Comparisons - (Trappen van vergelijking)

Hi!
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hi!

Slide 1 - Diapositive

Today
  • Mock test listening test
  •  Comparisons (trappen van vergelijking)
  •  Class activity

Slide 2 - Diapositive

Trappen van vergelijking

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn trappen van vergelijking? Geef een voorbeeld.

Slide 4 - Carte mentale

'She is the funniest girl I know.'
Bij comparisons, vergelijk je altijd dit soort woorden:
A
zelfstandige naamwoorden (nouns)
B
bijvoeglijke naamwoorden (adjectives)
C
werkwoorden
D
to be

Slide 5 - Quiz

Vergrotende + overtreffende trap
klein - kleiner - kleinst(e)
small - smaller - smallest

groot - groter - grootst(e)
big - bigger - biggest

aardig - aardiger - aardigst(e)
nice - nicer - nicest

Slide 6 - Diapositive

Vergrotende trap:
-ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is fatter than Peter.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
-EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Frank is the fattest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 7 - Diapositive

Let op woorden die eindigen op een Y!

Slide 8 - Diapositive

Wat gebeurt er bij langere woorden van 2 of meer lettergrepen?

Slide 9 - Carte mentale

Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

He is more intelligent than I am.

Jasmin is the most beautiful baby I know.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Let op!
Woorden van 2 lettergrepen die eindigen op een -y krijgen wel -er / -est

Lucky - Luckier - Luckiest
Easy - Easier - Easiest

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'yellow'
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'blue'
A
1
B
2
C
3

Slide 14 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'boring'
A
1
B
2
C
3

Slide 15 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'intelligent'
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 16 - Quiz

Hoeveel lettergrepen heeft het woord:
'popular'
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 17 - Quiz

Let op!
goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

zie p. 90 boek

Slide 18 - Diapositive

Well done!!!

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Class activity - 3.2 pg 97
Do: Ex 5, Ex 6,  and Ex 7. pg 97-98

Finished?

If you have headphones, go ahead and  do your homework.

Homework
Do: Ex 10 pg. 99 and Ex 8 and 9 Online.Unit 3.2 
Study
  1. words lessons -3
  2.  expressions A-B-C-D (Unit 3)
  3. irregular verbs:  to be - to hit (p. 270)

timer
9:00

Slide 21 - Diapositive

For next class:

- 3.4
- Study box: 4

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 24 - Quiz

This car is ___ than my brother's car.
A
safe
B
safer
C
safest
D
more safe

Slide 25 - Quiz

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 26 - Quiz

Freddie Mercury was the ___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 27 - Quiz

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 28 - Quiz

The English test was _________ than the French test.
A
more easy
B
more easyer
C
easyer
D
easier

Slide 29 - Quiz

My dad is the ___ dad ever!
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 30 - Quiz