Nakijken 7.1 en 7.2
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Dunne darm
Borstholte
Longen
Maag
Lever
Dikke darm
Spier
Buikholte
Hart
Slokdarm
Slide 2 - Question de remorquage
Aorta
Dunne darm
Nieren
Hart
Longen
Luchtpijp
Maag
Blaas
Darmslagader
Speekselklieren
Slokdarm
Slide 3 - Question de remorquage
Verbranding:
koolstofdioxide
water
energie
glucose
zuurstof
Slide 4 - Question de remorquage
wordt ver-voerd naar de cellen
daardoor kun je bewegen
Slide 5 - Question de remorquage
Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag
Slide 6 - Question de remorquage
Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon
Slide 7 - Question de remorquage
Er is naast het hormoon glucagon nog een manier waarop je glucosegehalte weer kan stijgen. Welke manier?
A
de bijnieren maken het hormoon glucine
B
de bijnieren maken het hormoon adrenaline
C
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon glucine
D
de eilandjes van Langerhans (op de alvleesklier) maken het hormoon adrenaline
Slide 8 - Quiz
In welk orgaan worden de hormonen gemaakt die het glucosegehalte van je bloed regelen?
A
lever
B
spieren
C
alvleesklier
D
milt
Slide 9 - Quiz
Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline
Slide 10 - Quiz
Waarom ga je bij inspanning sneller ademhalen?
Slide 11 - Question ouverte
Ribben omlaag en middenrif ontspant
A
Inademen
B
Uitademen
Slide 12 - Quiz
Welke weg legt een zuurstofdeeltje af van de lucht naar je bloed als je inademt door de neus?
A
neusholte - keelholte - luchtpijp - luchtpijptakjes - bronchiën - longblaasjes - bloed
B
neusholte - keelholte - luchtpijp - bronchiën - luchtpijptakjes - longblaasjes - bloed
C
neusholte - keelholte - bronchiën - luchtpijp - luchtpijptakjes - longblaasjes - bloed
D
neusholte - keelholte - bronchiën - luchtpijptakjes - luchtpijp - longblaasjes - bloed
Slide 13 - Quiz
Wat is de functie van de kraakbeenringen die zich in de wand van de luchtpijp bevinden?
A
gaswisseling
B
ingeademde lucht zuiveren
C
luchtpijp open laten staan
D
slijm produceren
Slide 14 - Quiz
Welke stof in een sigaret zorgt ervoor dat je conditie omlaag gaat omdat er minder zuurstof vervoerd wordt door je rode bloedcellen?
A
nicotine
B
koolstofmono-oxide
C
teer
D
COPD
Slide 15 - Quiz
Astma en chronische bronchitis hebben dezelfde klachten. Wat is dan het verschil tussen de ziektes?
Slide 16 - Question ouverte
Een patiënt met longemfyseem heeft geen vernauwingen of verstoppingen in de luchtwegen, maar toch voelt hij zich benauwd. Waarom?
