2.2 Het Romeinse imperium

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Griekse Rijk op z'n grootst
Romeinse Rijk op z'n grootst

Slide 2 - Diapositive

H2 De tijd van Grieken en Romeinen


2.2 Het Romeinse imperium
Les 1 


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel

Aan het eind van deze lessenserie kun je herkennen en uitleggen hoe  (1) het Romeinse rijk ontstond, (2) hoe het keizerrijk zich ontwikkelde en (3) hoe het West-Romeinse Rijk ten val kwam 

Slide 6 - Diapositive


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest

  • Romulus en Remus

Slide 7 - Diapositive

De Romeinse Republiek (509 v. Chr - 27. v Chr)
De Romeinse Republiek
  • De laatste koning wordt verdreven
  • De Romeinen besluiten om Rome zélf te gaan besturen.

Slide 8 - Diapositive

De Republiek 
(509 vC-27 vC)
  • Rome kreeg een Senaat (volksvergadering) 
  • Ieder jaar kozen de Senatoren twee consuls voor de belangrijkste beslissingen
  • Consuls hadden vetorecht ( = Ik verbied!)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive


Het Romeinse Rijk groeit!



  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 11 - Diapositive

Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.

  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen (binnenlandse oorlog) 

Slide 12 - Diapositive

Video
High Speed History
Wie was Julius Caesar?

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.

  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op 15 maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 15 - Diapositive


Octavianus neemt wraak
44 v. Chr.
  • De geadopteerde zoon van Julius Caesar, Octavianus, neemt wraak
  • Nieuwe burgeroorlog. 
  • Hiertoe krijgt hij van de Senaat (onder druk) onbeperkte macht voor 10 jaar. 

Slide 16 - Diapositive

Princeps Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.
  • Octavianus wint de burgeroorlogen en ...
  • Geeft de macht terug aan de Senaat en herstelt de Republiek 
  • Hij kreeg de naam Caesar (Kaisar) en de titel Augustus ('de Verhevene') en 
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') 
  • Augustus wordt de 'eerste burger (princeps) van het Romeinse Rijk.
  • Augustus trekt steeds meer macht naar zich toe en wordt keizer

Slide 17 - Diapositive


Pax Romana
27 v. Chr.

  • Met Augustus begint een periode van rust en vrede die ongeveer 200 jaar duurt: de Pax Romana (vrede van Rome)

Slide 18 - Diapositive

Maken 2.2 Op zoek naar de kern 
1 t/m 4

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo


Het Romeinse Keizerrijk
(27 v. Chr. -  476 n. Chr.)

  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 21 - Diapositive


Eén goede keizer...




...wil niet zeggen dat zijn opvolgers dat ook altijd waren...



Slide 22 - Diapositive

Tiberius was geadopteerd door Augustus en was tussen 14 en 37.  Hoewel hij als goede keizer begint, gaat het als snel bergafwaarts...
...en wordt hij vermoord(?) in opdracht van zijn achterneef Caligula, die vervolgens één van de wreedste en slechtste keizers ooit wordt.

Slide 23 - Diapositive

Na 4 jaar ellende wordt Caligula vermoord en opgevolgd door zijn oom Claudius. Een goede keizer, en dat had eigenlijk niemand verwacht...
...de (4e) vrouw van Claudius wil dat haar zoon Nero keizer wordt en laat haar man vergiftigen. Nero wordt één van de beruchtste keizers...

Slide 24 - Diapositive

De crisis van de derde eeuw 
  1. Pokkenepidemie --> 30% minder bevolking --> minder belasting 
  2. Leger kostte steeds meer geld
  3. Generaals riepen zichzelf uit tot keizer en voerden bloedige burgeroorlogen
  4. Tussen 235-284 n.Chr. meer dan 50 keizers!! 

Slide 25 - Diapositive

3e eeuw na Christus

Slide 26 - Diapositive

Een nieuwe koers
  • Binnenvallende Germaanse stammen (volksverhuizingen) brengen chaos in het rijk
  • 395: West-Romeinse Rijk en Oost-Romeinse Rijk
  • Doel: bestuursproblemen en verdediging effectiever aanpakken
  • Resultaat: Oost-Romeinse Rijk succesvol, voor West-Romeinse Rijk mocht het niet baten. 

Slide 27 - Diapositive


Het West-Romeinse Rijk valt
476



  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien 476 als het einde van het West-Romeinse Rijk en het begin van de Middeleeuwen

Slide 28 - Diapositive




Romulus Augustulus






De 'kleine Augustus' is de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk. Hij is 10 jaar als hij keizer wordt, maar na een jaar wordt hij afgezet door de Germaan Odoaker in 476.


Slide 29 - Diapositive


En het Oost-Romeinse Rijk?

  • Het Oost-Romeinse Rijk blijft nog bijna 1000 jaar langer bestaan: pas in 1453 wordt Constantinopel ingenomen door de Turken.
  • Dat komt vooral doordat het goed beschermd ligt tussen woestijnen en bergen. 
  • Bovendien geeft de Oost-Romeinse keizer vijanden geld om met rust gelaten te worden. 
Tegenwoordig is de Hagia Sophia (Aya Sophia) één van de grootste moskeeën ter wereld. In de tijd van het Oost-Romeinse Rijk was dit de grootste christelijke kerk ter wereld.

Slide 30 - Diapositive


Wat is er gebleven?

  • In de duizend jaar dat het West-Romeinse Rijk heeft bestaan, heeft het veel achtergelaten
  • Bijvoorbeeld: de taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
  • Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.

Slide 31 - Diapositive

Maken 
Op zoek naar de kern

1, 3, 4, 5A, 6, 

Historisch denken 
1, 4, 5, 7

Slide 32 - Diapositive