1. Van handwerk naar machine

1. Van handwerk naar machine
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1. Van handwerk naar machine

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat industrialisatie inhoudt.
  • Je kunt de belangrijkste oorzaken noemen van de industriële revolutie.
  • Je kunt uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie.

Slide 2 - Diapositive

De eerste fabrieken
Wanneer?
- tweede helft van de 18e eeuw
Wat? 
- fabrieken = hallen waarin machines stonden en daar stonden heel veel mensen/arbeiders bij die er aan werkten. 

Slide 3 - Diapositive

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 4 - Quiz

Wat is huisnijverheid?
A
Grote huizen met machines
B
werk in fabrieken
C
Thuis spinnen- en weven
D
Een speciale manier van stoffen spinnen

Slide 5 - Quiz

Bekijk de afbeelding ->

Welk begrip past het beste
bij deze afbeelding?
A
industrialisatie
B
huisnijverheid
C
beleggers
D
dienstensector

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
A
huisnijverheid, stoommachine, industrie, watermolens.
B
watermolens, huisnijverheid, industrie, stoommachine
C
watermolens, huisnijverheid, stoommachine, industrie
D
huisnijverheid, watermolens, stoommachine, industrie

Slide 7 - Quiz

Huisnijverheid
  • Door de bevolkingsgroei was er meer kleding nodig. Een kans voor de kleine  boeren om zo hun inkomsten aan te vullen. De werkzaamheden bestonden hoofdzakelijk uit weven en spinnen.  
  • Het thuis produceren van goederen noem je huisnijverheid.  Deze nam in de 18e eeuw sterk toe
  • De industriële revolutie maakte een einde aan deze groei

Slide 8 - Diapositive


Schietspoel
1733



  • Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
  • De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
  • De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.



Slide 9 - Diapositive


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 10 - Diapositive

Aantal oorzaken
  • Er kwam meer vraag naar katoen - prettiger dan wol 
  • Voor de mensen die nog thuis werkten kwam er te veel wol, de spinnewielen en weefgetouwen waren te simpel en te klein. 
  • De bevolking groeide enorm in deze tijd. 
  • Machines ontwikkelen die niet meer de hand worden aangedreven, maar door waterkracht. Die konden niet meer in je huis staan. 
  • Watermolens werden iets later vervangen door stoommachines

Slide 11 - Diapositive

Industriële revolutie 
De grote veranderingen door de komst van fabrieken, machines en stoomtreinen vanaf 1750 noemen we de industriële revolutie 

Slide 12 - Diapositive

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel

Slide 13 - Quiz

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 14 - Diapositive

Oorzaken Industriële revolutie
  • Verbeteringen in de landbouw--> meer voedsel --> bevolkingsgroei --> meer vraag naar producten
  • Daardoor meer vraag naar kleding
  • Engeland was rijk aan grondstoffen o.a. steenkool en katoen kwam uit de koloniën(Amerika)
  • Er werd gezocht naar manieren om productie te vergroten --> machines en waterkracht
  • Ondernemers verdienden veel geld en investeerden hun geld in betere machines en fabrieken

Slide 15 - Diapositive

Gevolgen van Industriële Revolutie
  •  We gaan van een agrarisch-stedelijke samenleving naar een industriële samenleving. Massaproductie wordt de norm. 
  • Er komen nieuwere vormen van transport. De infrastructuur werd uitgebreid. 
  • Urbanisatie: steeds meer mensen gaan in de stad wonen. De bevolking groeide in Engeland in 100 jaar van 6 naar 17,5 miljoen. 
  • Ontzettende luchtverontreiniging. 

Slide 16 - Diapositive

Moderne tijd
De gevolgen van de industrialisatie waren zo groot, dat we 1800 een nieuwe periode laten beginnen, de periode waarin wij ook leven: de moderne tijd. 

Slide 17 - Diapositive

Waarom moet de infrastructuur beter worden in de tijd?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Hoe goed ken je het nu? 

Slide 20 - Diapositive

Begin
Begin van de industriële revolutie

Slide 21 - Question de remorquage

Maak de juiste combinaties
Weefmachine
Spinnenwiel 
Landbouwsamenleving 
Kapitalisme 
Handwerkers
Fabrieken
Vóór de industriele revolutie
Ná de industriele revolutie

Slide 22 - Question de remorquage

8. Zet in chronologische volgorde:
Dit is een vraag over chronologiseren.
1
2
3
4
Agrarische Revolutie
Mensen trekken naar de stad
Industriële Revolutie in de rest van Europa
Industriële Revolutie in Engeland

Slide 23 - Question de remorquage

Oorzaak Industriele Revolutie 
Gevolg Industriele Revolutie 
Nieuwe werktuigen voor op het land 
verbeterde voedselvoorziening 
bevolkingsgroei 
huisnijverheid 
migratie naar de stad 
uitvinding machines 
Vervanging huisnijverheid door fabriekswerk 
Urbanisatie 

Slide 24 - Question de remorquage

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 25 - Quiz

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 26 - Quiz

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 27 - Quiz

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw

Slide 28 - Quiz

In welke beroepen begon de Industriële revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 29 - Quiz

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel

Slide 30 - Quiz