Thema 7, week 3, les 9 woorden met een y


Welke woorden met een Y ken jij?
1 / 27
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


Welke woorden met een Y ken jij?

Slide 1 - Question ouverte

lesdoel
Ik leer woorden met een Y correct schrijven. Dit zijn weetwoorden die ik uit mijn hoofd moet leren.

Slide 2 - Diapositive

welk woord is goed gespeld?
A
babie
B
baby
C
beby
D
babi

Slide 3 - Quiz


A
pony
B
ponnie
C
ponnie
D
ponny

Slide 4 - Quiz


A
joghurt
B
yoghurt
C
jochert
D
yochert

Slide 5 - Quiz

Koken is mijn .......
A
hoby
B
hobbie
C
hobby

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive


Slide 9 - Question ouverte


Slide 10 - Question ouverte


Slide 11 - Question ouverte


i of y

Slide 12 - Question ouverte


i of y

Slide 13 - Question ouverte


Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive


Slide 16 - Question ouverte


Jana en Omar zijn geboren in
.........

Slide 17 - Question ouverte

Mijn pass.. is schilderen.
A
passie
B
passy
C
passi
D
pasji

Slide 18 - Quiz

Dit kasteel is heel

m..sterieus
A
misterieus
B
mysterieus
C
miesterieus

Slide 19 - Quiz

Wat is het s..mptoom als je griep hebt.
A
simptoom
B
symptoom

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

WOORD 1

Slide 22 - Question ouverte

WOORD 2

Slide 23 - Question ouverte

WOORD 3

Slide 24 - Question ouverte

WOORD 4

Slide 25 - Question ouverte

WOORD 5

Slide 26 - Question ouverte

Snappet
SPELLING
Thema 1 - week 3
les 9

OPGAVE 2 EN 3
10 X PLUSSEN

Slide 27 - Diapositive