Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
psychiatrie
Slide 1 - Diapositive
De geschiedenis van de psychiatrie
Maak groepjes van 3-4 studenten
Maak aantekeningen tijdens het filmpje
Maak 5 vragen over het filmpje wat je hebt gezien
Deze vragen stel je aan een andere groepen
Weten ze het antwoord?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Psychiatrie
Quiz
Slide 4 - Diapositive
Persoonlijkheidsstoornissen worden opgedeeld in vier clusters, te weten A, B, C en D.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Een overmatig gevoel van eigenwaarde, een zucht naar bewondering en aandacht en manipulerend gedrag passen bij....
A
afhankelijke
persoonlijkheidsstoornis
B
narcistische
persoonlijkheidsstoornis
C
gegeneraliseerde-angststoornis
D
schizofrenie
Slide 6 - Quiz
Iemand die manisch is heeft (een)
A
angststoornis
B
schizofrenie
C
stemmingsstoornis
D
persoonlijkheids-
stoornis
Slide 7 - Quiz
Draaglast is....
A
hoe je jouw leven: werk, school en privé in balans hebt
B
wat je in je leven aan leuke ervaringen krijgt
C
het totaal aan taken en verplichtingen dat iemand op zijn schouders heeft
D
alles wat je op een gezonde manier kunt hebben
Slide 8 - Quiz
Depressie is een...
A
Angststoornis
B
Persoonlijkheids-stoornis
C
Stemmingsstoornis
D
Eetstoornis
Slide 9 - Quiz
Waar/niet waar? Volgens de systeemtheorie is het ontstaan van psychiatrische stoornissen niet los te zien van de omgeving waarin de zorgvrager leeft en moet deze omgeving altijd bij de behandeling betrokken worden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Een ander woord voor bipolaire stoornis is...
A
depressie
B
manie
C
manisch depressieve stoornis
D
obsessief convulsieve stoornis
Slide 11 - Quiz
Iemand die hypochondrisch is heeft last van...
A
achterdocht
B
angst om een ernstige ziekte te hebben
C
angst om in sociale situaties te komen
D
stemmingswisselingen
Slide 12 - Quiz
Bij welke stoornis kan de zorgvrager in een sociaal isolement terecht komen?
A
Angststoornis
B
Schizofrenie
C
Depressie
D
A, B en C zijn juist
Slide 13 - Quiz
Ze gedragen zich volkomen hulpeloos en hebben alle eigen verantwoordelijkheden van zich afgeschoven.
Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager
Slide 14 - Quiz
Zorgvragers die alles als negatief ervaren, voortdurend kritiek uiten, hun gezondheid ondermijnen.
Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De verwarde zorgvrager
C
De regressieve zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager
Slide 15 - Quiz
Benoem alles wat je doet in eenvoudige, korte zinnen. Probeer wel op een volwassen manier te spreken.
Over welke zorgvrager gaat het hier:
A
De zwijgzame zorgvrager
B
De regressieve zorgvrager
C
De verwarde zorgvrager
D
De destructieve zorgvrager
Slide 16 - Quiz
De DSM-5 is een classificatiesysteem waarin psychiatrische stoornissen en...
Nare gebeurtenissen komen steeds terug in gedachten of dromen, dit valt voor de zorgvrager niet tegen te houden. Dit geef heftige emoties: bang, boos en/of verdrietig.
A
Paniekstoornis
B
posttraumatische stressstoornis
C
Sociale-angststoornis
D
Specifieke fobie
Slide 19 - Quiz
Er wordt van een ................... gesproken als er een duidelijk aanwijsbare lichamelijke oorzaak is
A
organisch-psychiatrisch ziektebeeld
B
münchhausen-‘by-proxy’-syndroom
C
somatische-symptoomstoornis
D
conversiestoornis
Slide 20 - Quiz
Iemand die zijn handen helemaal stuk heeft gewassen van het vele poetsen, heeft mogelijk een...