Food vocab Engels
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
morning
evening
afternoon
dinner
lunch
breakfast
Slide 3 - Question de remorquage
Crisps
Chips
Apples
Slide 4 - Question de remorquage
Wat is toast?
Slide 5 - Question ouverte
Welke 2 woorden passen bij het woord take aways?
__________________
A
een toetje
B
Afhaaleten
C
Culinair/ sjiek eten
D
Pizza
Slide 6 - Quiz
Waar kun je vegetable curry and rice kopen?
A
Italian restaurant
B
Indian restaurant
C
Spanish restaurant
D
Dutch restaurant
Slide 7 - Quiz
Wat zijn chips ook alweer?
Slide 8 - Question ouverte
Welke producten koop jij in de supermarkt?
( Engels)
( Engels)
Slide 9 - Carte mentale
Wat betekent vegetables?
A
vegetarisch
B
Vitaminen
C
groenten
D
boodschappen
Slide 10 - Quiz
Vegaterian
Vegetables
Slide 11 - Question de remorquage
Wat is een pasteitje in het Engels?
A
potatoes
B
vegetables
C
Pasteat
D
Yorkshire pudding
