5.2 Les 4 Wie vertegenwoordigen het volk?

• Burgerschap

Burgerschap

Politiek-juridische dimensie

Wie vertegenwoordigen het volk?

Vorige week

• Tweede Kamer
• Verkiezingscampagne
• Politieke partijen

Na de verkiezingen

Stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Elke geldige stem telt even zwaar mee.

Kiesdeler: het aantal stemmen dat je nodig hebt voor één zetel.

 

Formatie

Het vormen van een nieuw kabinet noem je de formatie.

Zetelverdeling

Coalitie

De partijen die samen een meerderheid hebben en de regering vormen.

Oppositie

De overige partijen die de regering controleren.

Oppositie

De partijen die niet deelnemen aan het kabinet

Hoe?

Het kabinet kan zijn plannen alleen uitvoeren als de meerderheid van de Tweede Kamerleden vóór de plannen stemt, dat wil zeggen 

tenminste 76 van de 150 zetels.

Coalitie

                      Samenwerking tussen verschillende politieke partijen 

                            om de meerderheid van de stemmen te hebben.

Compromis   = met elkaar samenwerken en toegeven aan elkaar.

Poldermodel = ander woord voor compromis. politieke partijen houden                                              rekening met elkaar. Geen ruzie zoeken, maar een oplossing                                    die voor iedereen werkt.

Dus.... Even samenvatten

Zoveel moeilijke woorden...

Het Parlement

Bestaat uit:

• De Eerste en Tweede Kamer
• Hierin zitten alle politieke partijen    waar wij op gestemd hebben.
• Volksvertegenwoordigers van         ons land. 

De regering

Bestaat uit:

• Koning + de ministers

      - Ministerie van Onderwijs;

      - Ministerie van Defensie;

      - Ministerie van Landbouw; 

      - etc. 

Wat doet een ministerie? 

Parlement:

Debat over nieuwe wetten. De mening van het volk komt naar voren door middel van volksvertegenwoordiging. 

Regering:

Hier worden wetten uitgevoerd. 

(Bijvoorbeeld:)

+ Eerste Kamer

Tweede kamer

Debatteren over wetten

Controleren van regering:

- Budgetrecht

- Recht op onderzoek

- Vragenrecht

- Recht op initiatief

Eerste kamer 

wetsvoorstellen goed/afkeuren

Controle van regering

Wetten

1. Minister maakt een wetsvoorstel

2. De meerderheid in de Tweede Kamer debatteert over het wetsvoorstel, keurt goed of af

3. Wel goed gekeurd            naar de Eerste Kamer

4. Niet goed gekeurd            terug naar de minister

5. Meerderheid in de Eerste Kamer keurt goed, wet wordt ingevoerd

Tweede Kamer

150 zetels

Direct gekozen

Taken:

controleren regering 

debatteren over wetsvoorstellen

Eerste Kamer

75 zetels

Indirect gekozen 

(gaat via provinciale staten) 

Taken:

extra controle

goedkeuren of afkeuren