1bkt Theme 1, Lesson 5

Tekst
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tekst

Slide 1 - Diapositive

Lesson plan:
- leerwerk overhoren
- my family (picture)
- present simple
- vooruitblik huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Lesson plan:
- leerwerk overhoren
(A, B, C, Stone 1)
- my family (picture)
- present simple
- vooruitblik huiswerk


Slide 3 - Diapositive

Lesson plan:
- leerwerk overhoren
- my family (picture)
- present simple
- vooruitblik huiswerk
timer
4:00

Slide 4 - Diapositive

Lesson plan:
- leerwerk overhoren
- my family (picture)
- present simple
- vooruitblik huiswerk

Slide 5 - Diapositive

Present Simple
- tegenwoordige tijd
- feiten en gewoontes

Slide 6 - Diapositive

Present Simple
  • Bij I, you, we, they gebruik je het hele werkwoord:
I walk to school.
you walk to school.
we walk to school.

  • Bij he / she / it komt er +s achter het werkwoord:
He walks to school.
She walks to school.

Slide 7 - Diapositive

SHIT!
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink

Slide 8 - Diapositive

present simple
He ..... (call) his boss.
A
call
B
calls

Slide 9 - Quiz

present simple
It ....... (start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 10 - Quiz

present simple
We often ........... (talk) about our holiday.
A
talk
B
talks

Slide 11 - Quiz

How about...
My mother
my mother = she

Dus daarom:

"My mother drinks coffee in the morning."

Slide 12 - Diapositive

My brother
A
She
B
He
C
We
D
It

Slide 13 - Quiz

My brother drinks coffee.
He drinks coffee.

Slide 14 - Diapositive

My sister and I
A
She
B
I
C
You
D
We

Slide 15 - Quiz

My sister and I drink coffee.
We drink coffee.

Slide 16 - Diapositive


Brian and Anna ...... (visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 17 - Quiz

present simple
He .......(walk) in the park.

Slide 18 - Question ouverte

present simple
I ..... (dance) at the party.

Slide 19 - Question ouverte

[s] + s ? Dan +es
  • Eindigt het werkwoord op een s-klank (oftewel: hoor je een -s) 
en moet daar nog een -s achter, dan komt er +es bij, zodat je het kunt uitspreken:

He watches Netflix.
(want: watchs is niet uit te spreken)

Slide 20 - Diapositive

+es
  • Je gebruikt ook +es bij de he/she/it-vorm van de werkwoorden 
to go + to do

He does his homework.
She goes to her grandmother every Monday.

Slide 21 - Diapositive

werkwoorden op -y
Staat er een -y aan het eind van een werkwoord en moet er +s bij, 
dan is de letter die voor de -y staat belangrijk:

klinker + y: geen probleem, de +s er kan erbij: 
He plays football.  (play)
medeklinker + y: verander de y in -ie. Daarna kan de +s erbij: 
He cries (cry)

Slide 22 - Diapositive

Jim (study) English.
A
study
B
studies
C
studys

Slide 23 - Quiz

My sister (say) it.
A
say
B
says
C
saies

Slide 24 - Quiz

We (play) a computer game.
A
play
B
plays
C
plaies

Slide 25 - Quiz

Don't forget:
De werkwoorden 'to be' en 'to have' heb je al gehad.
Die waren onregelmatig en die blijven onregelmatig.
'to be' en 'to have' gaan dus niet via de regels!

My mother (be) very nice.
My mother is very nice!
(en niet: be + s)

Slide 26 - Diapositive

Lesson plan:
- leerwerk overhoren
- my family (picture)
- present simple
- vooruitblik huiswerk

Slide 27 - Diapositive

Homework
- maak 1.2.A in Learnbeat
- maak opdr. 30, 31 en 32 in je boek
- herhaal de woorden van A, B, C
- herhaal Stone 1 (blz. 76)
- leer de grammatica present simple 

Slide 28 - Diapositive