Geslachtsorganen, bevruchting, begin zwangerschap

5.5 Bevruchting en zwangerschap
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.5 Bevruchting en zwangerschap

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?
  • Je kunt vertellen hoe en waar de bevruchting plaatsvindt.
  • Je kunt benoemen wat de stadia van de bevruchte eicel zijn tot innesteling.
  • Je kunt uitleggen wat er in de eerste weken na de innesteling met de blastula gebeurt.
  • (Je kunt gedeeltelijk uitleggen hoe de placenta is opgebouwd en hoe deze werkt). 



Slide 2 - Diapositive

Ik heb al tijd besteed aan het bestuderen van het hoofdstuk voortplanting
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Benoem de onderdelen van het mannelijk en vrouwelijk voortplantingsstelsel die een zaadcel passeert voordat die een eventuele eicel ontmoet.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Slide 8 - Diapositive

Bevruchting
De eicel komt door de
eisprong (ovulatie) uit de 
eierstok in de eileider.
De eicel wordt omgeven door
follikelcellen (voeding).
Zaadcellen komen in de eileider via de vagina en de baarmoeder.

Slide 9 - Diapositive

Bevruchting
Zaadcellen dringen zich door
de follikelcellen heen.
Zaadcellen maken contact met
eischil (zona pellucida)
Zaadcellen geven enzymen af -> afbraak van eischil
De eerste zaadcel die contact maakt met het celmembraan van de eicel kan er mee fuseren.

Slide 10 - Diapositive

Bevruchting
Ondoordringbare laag ontstaat
om bevruchte eicel
->bevruchtingsmembraan

Kern van zaadcel dringt het cytoplasma van de eicel binnen en de kernen versmelten.
Bevruchte eicel = zygote.

Slide 11 - Diapositive

Zygote
Eerst: klievingsdelingen,
geen plasmagroei


Door trilhaarcellen richting de baarmoeder

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Blastula

Slide 14 - Diapositive

Innesteling

Slide 15 - Diapositive

9 dagen
Er ontstaan twee holtes: een amnionholte en een dooierblaasje (vormt de eerste bloedcellen).
De trofoblast vormt uitstulpingen, vlokken,
die het baarmoederslijmvlies
in groeien. Hierdoor wordt
de placenta gevormd.

Slide 16 - Diapositive

16 dagen
De hechtsteel ontstaat vanuit cellen tussen de trofoblast en de kiemschijf. Deze hechtsteel vormt
de navelstreng.

Slide 17 - Diapositive

31 dagen
Twee vruchtvliezen omgeven het embryo en de holte is gevuld met vruchtwater. Dit vangt 
schokken op.

Slide 18 - Diapositive

Placenta





Gescheiden bloedsomlopen. Uitwisseling van stoffen: zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen, koolstofdioxide.

Slide 19 - Diapositive

Placenta





Twee navelstrengslagaders (van embryo -> placenta)
Eén navelstrengader (van placenta -> embryo)

Slide 20 - Diapositive

Embryo -> foetus 
Na 8 weken zijn alle organen aangelegd en heet het embryo een foetus.

Slide 21 - Diapositive

Embryonale ontwikkeling
  • Blastula: blaasje waaruit embryo bestaat
  • Embryoblast: klompje cellen in blastula holte
  • Trofoblast: buitenste laag van cellen vormt deel placenta -> HCG maken
  • Kiemschijf: cellen groeien uit tot kind
    -> dooierblaasje (blastocyste): eerste bloedcellen vormen (later lever/beenmerg)
    -> amnionholte: vult zich met vruchtwater
  • Vruchtvliezen: amnion en chorion


Slide 22 - Diapositive

Van wie zijn de bloedvaten in de navelstreng?
A
Moeder
B
Embryo
C
Beide

Slide 23 - Quiz

Waar vinden de klievingsdelingen plaats?
A
Eierstok
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 24 - Quiz

Waaruit ontstaat de placenta?
A
Trofoblast
B
Embryoblast
C
Kiemschijf
D
Blastocyste

Slide 25 - Quiz

Waar komen zaadcellen NIET?
Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Zaadblaasje
B
Prostaat
C
Urinebuis man
D
Eierstok

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste volgorde waarin zaadcellen zich verplaatsen tijdens de ejaculatie?
A
Teelbal-bijbal-zaadblaasje-urinebuis
B
Teelbal-zaadleider-zwellichaam-urinebuis
C
Teelbal-bijbal-prostaat-urinebuis
D
Teelbal-bijbal-zaadleider-urinebuis

Slide 27 - Quiz

En wat nu?
Lees H5 paragraaf 5 en maak de opdrachten
Maak ook de opdrachten uit de eerdere paragrafen.
Oefen met de Binas!

Slide 28 - Diapositive