Week 3 b -4 Dementie

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

psalm 37 of 90 The Lord is my Keeper

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mededelingen
- wie heeft de boeken inmiddels? VVT 1 digitale licentie?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Lesdoelen
  • Kerntaken/werkprocessen
  • eindproducten
  • wat weet je nog over diabetes?
  • TWIXX Dementie
  • zelfstandig werken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Na deze ochtend:
  • heb je de basiskennis van dementie
  • heb je een begin gemaakt met de groepsopdracht
  • heb je een begin gemaakt met de digitale opdrachten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kerntaken en werkprocessen

Basisdeel Verzorgende IG
Kerntaak: B1-K1 Bieden van zorg en ondersteuning
Werkprocessen: B1-K1-W1 Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied (Gezondheidsbevorderaar)
B1-K1-W4 Voert zorg- en begeleidingsactiviteiten uit (Zorgverlener)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindprodukten
  • groepsopdracht
  • toets
  • digitale opdrachten (verwerking theorie) 
  • verslag bezoek museum 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer heb je diabetes?
A
als je teveel suiker eet
B
als je te weinig beweegt
C
als je te weinig insuline aanmaakt
D
als je lever niet werkt

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is een hypo(glycaemie)
A
te lage bloedsuiker
B
te hoge bloedsuiker
C
te hoog zoutgehalte in je bloed
D
als je chagrijnig bent

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke bloedsuiker heb je een hyper(glycaemie)?
A
2
B
6
C
15
D
7

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen les 1 dementie
 De student heeft kennis van:
  • (basiskennis) over vormen van dementie.
  • Begrippen die met Dementie te maken hebben.
  • De benaderingswijzen bij dementie 




Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij ervaring met dementie in je omgeving?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij het woord dementie?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dementie?
  • Verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. 
  • Verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord. 
  • Beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor steeds verdere achteruitgang in het functioneren. 

De bekendste is de ziekte van Alzheimer. 




Slide 14 - Diapositive

Dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
De verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord.
Beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor iemand met dementie steeds verder achteruitgaat in functioneren.
De bekendste is de ziekte van Alzheimer. 

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat trof je in deze korte film?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk beeld komt bij jou tevoorschijn als je denkt aan dementie?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Cijfers dementie (Nederland)
  • >270.000 mensen met dementie. Ongeveer 12.000 mensen jonger <65 jaar. 
  • Ieder uur krijgen vijf mensen dementie.
  •  Toename door vergrijzing. Geschat wordt half miljoen in 2040.
  • 65 procent krijgt de diagnose: ziekte van Alzheimer. 
  • Treft ruim 8 procent van de mensen > 65 jaar.
  • Treft ruim 25 procent van de mensen >80 jaar.
  • Treft ruim 40 procent van de mensen >90 jaar.
  • De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt. 
  • Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 




Slide 19 - Diapositive

In Nederland hebben ruim 270.000 mensen dementie. Hiervan zijn ongeveer 12.000 mensen jonger zijn dan 65 jaar. Ieder uur krijgen vijf mensen in Nederland dementie.
 Het aantal mensen met dementie zal door vergrijzing in de toekomst explosief stijgen naar meer dan een half miljoen in 2040.
Van de mensen met de diagnose dementie heeft ongeveer 65 procent de ziekte van Alzheimer.
Ruim 8 procent van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie.
Ruim 25 procent van de mensen boven de 80 jaar heeft dementie.
Ruim 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.
De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt.
Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 
Symptomen dementie?
Mensen met dementie hebben een combinatie van symptomen

Geheugenstoornissen 

Met één of meer cognitieve stoornissen:
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen

Gedragsproblemen




Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen
  1. Vergeetachtigheid
  2. Problemen dagelijkse handelingen
  3. Vergissingen tijd & plaats
  4. Taalproblemen
  5. Kwijtraken van spullen
  6. Slecht beoordelingsvermogen
  7. Terugtrekken uit sociale contacten
  8. Veranderingen in gedrag en karakter
  9. Onrust
  10. Problemen met zien

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekteverloop 4 fases
1. Bedreigde ik - beginnende dementie
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
3. De verborgen ik - ernstige dementie
4. De verzonken ik - ernstige dementie

Slide 23 - Diapositive

1. Bedreigde ik - beginnende dementie
vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar moeite met meer complexere taken, overzicht houden bijv financien, 

2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Steeds meer geheugenproblemen, leeft meer in het verleden, 'verdwaaldgevoel', verminderde belangstelling, motoriek gaat achteruit 

3. De verborgen ik - ernstige dementie
leeft in een innerlijke belevingswereld, neemt zelf geen initiatief meer tot contact. Er is nog wel contact mogelijk, herkent mensen niet meer, tijdsbesef is weg . Volledig afhankelijk.

4. De verzonken ik - ernstige dementie
Volledige afhankelijkheid, brabbelwoorden en klanken. Emoties zijn moeilijk waarneembaar.  
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)



Specifieke gedragingen 
van cliënten met dementie

  • Perseveren
  • Confabuleren
  • Verzamelzucht
  • Achterdocht
  • Decorumverlies
herhalen van vragen, operkingen, verhalen
het opvullen van gaten in het geheugen met (verzonnen) verhalen om de tekorten in het geheugen te verbloemen
verlies van uiterlijke waardigheid zoals waarden en normen

Slide 24 - Diapositive

perseveren: niet meer kunnen stoppen met een handeling of onderwerp steeds herhalen
confabuleren: opvullen met fantasie

Het verloop van dementie is progressief. Wat betekent dit?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hersenfunctie gaat bij dementie als eerst achteruit?
A
Het korte termijngeheugen
B
Het lange termijn geheugen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verloop dementie
  • Leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. 
  • Diagnose wordt gemiddeld na 14 maanden gesteld. Bij jonge mensen duurt dit > vier jaar. 
  • Aantal klachten en de ernst ervan neemt toe. 
  • Progressieve ziekte.


Slide 27 - Diapositive

Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte.
De diagnose wordt gemiddeld na 14 maanden gesteld. Bij jonge mensen is dit meer dan vier jaar.
Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst ervan toe.
Progressieve ziekte: Er is geen genezing mogelijk voor dementie. Uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie.  
Vraag 1: Hoelang kunnen mensen met de ziekte, alzheimer, leven?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 2: wat is een voorbeeld van apraxie?

A
Niet meer weten hoe je moet lopen
B
Verlies van zindelijkheid
C
Vergeten hoe de koffie gezet moet worden
D
Het constante gebruik van scheldwoorden tijdens het communiceren

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3: wat is een voorbeeld een afasie?
A
Hakkelen tijdens het vertellen van een verhaal
B
Agressief taalgebruik tijdens het communiceren
C
Termen uit andere, vroeger geleerde talen door de zinnen verwerken

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4: Wat is een voorbeeld van agnosie?
A
Het niet meer herkennen van eigen kinderen
B
Niet meer goed kunnen lopen
C
Het proces van de ogen, waardoor je langzaam blind wordt

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen over deze les?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag zelf en samen
  • Groepsopdracht kiezen?
  • Digitale opdrachten maken  
  • Huiswerk volgende keer 
  • Doorspreken groepsopdrachten

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions