Lesson 1

Schakeltijd
timer
5:00
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schakeltijd
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

nvt
Je leert de inhoud van de Engels lessen
Je weet wat er in dit schooljaar allemaal met Engels gedaan wordt 
Je leert de karakters uit het boek kennen

Introduction Coursebook + Textbook  (page 4 and 5) 
Meet the characters (page 8  page 9)    
Read the story (12 and 13)  + grammar rules  (present simple en  a or an) 

Engels
29-08-2018
 Toelichting Workbook 
Workbook page 7  t/m  page 10 
antwoorden nabespreken 
eerste 3 weken geen huiswerk :) 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Coursebook

  • 8 units  -->  5 lessen per unit
  • 3 lessen  woorden en grammatica
  • selftest  + skills test


  • Les 4 in context lezen en schrijven
  • Les 5 Luisteren en kijken
  • Unit project (als er tijd is)

Language test 
Workbook

  • 8 units --> 5 lessen per unit
  • 3 lessen woorden en grammatica
  • selftest +skills test
  • Catch up   of Get ahead

  • Les 4  in context lezen en schrijven
  • Les 5 Luisteren en kijken
  • Unit project (als er tijd is)

Language test

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Present Simple

Slide 6 - Diapositive

Present simple
De present simple wordt gebruikt...
1. Regelmatig: I walk to school everyday.
2. Altijd : We always walk to school.
3. Nooit: They never walk to school.

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel werkwoorden stonden er in 1 zin?

Slide 8 - Question ouverte

Present Simple
vorm
De vorm van de present simple bestaat uit: 1 werkwoord.
Bijvoorbeeld: I always walk to school

Let op: bij he/she/it krijgt het werkwoord een -s.
Bijvoorbeeld: He always walks to school
Dit wordt ook wel de shit-regel genoemd!

Slide 9 - Diapositive

(to look) present simple
We ... at the teacher

Slide 10 - Question ouverte

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 11 - Question ouverte

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 12 - Question ouverte

Wanneer gebruik je de present simple?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Wanneer a of an?
Je weet wanneer je welk a  of an   moet gebruiken wanneer je het woord uitspreekt.

A: wordt gebruikt voor woorden die met een medeklinker klank begint. 
a computer            a sponge              a hotel

LET OP: hoewel het woord 'hour' met een klinker begint, spreek je de 'h' niet uit en wordt het [our], en dus an hour.

Slide 15 - Diapositive

Wanneer a of an? Vervolg
An: wordt gebruikt wanneer een woord met een klinkerklank begint.

an apple        an orange       an attack

LET OP: hoewel het 'university' met een klinker begint, spreek je het met een 'j' uit, dus a university

Slide 16 - Diapositive

.... bingo game
A
a
B
an

Slide 17 - Quiz

.... uncle
A
a
B
an

Slide 18 - Quiz

I have got .... big shirt.
A
a
B
an

Slide 19 - Quiz

What ..... old man!
A
a
B
an

Slide 20 - Quiz

I'm .... Swedish girl.
A
a
B
an

Slide 21 - Quiz

nvt
Je leert de inhoud van de Engels lessen
Je weet wat er in dit schooljaar allemaal met Engels gedaan wordt 
Je leert de karakters uit het boek kennen

Introduction Coursebook + Textbook  (page 4 and 5) 
Meet the characters (page 8  page 9)    
Read the story (12 and 13)  + grammar rules

Engels
28-08-2018
 Toelichting Workbook 
Workbook page 7  t/m  page 10 
antwoorden nabespreken 
eerste 3 weken geen huiswerk :) 

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag
 Toelichting Workbook 

Workbook page 7 t/m page 10 
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive