3.3 Hoe de aardas ons klimaat beïnvloedt

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

3.3 Hoe de aardas ons klimaat beïnvloedt

Doelen van de les

    Als je klaar bent met deze paragraaf dan:

- kun je uitleggen welke gevolgen de schuine stand van de aardas heeft voor dag en nacht op aarde.

- begrijp je waarom de schuine stand van de aarde invloed heeft op de seizoenen en de temperatuur op aarde.

 - weet je het verschil tussen pooldag en poolnacht.

- Weet je hoe je coordinaten afleest / plaatsbepaling kunt toepassen.
 

Programma

-opstarten

-uitleg

-oefenen

-uitleg

-werken

-afsluiting

Wat is het verschil tussen een woestijnklimaat en een steppeklimaat?

1. In een woestijnklimaat is het warmer
2. In een woestijnklimaat valt minder regen
3. Een woestijnklimaat heeft een natte en droge periode
4. In een woestijnklimaat is het kouder

Wat is het verschil tussen een landklimaat en een toendraklimaat

1. In een landklimaat valt meer regen
2. In een landklimaat zijn er grotere temperatuurverschillen
3. In een landklimaat is het warmer
4. In een landklimaat waait het harder

Per 1000 meter stijging wordt het ..?.. graden kouder

1. 0.6 graden
2. 6 graden
3. 60 graden

Maximum- en minimum temperatuur

Maximum temperatuur: hoogste temperatuur op een dag

Minimum temperatuur: laagste temperatuur op een dag

Deze worden gebruikt voor gemiddelde temperatuur per dag: 

Gemiddelde temp. = (max. temp. + min. temp.) / 2

Plaatsbepaling 

Vaardigheden: voor dat we verder kunnen moet je weten wat plaatsbepaling is.

• Lijnen die evenwijdig lopen aan de evenaar heten breedtecirkels of parallellen.
• Het deel van de aarde ten noorden van de evenaar, heet het noordelijk halfrond
• Het deel van de aarde ten zuiden van de evenaar, heet het zuidelijk halfrond
• De evenaar is de breedtecirkel van 0°.
• De noordpool ligt op 90° NB en de zuidpool op 90° ZB 
• De afstand van een plaats tot de evenaar noem je de geografische breedte.

• Lijnen die van de noordpool naar de zuidpool gaan heten lengtecirkels of meridianen.
• De nulmeridiaan loopt precies over het plaatsje Greenwich bij Londen.
• Het halfrond ten westen van de nulmeridiaan noemen we westelijk halfrond.
• Het halfrond ten oosten van de nulmeridiaan noemen we oostelijk halfrond.
• De afstand van een plaats tot de nulmeridiaan noem je geografische lengte

Kleur de meridianen en parralelen  7 minuten

Kleur in bron 4 de meridianen groen en de parallellen rood.

(bij vaardigheden)

Oefening plaatsbepaling

in tweetallen ga je aan de slag om in 20 minuten de volgende opdracht te maken aan de met behulp van de Bosatlas kaart:

Opdracht 3 en 4 vaardigheden

Seizoenen

De stand van de zon

Als de zon hoog staat, in de middag, is het warmst

In de avond is het het koudst. 

Dit komt omdat 's avonds de zonnestralen schuin vallen op het aardoppervlak -> dezelfde warmte voor een groter gebied

De aarde draait om haar eigen as, hier doet zij 24 uur over

De aarde draait ook om de zon, hier doet zij 365 en een kwart dagen over (een heel jaar)

Welke positie staat de aarde nu in?

Wat bedoelt hij met de 'satéprikker'?

Waarom is het tijdens de pooldag nog steeds koud op de polen; er is toch 24/7 zon?

aardas

Noordpool

noordelijk halfrond

evenaar

zuidelijk halfrond

Zuidpool

Als de aardas recht zou staan, zouden dag en nacht even lang zijn.

1. Juist
2. Onjuist

De scheve aardas is de oorzaak van de seizoenen.

1. Juist
2. Onjuist

Hoeveel graden staat de aardas scheef?

1. 3,5 graden
2. 13,5 graden
3. 23,5 graden
4. 33,5 graden

Hoe heet de denkbeeldige lijn die ten noorden van de evenaar loopt?

1. Evenaar
2. Steenbokskeerkring
3. Kreeftskeerkring
4. Aardas

Waar zorgt de scheefstand van de aardas voor?

1. dag en nacht
2. zomer en winter

Hoe heet de denkbeeldige lijn die ten zuiden van de evenaar loopt?

1. Evenaar
2. Steenbokskeerkring
3. Kreeftskeerkring
4. Aardas

Wat is de beste verklaring voor het mooie weer in de zomer?

1. In de zomer is de dampkring op ons halfrond dunner
2. In de zomer staat de aarde dichter bij de zon
3. In de zomer staat de zon hoger door de scheve aardas

Aan de slag

Ga aan de slag met de opdrachten van 3.3 op blz. 134 tm 137