3.2 grammatica:voorzetselvoorwerp, bijw bepaling

Voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling
Welkom in deze digitale les
Fijn dat je er bent!
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling
Welkom in deze digitale les
Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Diapositive

In deze les leg ik uit
Wat nog eens het voorzetselvoorwerp is.
Hoe dat verschilt met de bijwoordelijke bepaling.
Welk huiswerk daarbij hoort.
En wat wij daarna verder gaan behandelen.

Slide 2 - Diapositive

Doel
Ik weet wat een voorzetselvoorwerp is.
Ik kan een voorzetselvoorwerp benoemen in de zin.

Ik weet wat een bijwoordelijke bepaling is.
Ik kan een bijwoordelijke bepaling benoemen in een zin.

Ik kan de vaste volgorde van ontleden uit mijn hoofd toepassen.

Slide 3 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp
een voorzetselvoorwerp is een zinsdeel dat begint met een vast voorzetsel.
Dit voorzetsel is nauw verbonden met een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord
voorbeeld werk woord: wachten op
voorbeeld bijv naamwoord: tevreden over

Slide 4 - Diapositive

uitlegvideo

hier volgt een uitlegvideo over het voorzetselvoorwerp verbonden met een werkwoord

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

uitlegvideo bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Verschil bijwoordelijke bepaling en voorzetselvoorwerp
  • Het voorzetsel van een b.w.b. kun je vaak vervangen door een ander voorzetsel, van een voorzetselvoorwerp kan dat niet.
  • Het voorzetsel van een b.w.b. heeft een betekenis, het geeft bijvoorbeeld een tijd aan.
  • In een enkelvoudige zin kunnen meerdere b.w.b. staan, maar slechts 1 voorzetselvoorwerp

Slide 9 - Diapositive

Opdrachten die je gaat maken
Learnbeat
3.2 D en E

Slide 10 - Diapositive

Vragen?
Je kan altijd vragen stellen tijdens de les
Je mag ook vragen stellen via de chat als deze je later pas te binnen schieten.

Succes, je kunt het!

Slide 11 - Diapositive