MC1 Les 36

Willkommen!
20.03.22/21.03.22
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Willkommen!
20.03.22/21.03.22

Slide 1 - Diapositive

Planning
- Quiz herhaling 
- Vragen? 
- Spiel

Slide 2 - Diapositive

Quiz Wiederholung Formular + Brief

Slide 3 - Diapositive

In welke situaties vul je eigenlijk een formulier in?

Slide 4 - Question ouverte

Welke zaken vul je zoal in op een formulier?

Slide 5 - Question ouverte

In de volgende slide vinden jullie een woordenoefening waarmee jullie jullie kennis over formulieren invullen koppelen aan de Duitse woorden.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Vul jouw info in bij 'Geschlecht'.

Slide 8 - Question ouverte

Vul jouw info in bij 'Postleitzahl'

Slide 9 - Question ouverte

Vul jouw info in bij 'Land'

Slide 10 - Question ouverte

Vul jouw info in bij 'Staatsangehörigkeit'

Slide 11 - Question ouverte

Persoonlijke brief

Slide 12 - Diapositive

de aanhef - Hoe is de aanhef als je een brief of e-mail aan Anne stuurt?

Slide 13 - Question ouverte

de aanhef - Hoe is de aanhef als je een brief of e-mail aan Peter stuurt?

Slide 14 - Question ouverte

De eerste letter van de inhoud (na de aanhef) is een...
A
hoofdletter
B
kleine letter

Slide 15 - Quiz

De juiste afsluiting is:
A
liebe grüße
B
Grüße
C
Liebe Grüße
D
Liebe grüsse

Slide 16 - Quiz

Je eindigt de persoonlijke brief of e-mail met je...
A
voornaam
B
voor- en achternaam
C
voorletter en achternaam
D
je achternaam

Slide 17 - Quiz

Hoe zeg je "Hoe gaat het met je?" in het Duits?
A
Wie geht es mit dir?
B
Wie geht es mit dich?
C
Wie geht es dich?
D
Wie geht es dir?

Slide 18 - Quiz

Bij een persoonlijke brief of e-mail spreek je degene aan met "Sie"
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Sleep de zinnen in de juiste volgorde!
Lieber Peter,
wie geht es dir?
Liebe Grüße
je voornaam

Slide 20 - Question de remorquage

Waar horen hoofdletters te staan?:
ich habe bald geburtstag und schicke dir eine einladung.
A
Bald- Geburtstag - Dir
B
Geburtstag- Dir - schicke
C
Ich -Geburtstag - Einladung
D
Bald - Dir - Einladung

Slide 21 - Quiz

Ik verheug me op jouw antwoord.
A
Ich verheue mich auf deine Antwort.
B
Ich bin froh auf deine Antwort.
C
Ich freue mich auf deine Antwort.

Slide 22 - Quiz

Nächste Stunde

Slide 23 - Diapositive