Paragraaf 2.1 Van ruilen komt geen huilen

Par 2.1 Van ruilen komt geen huilen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Par 2.1 Van ruilen komt geen huilen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Jouw aankoop / In het filmpje
Iedereen gaat een ruil aan, omdat iedereen er beter van denkt te worden: er is een wederzijds voordeel

Beiden hebben voordeel aan een ruil. Anders komt een ruil niet tot stand. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Salaris
Het latijnse woord Sal = Zout.
 De Romeinen betaalden de soldaten en ambtenaren met zout.
Het woord "Salaris"' is  afgeleid  uit het latijnse woord Sal.
Zout werd toen het 'witte goud' genoemd omdat je met zout het eten langer kon bewaren

Slide 6 - Diapositive

Verschil directe en indirecte ruil
Directe ruil; goederen ruilen voor goederen.
Indirecte ruil; product verkopen in ruil voor geld.

Indirecte ruil handiger dan directe ruil want?:
  1. Indirect ruilen kost veel minder tijd en moeite.
  2. Er is veel arbeidsverdeling mogelijk. 
  3. Er is veel schaalvergroting mogelijk. 

Slide 7 - Diapositive

Ruilen met geld
Arbeidsproductiviteit; het aantal stuks dat een werknemer in een bepaalde periode kan produceren.
Specialisatie; Het zich toeleggen op een beperkt aantal werkzaamheden.

Bron 5 blz 22

Slide 8 - Diapositive

Schaalvergroting
Het streven naar grotere opbrengsten en lagere productiekosten door het gebruik van productiefactoren zoals natuur( grond, grondstoffen )arbeid en kapitaal te veranderen.

Arbeid= Specialisatie
Kapitaal= Mechanisatie en automatisering)

Slide 9 - Diapositive

Autarkie
Autarkie of gesloten staatshuishouding (in de economische wetenschap ook een gesloten economie genoemd) is het (al dan niet economisch) streven om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van anderen. Zelfverzorging of zelfvoorziening zijn synoniemen voor dit streven, zelfvoorzienendheid voor de toestand van autarkie.

Slide 10 - Diapositive

Ruilverhouding
Een ruilverhouding is de waarde van een middel uitgedrukt in de waarde van een ander middel. Bijvoorbeeld 1 voetbal kan je ruilen voor 6 tennisballen, deze ruilverhouding kan je opschrijven als 1:6. In de speeltuin is een levendige ruilhandel, voor 2 speelgoedauto's krijg je 10 knikkers.

Slide 11 - Diapositive

Maken opdrachten
1 t/m 4 blz. 23 en 24

Slide 12 - Diapositive