Les Angststoornissen versie PDG

• Doelgroepen
• MBO
• Studiejaar 2

Vandaag

Toets

Herhalen theorie vorige les

Leerdoel

Theorie over angststoornis

Uitzetten opdracht

Leerdoel checken

Volgende week

Herhalen vorige les

Schizofrenie

Wanneer spreken we van Schizofrenie?

Wat zijn de symptomen van schizofrenie?

wanen, hallucinaties, verward denken, verminderd functioneren.

Welke type schizofrenie hoort er niet bij?

1. Paranoïde type
2. Signaal type
3. Katatone type
4. Ongedifferentieerde type

Wat zijn bijwerkingen van antipsychotica?

Leerdoel

• Je legt het verschil uit tussen vrees en angst
• Je maakt onderscheid tussen de verschillende angststoornissen uit de DSM 5
• Je benoemt de oorzaken en de behandeling van Gegeneraliseerde angststoornis, Paniekstoornis, Specifieke fobie, Agorafobie en Sociale angststoornis

Wat voel je bij deze afbeelding?

1. Neutraal
2. Angst
3. Ongemakkelijk
4. Blijdschap

Wat voel je bij deze afbeelding?

1. Neutraal
2. Angst
3. Ongemakkelijk
4. Blijdschap

Wat voel je bij deze afbeelding?

1. Neutraal
2. Angst
3. Ongemakkelijk
4. Blijdschap

Wat maakt jouw angstig of vrees je? En wat voel je dan?

welke angststoornissen kennen jullie

Je word regelmatig overvallen door een korte, hevige angst

Je hebt angst voor een bepaald ding of situatie.

Zorgen en angsten bepalen je leven. 

Je durft niet goed naar buiten

Je bent bang voor kritiek van een ander en/ of bang voor je eigen reactie op een situatie.

Paniekstoornis

specifieke fobie

Gegeneraliseerde  angststoornis

Agorafobie

Sociale angststoornis

Gegeneraliseerde angststoornis:

Vraag:
Waar piekeren mensen over met deze angststoornis?

Antwoord:

Gezondheid, relaties, geld, dat er iets naars gaat gebeuren.

Oorzaak:

Geen duidelijke oorzaak. Deel is erfelijk. Ingrijpende gebeurtenissen zoals een sterfgeval.

Paniekstoornis:

Vraag:
Welke stressfactor of ingrijpende gebeurtenis kan een paniekstoornis veroorzaken?

Antwoord:

een lichamelijke ziekte, een bevalling, een verhuizing, stress op het werk, of het verlies van een dierbaar persoon.

Oorzaken:

Erfelijke aanleg.

Ingrijpende gebeurtenissen

Stress.

Bij een fobie bestaat een intense angst of paniek voor een bepaalde situatie, voorwerp, plaats en persoon

Vraag:
Hoe kan je zien dat iemand een fobie heeft?

Sociale angststoornis:
Angst voor sociale contacten en sociale situaties met andere mensen.

Vraag:
Welke voorbeelden van angsten kan je vinden als het gaat om sociale angst?

Antwoord:

angst om iemand te ontmoeten

angst om te telefoneren

angst om in het openbaar te spreken

angst om in een restaurant te eten

bang om te gaan blozen.

Oorzaken:

Ómgevingsfactoren zoals overbeschermende opvoeding.

Erfelijk bepaalde kwetsbaarheid

Wat was het leerdoel

• Je legt het verschil uit tussen vrees en angst
• Je maakt onderscheid tussen de verschillende angststoornissen uit de DSM 5
• Je benoemt de oorzaken en de behandeling van Gegeneraliseerde angststoornis, Paniekstoornis, Specifieke fobie, Agorafobie en Sociale angststoornis

Leerdoel herhalen

We maken een kruiswoord puzzel

Deze maak je het laatste half uur van de les

Volgende week bespreken wij de puzzel gezamenlijk bespreken

Volgende week Dissociatieve Identiteitsstoornis

Lees als voorbereiding DIS op de site www.wijzijnmind.nl

Vragen & Afsluiting

puzzel.org