Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.
De persoon is bijvoorbeeld eigenaar of maker van het genoemde: mijn fiets, haar tekening, hun huis
mijn- mein jouw- dein haar- ihr zijn - sein
ons\onze - unser
jullie-euer hun - ihr uw - Ihr
Het bezittelijk voornaamwoord vervangt het lidwoord dus:
Das ist ein Fahrrad. = Das ist mein Fahrrad
Das ist eine Schule = Das ist meine Schule