Start H. 3: Introductie!

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hallo Klas 1

Neem voor je blz. 30 en 31 van Tekstboek en

Werkboek blz. 42 en 43!

We verlaten

Het tijdvak van 

¨Grieken en Romeinen¨

3000 v.c - 500 n.c.

We gaan naar

Het tijdvak van Monniken en ridders

500-1000

Hoofdstuk 3: Monniken en ridders.

Welke doelen proberen we te bereiken

• Hoe kwam het Romeinse Rijk ten einde?

• Wie was Karel de Grote en wat is zijn betekenis   geweest?                               

Hier komt de uitleg....!

Kijk en luister

Nu aandachtig naar het verhaal van ¨Over het einde van het Romeinse Rijk¨

Het Romeinse rijk kwam ten einde!

Oorzaken verval

• Volksverhuizingen bedreigen de grenzen

• Romeinse leger was zwak

• Slecht bestuur en steeds verschillende keizers

• Plunderingen

Wat is er veranderd!

De groei van het Romeinse Rijk waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. 

Een nieuwe periode!

Van de

OUDHEID

naar de

MIDDELEEUWEN!

Vroege middeleeuwen!

Volksverhuizingen!

Aan het einde 

van de 8e eeuw veroverde Karel de grote een groot rijk!

Het Rijk van Karel de Grote!

Kaart van het Rijk!

Lees..

Het intro-verhaal

  op blz. 30 en 31 van tekstboek!

Blz. 30!

Blz. 31

Kijk en luister

Nu aandachtig naar het verhaal van Karel de Grote!

Maak

Nu netjes de vragen 1 tot en met 3 en de Voorkennis op blz. 42 en 43 werkboek!

Nu ook...

De vragen netjes nakijken en verbeteren.

Vraag 1 en 2.

Vraag 3.

Maak nu

zelfstandig de 

volgende 

vragen!

1. Karel de Grote woonde in Duitsland.
2. Hij hoorde bij de Franken.

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 is goed en 2 en fout
4. 1 is fout en 2 is goed

1. Karel werd in 900 koning
2. Karel werd ook tot keizer gekroond.

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 is goed en 2 en fout
4. 1 is fout en 2 is goed

Karel de Grote leefde in de tijd van

1. 0 - 500 n. C
2. 600 - 700 n.C
3. 500 - 600 n. C
4. 700 - 800 n.C

Karel de Grote gebruikte zijn leger om

1. oorlogen te winnen
2. zijn post rond te brengen
3. bewapende mannen op te tillen
4. om op zijn kinderen te passen

Voor zijn ridders was Karel de Grote de leenheer.

1. Goed
2. Fout

Graven en hertogen zijn voor Karel de Grote leenmannen

1. Goed
2. Fout

In 700 kroonde paus Karel de Grote tot keizer.

1. Goed
2. Fout

De leenheer beloofde de leenman met raad en daad bij te staan.

1. Goed
2. Fout

1. Het leenstelsel zorgde voor onrust in het land.
2. In 814 stierf Karel de Grote.

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 is goed en 2 en fout
4. 1 is fout en 2 is goed

Een leenman splitste vaak zijn land weer in kleinere stukken land in leen aan lagere edelen.

1. Goed
2. Fout

1.Na 814 vergaten de leenmannen hun eed van trouw.
2. Leenmannen gingen met elkaar vechten.

1. Beide zijn goed
2. Beide zijn fout
3. 1 is goed en 2 en fout
4. 1 is fout en 2 is goed

Vikingen zorgde na 814 voor rust in het rijk van Karel de Grote

1. Goed
2. Fout

Geef twee redenen waarom het Romeinse Rijk is gevallen?

Vertel in vijf zinnen in je eigen woorden wie Karel de Grote was?

Welke leerdoelen heb je bereikt!

• Hoe kwam het Romeinse Rijk ten einde?  ✔

• Wie was Karel de Grote en wat is zijn betekenis       geweest?   ✔