1 c 4 octobre

• Frans
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Comment lire?

Bienvenue dans la classe

Brugklas - 1C -vendredi le quatre octobre

Afspraken

BINNEN=BEGINNEN
LESBOEK /LAPTOP  OP TAFEL

STILTE BIJ UITLEG

WATERFLES V/D LES

Rood = stilte bij uitleg / of in stilte werken

Les buts (lesdoelen)

• Ik haal de kern uit een tijdschriftartikel
  
• Ik gebruik leestips 
• Ik ken de woorden over  familie 

Au programme

• Uitleg programma en lesdoelen (5 min)
• Répétition - Lidwoorden / vocabulaire (quiz met 
  wisbordjes) (8 minuten)
• F - LIRE - uitleg & tips (2 min)
• Au travail F-LIRE - Maken  (20 min)
  
• Uitleg eerste SO - Boek + Teams 16 oktober  (5 min)
• La fin / Les devoirs ( 10 minutes)
  

Dat was ook huiswerk... 

Wisbordje

1.  1 bordje per twee personen

2. Je werkt in tweetallen

3. Als ik het vraag. Bordje omhoog! 
A B C D

Le chien est mignon

1. De hond is leuk / schattig
2. De kat is leuk schattig
3. De hond is weg
4. De hond is cool

Je suis à la plage

1. Ik ben bij de zee
2. Ik ben op het strand
3. Ik ben bij school
4. Ik ben in het zwembad

Kies de goede vertaling voor:
Een broer

1. Une frère
2. Un frère
3. Le frère
4. La frère

Vertaal On va à l'ecole

1. We gaan weg
2. We gaan naar school
3. Zijn gaan naar school
4. Ik ga naar school

In welke zin is het lidwoord niet correct

1. L'hôtel est près du gare
2. Les garçons sont à la plage
3. Un filles est dans la ville (stad)
4. Une fille est dans la ville (stad)

Un grand problème aujourd'hui

1. Een lastig probleem vandaag
2. Een groot probleem vandaag
3. Een groot probleem morgen
4. Een groot probleem gisteren

La petite fille

1. het kleine meisje
2. het grote meisje
3. de grote jongen
4. geen van drie goed

Vertaal. Een meisje is in de stad
Kies de juiste zin!

1. Un fille est dans la ville (stad)
2. Une fille est dans la ville (stad)
3. Un filles est dans la ville (stad)
4. Un fille est dans la villes (stad)

Vertaal.
Les chats sont dans la plage

1. De katten zijn in zee
2. De katten zijn op het strand
3. De katten in het gras
4. De kat is op het strand

Comment lire?

Hoe lees je een tekst in het Frans? Denk 1 minuutje na!
En schrijf dat op voor jezelf!

Comment lire?

• Bekijk de eerst de plaatjes
• Lees eerst globaal (titel, introductie, kopjes)
• Lees daarna regel voor regel. 
• Is het logisch? 
• Hulp? Blauwe balkjes, de woordenlijst einde hoofdstuk

Lire c'est comme zoomer 

F - LIRE

Wat? 

Fais ex. 23 / 24 (p.42 / 43)

Hoe?
Eerst alleen, daarna
checken in DUO'S
(fluistertoon)
Eerder klaar
Fais 25A

Bespreken 23 / 24

F - LIRE

Wat? 

fais: 25 et 26 (p.42 / 43)

Hoe?
Eerst alleen, daarna
checken in DUO'S
(fluistertoon)

Hulp?
Woordenlijst F (p.52)

Bespreken 25 / 26

Wat? 

fais: 25 et 26 (p.42 / 43)

Hoe?
Eerst alleen, daarna
checken in DUO'S
(fluistertoon)

Hulp?
Woordenlijst F (p.52)

Terugblik 

Welke leestips heb je geleerd?

Welke woorden over familie heb je geleerd?

Schrijf een paar steekwoorden op jullie bordje!

Wat heb je geleerd

Huiswerk 9 octobre

Vocabulaire:  Alle twee rijtjes van  E & F (p. 52)

Maak een stamboom / tekening van jouw eigen familie

Le père, la mère, frère, soeur, grande-père.  
Neem dat mee naar de les op 9 octobre