Examentips

Examentips

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je luisterstrategieën toepassen om een luisterexamen succesvol te doorlopen. Aan het einde van de les kun je kernwoorden en synoniemen identificeren om luisterteksten beter te begrijpen. Aan het einde van de les kun je een goede luisterhouding aannemen om je concentratie tijdens het examen te behouden. Aan het einde van de les kun je signaalwoorden herkennen en gebruiken om de structuur van een luistertekst te volgen. Aan het einde van de les weet je hoe je moet omgaan met meerkeuzevragen op een computerscherm tijdens een luisterexamen.

Wat weet je al over luisterexamens?

Het belang van voorkennis en kernwoorden

Voorkennis is cruciaal voor een luisterexamen. Identificeer kernwoorden voor beter begrip.

Visueel voorstellen en luisterhouding

Vorm een visueel beeld van de situatie en sprekers. Aannemen van goede luisterhouding voor concentratie.

Luisterstrategieën en bronherkenning

Kies juiste luisterstrategie per vraag. Herken de bron van de luistertekst.

Structuur en concentratie

Gebruik signaalwoorden voor structuur. Behoud concentratie bij onbekende onderwerpen.

Snelheid en meerkeuzevragen

Snel beantwoorden van vragen is cruciaal. Gebruik computerscherm voor beantwoording.

Definitielijst

Voorkennis: Informatie en kennis die men al heeft over een onderwerp voordat men aan een nieuwe taak begint. Kernwoorden: Belangrijke woorden in een tekst die de hoofdinhoud ervan weergeven. Luisterhouding: De fysieke en mentale staat die bevorderlijk is voor effectief luisteren. Signaalwoorden: Woorden die een structuur aangeven binnen een tekst, zoals 'allereerst' en 'ten slotte'. Globaal luisteren: Luisteren naar het algemene idee of de hoofdlijn van wat er gezegd wordt. Selectief luisteren: Luisteren met de focus op specifieke informatie of details in een tekst. Meerkeuzevragen: Vragen waarbij uit meerdere antwoordopties het juiste antwoord gekozen moet worden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.