De levensbeschouwelijke kijk

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

De levensbeschouwelijke kijk

Paragraaf 2: De levensbeschouwing van Ranomi Kromowidjojo

Lezen: Blz. 7 en 8

Maken: Opdracht 6

Held!

Wie is jouw held?

Waarom is dit jouw held?

Wat kan jij leren van dit persoon?

Wat vindt dit persoon belangrijk in het leven?

Paragraaf 3: 

Waarover gaat dit vak?

Samen lezen: Tekst op blz. 9

Zelfstandig maken: Opdracht 7 (en daarna klassikaal bespreken)

Paragraaf 4: Wat zijn levensvragen?

Gewone vragen:

- Hoe laat is het?

- Wat eten we vanavond?

- Welk vak hebben we nu?

- Hoe oud ben jij?

Levensvragen:

- Is er leven na de dood?

- Moet je vluchtelingen helpen?

- Moeten we rekening houden met de natuur?

- Is sporten belangrijk voor jou?

Aantekening 1:

Gewone vragen: De antwoorden op deze vragen zijn feiten

Bv: 'Hoe laat is het?' / 'In welk lokaal moeten we zijn?'

Levensvragen: De antwoorden op deze vragen zijn meningen. Deze vragen gaat over de echt belangrijke zaken in het leven.

Bv.: 'Wat vind ik belangrijk in mijn leven?' / 'Wat gebeurt er na de dood?'

Is het een gewone vraag of een levensvraag?

Ben je op de fiets?

1. Gewone vraag
2. Levensvraag

Is het een gewone vraag of een levensvraag?

Geloof je in een god?

1. Gewone vraag
2. Levensvraag

Is het een gewone vraag of een levensvraag?

Mogen mensen uit Oekraïne in Nederland komen wonen?

1. Gewone vraag
2. Levensvraag

Aan het werk

Lezen blz. 10 en 11

Maken opdracht 8 en 9

Maken opdracht 10 en 11

Bestaanservaringen

Er wordt een kind geboren

Er overlijdt iemand

Je wordt kampioen met je voetbalteam

Je gaat naar een nieuwe school

Je ziet iets heel moois en indrukwekkends (mooi uitzicht)

Verliefd worden

Ruzie met familie of vrienden

Goed gesprek

Aan het werk

Lezen teksten op blz. 13 en 14

Maken opdracht 12, 13 en 14

Jouw bestaanservaring

Eerst voor jezelf beantwoorden, daarna klassikaal bespreken:

1. Wat is het meest bijzondere/speciale dat je ooit mee hebt gemaakt?

2. Wat heb je hier van geleerd? 

3. Wat voor levensvragen roept dit bij je op?

Opdracht 15

Zoek een foto (mag ook via je telefoon) van een bestaanservaring. Als je deze op je telefoon kan laten zien is dat voldoende, je hoeft het niet in je werkboekje te plakken. 

Werk de vragen uit bij de opdracht.

Aantekening 1

Gewone vragen: De antwoorden hierop zijn altijd feiten.

Levensvragen: Je beantwoord deze vragen vanuit jouw eigen mening. Deze vragen gaan over de belangrijke zaken in het leven. 

Een levensbeschouwing: Al jouw antwoorden op al jouw levensvragen bij elkaar

Persoonlijke levensbeschouwing: Jouw antwoorden op jouw levensvragen

Gemeenschappelijke levensbeschouwing: Levensvragen en antwoorden van een bepaalde groep (christenen, moslims etc.)

Paragraaf 5: Zes groepen levensvragen

1. Wat is belangrijk in het leven?

2. Wie is de mens?

3. Hoe leven mensen met elkaar samen?

4. Hoe gaan mensen om met lijden en dood?

5. Wat is tijd?

6. Wat is de natuur?

Waarom is het nuttig om na te denken over levensvragen?

Je leert iets over jezelf

Je denkt na over belangrijke dingen

Je denkt na over jouw eigen mening

Je kunt jezelf ‘verbeteren’

Je leert andere mensen begrijpen

Levensvragen beantwoorden

Lezen blz. 16 t/m 18 (filmpje Lubach)

Maken opdracht 16 t/m 20

-

Lezen blz. 19 t/m 21

Maken opdracht 21 t/m 24

Wat is een levensvraag waar jij zelf mee bezig bent, en die nu voor jou heel belangrijk is?

Vragen in de klas

Vertel jij alles tegen je ouders?

Geloof je in een leven na de dood?

Wat wil je later worden?

Moeten we iets veranderen aan de manier waarop we nu met de natuur omgaan?

Paragraaf 6: De zinvraag

Lezen blz. 22

Maken opdracht 25

-

Lezen blz. 23

Maken opdracht 27

-

Lezen blz. 24

Maken opdracht 29 en 30

-

Lezen blz. 25

Maken opdracht 31 en 32

Paragraaf 7: Wat is een levensbeschouwing?

Lezen blz. 26

Maken opdracht 35, 36 en 37

Lezen blz. 27

Maken opdracht 38

Praktische opdracht:

De grote levensvragen

1. Wie/hoe ben ik?

2. Hoe moeten wij met elkaar omgaan?

3. Hoe moeten wij met de natuur omgaan?

4. Wat is er na de dood?

5. Wat vind ik belangrijk in mijn leven?

6. Hoe ziet de/mijn toekomst eruit?

7. Geloof ik in een god? Waarom wel, waarom niet?

Praktische opdracht:

De grote levensvragen

Wat is jouw antwoord op deze vragen?

Waarom vind je dat, en hoe ben je tot die mening gekomen?

Jullie krijgen 1 les om hier aan te werken. Als het niet af is maak je het thuis af.

Praktische opdracht:

De grote levensvragen

• Vragen en antwoorden type je in een Word-document

• Bestandsnaam van Word-document = naam + klas

(bijvoorbeeld: JB1A Barrie Bakfiets)

• Zet je naam en klas boven de opdracht

• Minimaal 50 woorden per vraag

• Inleveren via Teams

• Lettertype calibri 11