Feiten, meningen,argumenten

Feiten, meningen en argumenten.

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Feiten, meningen en argumenten.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Feit  / mening / argument
- Een feit kan je controleren en vaststellen.

- Voor een goede mening maak je gebruik van argumenten en feiten.

- Een argument herken je aan signaalwoorden als: want, omdat en namelijk

Slide 3 - Diapositive

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Want de docent is erg leuk.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Feit, mening of argument?
  • Als je te laat bent, dan moet je je melden.
  • Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
  • Sigrid kaag moet de nieuwe minister president worden.
  • Omdat hij goede standpunten heeft.
  • Atlete Dafne Schippers wisselt van trainer.

Slide 8 - Diapositive

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 9 - Quiz

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 10 - Quiz

Sigrid kaag moet de nieuwe minister president worden.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 11 - Quiz

Omdat zij goede standpunten heeft.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 12 - Quiz

Atlete Dafne Schippers wisselt van trainer.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 13 - Quiz