Oefenen voor de toets brandaan thema 2 Romeinen

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

Oefenen voor de toets brandaan thema 2 Romeinen

Germanen

Romeinen

Eenvoudige boerderijen

Kort haar en geen baard

Lange haren en baarden

legioenen

stammen

Noem twee tactieken van de Romeien

Germanen leefden van de

1. Landbouw
2. Handel
3. Steen
4. Klei

Germanen vochten .... tegen elkaar.

1. Weinig
2. Vaak

Romeinen bouwden huizen van.....

1. Klei
2. Steen
3. Stro
4. Takken

Romeinen maakten wegen voor ....

1. Het leger
2. De boeren
3. Omdat ze het leuk vonden
4. Omdat hun ouders dat hadden gezegd

Maak de zin af:
De grens van het Romeinse Rijk liep lang de rivier de .....

Maak de zin af:
De Romeinen noemden de grens de ..........

Maak de zin af:
De Romeinen bouwden langs de grens .....

Maak de zin af:
De legerplaatsen werden bewaakt vanuit de ......

Soldaten kregen een zware opleiding.

1. Waar
2. Niet waar

Na vijf jaar dienst kregen de Romeinse soldaten een stuk land.

1. Waar
2. Niet waar

Romeinen namen de gewoonsten van de Germanen over.

1. Waar
2. Niet waar

Romeinse soldaten woonden en werkten in een legerplaats.

1. Waar
2. Niet waar

Romeinen hadden veel discipline. Welke woorden horen bij discipline?

discipline

gehoorzamen

genieten

hard werken

luieren

veel oefenen

Bataafse mannen waren vaak soldaten in het Romeinse leger.

1. Waar
2. Niet waar

Bataven waren Romeinen in de Betuwe

1. Waar
2. Niet waar

Julius Civilis was een Bataafse Soldaat in het Romeinse leger.

1. Waar
2. Niet waar

Julius Cicilis was de leider van de Bataafse opstand.

1. Waar
2. Niet waar

Waar zou je een bataaf aan kunnen herkennen?

1. Aan zijn helm
2. Aan zijn schild
3. Aan zijn kleding
4. Aan zijn paard

Wat is de goede volgorde? 

1 = het is rustig in het Romeinse Rijk.

2

3

4

5

Er komen volksverhuizingen

De leiders in Rome maken ruzie

Het leger wordt minder sterk

De Romeinen gaan terug naar Italië