Flyer maken

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet een goede flyer aan voldoen?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

Je gaat deze les:

  • leren wat een flyer is
  • de eerste versie van je flyer schrijven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Promoten

Slide 4 - Carte mentale

=> Vraag de leerlingen hoe je zou kunnen promoten, ze mogen hun antwoord via hun Chromebook invullen. De ingevulde antwoorden verschijnen vervolgens in het woordweb. 

Antwoorden zouden kunnen zijn: poster ophangen, flyeren of door de brievenbus van huizen doen, op een locatie gaan staan om mensen aan te spreken, Facebook, Instagram of andere sociale media, enz. 

=> Bespreek de gegeven antwoorden en vraag vervolgens als ze bv gaan flyeren, waar ze dat dan gaan doen. Dit met als doel om na te denken om dit op een locatie te doen waar de doelgroep (veel) komt.
=> Laat leerlingen voorbeelden benoemen. 
Bv. kleuters bij een speeltuin, zwemactiviteit bij een zwembad, volwassenen bij een supermarkt, enz.

Voor de tentamenopdracht moet er een flyer gemaakt worden. 

Zorgen dat er deelnemers naar je activiteit komen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel en wie is het publiek van de flyer die je moet maken?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Advertentie / flyer
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen

Doel = overhalen / activeren, kom naar de open dag.

Publiek = toekomstige studenten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je een flyer?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorg voor een duidelijke boodschap!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorg voor een goede opbouw
A = Aandacht. Begin met de belangrijkste informatie, bijvoorbeeld de naam van het product of de dienst, of gebruik een goede foto. Hiermee trek je ook meteen de aandacht. 
P = Productinformatie. Je geeft informatie over je product of dienst. Zorg dat die duidelijk, correct en aantrekkelijk is.
A = Actie. Je maakt duidelijk wat de lezer wel of niet moet doen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

en Krachtig

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantrekkelijk

en

opvallend

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe maak je een flyer?
  1. Bedenk wat je over het onderwerp wilt zeggen (5w+h-vragen)
  2. Bedenk een leuke titel of slagzin
  3. Schrijf je tekst kort en krachtig op
  4. Verdeel de tekst over de hele bladzijde
  5. Zoek of maak een passende afbeelding
  6. Zorg voor een aantrekkelijke lay-out (grote/vetgedrukte letters
 voor belangrijke informatie, kleuren)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet er op een uitnodiging staan?
A
Wat, waar, waarom, wie, welke en hoe?
B
Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
C
Wat, welke waarom, wie, wanneer en hoe?
D
Wie, wat, waar, wanneer, waarom en welke

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet je op letten?
A
schrijven zonder fouten
B
schrijven zonder hoofdletters
C
schrijven met fouten
D
schrijven zonder nummers te zetten

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van flyers
  • Hierna volgen voorbeelden van flyers

  • Beantwoordt de volgende vragen:
  1. Wat valt je als eerste op? (positief of negatief)
  2. Wat spreekt je positief aan?
  3. Wat vind je minder en zou je zelf anders doen?

Slide 23 - Diapositive

We gaan een aantal flyers bekijken om erachter te komen wat aanspreekt en wat verstandig zou zijn om niet te doen. 

Leerlingen mogen op hun Chromebook of met pen en papier, per flyer de vragen beantwoorden, welke op deze dia staan. 
Hieruit kunnen ze een conclusie trekken en dit wordt klassikaal besproken. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goede flyer valt op door:
  • beeld- en kleurgebruik
  • tekst is kort, maar krachtig

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slogan = een zin die het publiek makkelijke onthoud. Hierdoor is het sneller te herkennen.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bespreken flyers
  1. Maak een lijst met welke jou het meest aanspreekt, en eindig met die je het minst aanspreekt 
  2. Welke spreekt je het meest aan en waarom?
  3. Welke spreekt je het minst aan en waarom?

  • Klassikaal bespreken + uitleggen waarom

  • Conclusie
timer
7:00

Slide 32 - Diapositive

Leerlingen kunnen individueel opdracht 1 t/m 3 gaan maken, op hun Chromebook of met pen en papier.
Hiervoor hebben ze 7 min. (gebruik hiervoor de timer)

=>Klassikaal de uitkomst gaan bespreken, niet elke leerling hoeft aan de beurt te komen. Met één beginnen en bekijken wie hetzelfde heeft en/of vindt en wie het daar juist helemaal niet mee eens is. 

Conclusie: wat is dus belangrijk om een goede flyer te maken?
Hier kan bv uitkomen:
kleurgebruik, grootte v/d tekst, lengte v/d tekst, afbeeldingen, etc. 
Flyer beoordelingscriteria

Slide 33 - Diapositive

De flyer wat gemaakt moet worden voor de tentamenopdracht moet aan de volgende criteria voldoen. 
=>De tabel bespreken.
  • Flyer | Leaflet
  • uitdeelbriefje
  • Papier te niet dun 
  • papiersoort- gestreken 
  • Formaat is A5 | A6 | A7
  • De flyer moet opvallen. Afbeelding + tekstueel:
  • Titel/slogan | Kern | Slot

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van een flyer?

a: overtuigen b: informeren c: amuseren d: overhalen
A
overtuigen
B
informeren
C
amuseren
D
overhalen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen behaald?
  • heb je inzicht gekregen in wat je wel of niet aanspreekt in een flyer?
  • weet je wat belangrijk is om een aantrekkelijke flyer te maken?
  • weet je wat de beoordelingscriteria zijn voor een flyer?

Slide 38 - Diapositive

Laat de leerlingen deze vragen beantwoorden om te checken of de lesdoelen behaald zijn. Dit kan klassikaal;
geef bij elke vraag een andere leerling de beurt. 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions