Nederlands Hoofdstuk 2 maken van de ik-vorm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Wat is de persoonsvorm?

1. Een persoon
2. Geen werkwoord
3. Altijd een werkwoord!
4. Een voltooid deelwoord

Wat is de persoonsvorm?

Het heeft niet zo kunnen zijn.

1. Het
2. zijn
3. kunnen
4. heeft

Wat is de ik-vorm?

1. Het woord dat in verleden tijd achter ik komt te staan.
2. het woord dat in tegenwoordige tijd achter ik komt te staan.

Wat is de ik-vorm van kijken?

1. kijk
2. kijkt
3. kijken

Wat is de ik-vorm van praten?

1. prat
2. praat
3. praten

Wat is de ik-vorm van niezen?

1. niez
2. niest
3. nies
4. niesd

De ik-vorm van verhuizen is...

1. verhuis
2. verhuiz

Wat is de ik-vorm van mailen?

1. mail
2. mailt
3. mailen
4. mailtje

Wat is de ik-vorm van struikelen

1. ik struikelt
2. ik struikel

-ik vorm van verraden

1. ik verraad
2. ik verraden

Wat is de ik-vorm van 'worden'?

1. word
2. wordt
3. worden

Wat is de ik-vorm van het werkwoord
WORDEN

1. Ik wordt
2. Ik wordd
3. Ik worde
4. Ik word

Wat is de ik-vorm van 'zappen'?

1. zapp
2. zappe
3. zap