Repaso unidad 5+6

Unidad 5+6
Ga de hele presentatie bij lang. Soms moet je vragen invullen, kom er een quiz of een andere opdracht.
Neem alsjeblieft via Itslearning contact met mij op als je vragen hebt. ¡Mucha suerte!

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Unidad 5+6
Ga de hele presentatie bij lang. Soms moet je vragen invullen, kom er een quiz of een andere opdracht.
Neem alsjeblieft via Itslearning contact met mij op als je vragen hebt. ¡Mucha suerte!

Slide 1 - Diapositive

Contesta en español:
¿Qué hay en tu habitación?

Slide 2 - Question ouverte

Contesta en español:
¿De dónde eres?

Slide 3 - Question ouverte

Contesta en español:
¿Dónde está tu ordenador?

Slide 4 - Question ouverte

Contesta en español:
¿A qué hora abre la biblioteca?

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal naar het Spaans:
"het halletje"

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal naar het Spaans:
"de wasmachine"

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal naar het Spaans:
"naast"

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal naar het Spaans:
"het gemeentehuis"

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal naar het Spaans:
"het postkantoor"

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal naar het Spaans:
"rechts van, aan de rechterkant van"

Slide 11 - Question ouverte

Correcto o incorrecto:
Nosotros somos en la playa.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 12 - Quiz

Correcto o incorrecto:
Ellos son holandeses.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 13 - Quiz

Correcto o incorrecto:
El elefante está al lado de la silla.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 14 - Quiz

Correcto o incorrecto:
El gato está debajo de la caja.
A
correcto
B
incorrecto

Slide 15 - Quiz

Presente onregelmatige werkwoorden:
Ellos-cerrar

Slide 16 - Question ouverte

Presente onregelmatige werkwoorden:
Vosotros-ir

Slide 17 - Question ouverte

Presente onregelmatige werkwoorden:
Yo-jugar

Slide 18 - Question ouverte

Presente onregelmatige werkwoorden:
Él-hacer

Slide 19 - Question ouverte

Presente onregelmatige werkwoorden:
Usted-dormir

Slide 20 - Question ouverte

Imperativo (gebiedende wijs)
Tú-pegar

Slide 21 - Question ouverte

Imperativo (gebiedende wijs)
Tú-abrir

Slide 22 - Question ouverte

Imperativo (gebiedende wijs)
Tú-venir

Slide 23 - Question ouverte

Correcto o incorrecto:
¡Cierras la puerta!
A
correcto
B
incorrecto

Slide 24 - Quiz

Correcto o incorrecto:
¡Habla más despacio, por favor!
A
correcto
B
incorrecto

Slide 25 - Quiz

Correcto o incorrecto:
¡Estudias para el examen!
A
correcto
B
incorrecto

Slide 26 - Quiz