Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Today's lesson
bezittelijk voornaamwoord = possessive pronoun
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Alfabetisering NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Today's lesson
bezittelijk voornaamwoord = possessive pronoun

Slide 1 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord
Ik heb een tas.

De tas is van mij.
(The bag is mine)

Het is mijn tas.
(It is my bag).

Slide 2 - Diapositive

ik > van mij         hij > van hem         zij > van haar
wij > van ons         jullie> van jullie        zij > van hen


Slide 3 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

tas
jongen
A
zijn tas
B
hem tas
C
haar tas
D
jouw tas

Slide 6 - Quiz

meisje
hond
A
zijn hond
B
hem hond
C
haar hond
D
zij hond

Slide 7 - Quiz

meisje
hoed
A
zijn hoed
B
hem hoed
C
haar hoed
D
zij hoed

Slide 8 - Quiz

man
huis
A
zijn huis
B
hem huis
C
haar huis
D
zij huis

Slide 9 - Quiz

moeder
bloemen
A
zijn bloemen
B
haar bloemen
C
ons bloemen
D
zij bloemen

Slide 10 - Quiz

voetballers
bal
A
hem bal
B
zijn bal
C
hun bal
D
onze bal

Slide 11 - Quiz

voetballers
wedstrijd
A
hem wedstrijd
B
zijn wedstrijd
C
hen wedstrijd
D
hun wedstrijd

Slide 12 - Quiz

voetballers
schoenen
A
jij schoenen
B
jouw schoenen
C
onze schoenen
D
hun schoenen

Slide 13 - Quiz

boeken
Mohamad
A
hem boeken
B
jouw boeken
C
zij boeken
D
zijn boeken

Slide 14 - Quiz

boeken
Sara
A
hem boeken
B
haar boeken
C
zij boeken
D
zijn boeken

Slide 15 - Quiz

leerlingen
docent
A
hem leerlingen
B
haar leerlingen
C
uw leerlingen
D
ons leerlingen

Slide 16 - Quiz

Ik begrijp het bezittelijk voornaamwoord (possessive pronoun)
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage