuig

smaak zintuig

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig

Lichtzintuig

Reukzintuig

Smaakzintuig

Gehoorzintuig

Licht

Geur

Geluid

Stoffen in voedsel

Welke woorden horen bij welk zintuig?

Het zicht

De tastzin

De reuk

voelen

zien

ogen

neus

ruiken

handen

Je hebt verschillende zintuigen. Welk zintuig hoort bij het orgaan 'oog'?

1. gezichts zintuig
2. smaak zintuig
3. gehoor zintuig
4. reuk zintuig

Geef de juiste volgorde

1. Prikkel-zintuig-hersenen-reactie
2. Gedrag-hersenen-prikkel
3. Prikkel- zintuig- reactie-hersenen
4. Zintuig-reactie-prikkel

Wat is GEEN zintuig in je huid?

1. Warmte zintuig
2. Voelzintuig
3. Tastzintuig
4. Drukzintuig

Wat is geen zintuig?

1. Proeven
2. Weten
3. Ruiken
4. Horen

1: Het is een zintuig dat in de huid ligt en reageert
op kou
2: Een zintuig dat in de huid ligt en reageert op
warmte

1. 1: Koude zintuig 2: Warme zintuig
2. 1: Warme zintuig 2: Koude zintuig
3. De lederhuid
4. De opperhuid

In welk deel van je lijf beslis je wat je gaat doen na het ontvangen van een impuls

Hoe komt het, dat als je in het koude zwembad springt en daarna subtropische, het warm voelt... en als je eerst in de hotwirlpool springt en daar na in het subtropische, het koud aanvoelt. Leg uit

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?

1. Iris
2. Pupil
3. Oogwit

Je oog is een ...
Het licht komt binnen op je....
Diepte zie je als met ... kijkt.

1. prikkel - pupil - 1 oog
2. zintuig - netvlies- twee ogen
3. zintuig- pupil- 1 oog
4. prikkel - netvlies - twee ogen

Wat is de functie van het harde oogvlies?

1. Het vochtig houden van het oog.
2. Het geven van bescherming aan het oog.
3. Het geven van voedingsstoffen aan het oog.
4. Licht opvangen met de zintuigcellen

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat

1. waar
2. niet waar

De lens in je oog zorgt voor

1. een kleurig beeld
2. een scherp beeld
3. het beschermen tegen stofjes
4. het afsluiten van je oog

Welk onderdeel van het oog komt een lichtstraal het eerst tegen als deze het oog in gaat?

1. Pupil
2. Lens
3. Hoornvlies
4. Netvlies

Het netvlies is de buitenste laag van je oog

1. juist
2. onjuist

Hoe heet het gekleurde deel in je oog?

1. Iris
2. Pupil
3. Hoornlaag
4. Netvlies

Welk nummer brengt voedingstoffen naar het oog?

1. 1
2. 4
3. 3
4. 2

De lens van het oog heeft altijd dezelfde vorm.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe heet de doorzichtige vloeistof waarmee het oog is gevuld?

1. vaatvlies
2. traanvocht
3. hoornvlies
4. glasachtig lichaam

In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?

1. In het vaatvlies
2. In het netvlies
3. In het harde oogvlies

Pietertje loopt in de schemering. Welke zintuigcellen werken?

1. Kegeltjes en staafjes
2. alleen de kegeltjes
3. alleen de staafjes
4. geen kegeltjes en geen staafjes

Op het netvlies zitten staafjes en kegeltjes. Wat nemen deze waar?

1. Kegeltjes nemen kleuren waar, staafjes licht
2. Kegeltjes nemen 'normaal' licht waar, staafjes kleuren

Einde van de les!

Huiswerk:

Lees 3.3 door.

Werk de leerdoelen van 3.1 en 3.2 uit.