Afl. 17: Verjaardag - De Nederlandse Taalshow Televisie

• ANT2
• Alfabetisering NT2
• +1
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2,3

De Nederlandse Taalshow Televisie - Aflevering 17

 Verjaardag

kijken & luisteren, foto's maken / woorden of zinnen schrijven / quiz

Doelen

• Ik leer woorden over feest.
• Ik leer praten over feest.

• Ik kan een eenvoudige verjaardagskaart schrijven.
• Ik kan samenwerken en een feestmiddag organiseren.

de slinger

de slingers

1. 
2. 
3. 
4. 

de feesthoed

de feesthoeden

1. 
2. 
3. 
4. 

de feesttoeter

de feesttoeters

1. 
2. 
3. 
4. 

de ballon

de ballonnen

1. 
2. 
3. 
4. 

het cadeau

de cadeaus

1. 
2. 
3. 
4. 

de confetti

1. 
2. 
3. 
4. 

de kaart

de kaarten

1. 
2. 
3. 
4. 

de taart

de taarten

1. 
2. 
3. 
4. 

de verjaardagskaars

de verjaardagskaarsen

1. 
2. 
3. 
4. 

het boeket

de boeketten

1. 
2. 
3. 
4. 

het spel

de spellen

1. 
2. 
3. 
4. 

de vaas

de vazen

1. 
2. 
3. 
4. 

dansen

1. 
2. 
3. 
4. 

geven

1. 
2. 
3. 
4. 

krijgen

1. 
2. 
3. 
4. 

gefeliciteerd

1. 
2. 
3. 
4. 

zingen

1. 
2. 
3. 
4. 

feesten

1. 
2. 
3. 
4. 

muziek maken

1. 
2. 
3. 
4. 

(kaarsen) uitblazen

1. 
2. 
3. 
4. 

schrijven

1. 
2. 
3. 
4. 

drinken

1. 
2. 
3. 
4. 

opruimen / schoonmaken

1. 
2. 
3. 
4. 

eten

1. 
2. 
3. 
4. 

00:28

Welke woorden ken jij al die horen bij verjaardag? 

Verstuur 5 woorden over jarig zijn. Meer mag altijd.

Denk aan de woorden die je net hebt geoefend.

de verjaardagskaart

Hallo ... ,

Gefeliciteerd met je verjaardag!

Vandaag kan ik je niet bezoeken. Zaterdag kom ik graag naar je toe om het te vieren en taart bij je eten. Hoe laat kan ik komen?

Groeten, ...

Aan wie? (naam ontvanger),

Je bericht (wat je wilt zeggen).

___________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Van wie? (jouw naam)

Aan wie? (naam ontvanger)

Straat + huisnummer

Postcode + Plaats

Zet met het oogje de slide aan die je nodig hebt voor de instructie.

  In het kaartje schrijf je:

  Aan wie? (naam ontvanger),

  Je bericht (wat je wilt zeggen).

____________________________________________________________________________________________________________________

  

  Van wie? (jouw naam)

  Op de envelop schrijf je:

  Aan wie? (naam ontvanger)

  Straat + huisnummer

  Postcode + Plaats

De dubbele kaart

Zet met het oogje de slide aan die je nodig hebt voor de instructie.

Conchita was dus jarig. Schrijf (hier) een verjaardagskaartje voor Conchita.
De volgorde van boven naar beneden.
1. Aan wie stuur je de kaart? Wat schrijf je dan?
2. Wat je wilt zeggen/vragen. Schrijf het op.
3. Van wie komt de kaart? Wat schijf je dan?
Let op, schrijf zinnen met hoofdletters en leestekens.

Hoe leuk is deze les van
De Nederlandse Taalshow Televisie?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat heb je geleerd?

Hier kun je vragen stellen.
Heb jij een vraag?