Cultuureducatie Enschede
(Ondersteunend) lesmateriaal bij culturele educatieve Enschedese activiteiten.

De Filmfabriek, gr 1/2, les 1 Verhaal

GROEP 1/2
LES 1: Verhaal

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidNederlands+2BasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Introductie

Beste leerkracht! Samen ga jij, met jouw klas een korte film maken. In deze serie met lessen krijgen jij en jouw klas stap voor stap uitgelegd wat er bij het maken van een film komt kijken. De serie bestaat uit negen lessen. In elke les wordt een onderwerp uitgelegd via voorbeeldfilmpjes, diverse oefeningen en opdrachten. Alle onderwerpen vanuit het filmproces komen aan bod zoals bijvoorbeeld: het verhaal van een film, hoe werkt het voor en achter de camera? Als afsluiting wordt de film en het filmproces met de leerlingen besproken. De LessonUp leidt je door de les heen.

Instructies

In deze eerste les ga je met de leerlingen een verhaal bedenken. Heel belangrijk is dat het een kort verhaal is wat haalbaar is om te maken. Dus het verhaal speelt zich dan af rondom en/of in de school. Dan kan zijn in de klas, in de bibliotheek, de wc, de gymzaal, het schoolplein, de straat. De spullen, (de props) die nodig zijn in de film moeten voorhanden zijn. Willen de leerlingen een verhaal met een levende olifant, dan weet je al dat dat niet haalbaar is. Een hele grote koffer is hoogst waarschijnlijk niet aanwezig op school maar is wel haalbaar, omdat 1 van de leerlingen die mee kan nemen vanuit huis. 

Benodigdheden: 
- Digibord met geluid, verbonden met het internet
- LessonUp-les ‘De Filmfabriek, les 1-VERHAAL groep 1-2
- Begrippenlijst verhaal
- Werkblad verhaal
- Werkblad Basisverhalen

Lesinhoud:
- Verkenning: Inhoud en introductie van de les(sen)
- Informatie: Theorie over het verhaal

Leerdoelen:
A. Beleven
Maakt kennis met verschillende soorten films en filmmakers. 
B. Verwoorden
Beschrijft in eenvoudige taal wat hij ziet en hoort. 
C. Onderzoeken
Vertelt wat er op het gebied van het verhaal wordt waargenomen.
D. Reflecteren
Vertelt in eenvoudige woorden wat hij van de film vindt. 
E. Creëren
Experimenteert onder begeleiding en aan de hand van voorbeelden met eenvoudige narratieve elementen (bv. volgorde begin-midden-einde van een verhaal).

Een verhaal bestaat vaak uit drie onderdelen.
1. Begin – Over wie gaat het en waar speelt het zich af?
In het begin worden de hoofdpersonen voorgesteld, met vaak elk hun doel (droom of wens). Het wordt duidelijk waar het verhaal zich afspeelt (locatie en tijdsperiode, bijv. in het bos, de middeleeuwen, etc.) en wat de sfeer van de film is (spannend, grappig, etc.). 

2. Midden – Wat gebeurt er en waarom? 
In het midden wordt de goede hoofdpersoon vaak tegengewerkt door de slechterik. Soms moet de goede hoofdpersoon wat oplossen of onderzoeken, om zijn/haar droom of wens uit te kunnen laten komen. In het midden is het vaak nog onduidelijk of het zal lukken. Dit maakt het verhaal spannend. 

3. Eind – Hoe loopt het af? 
In het eind wordt duidelijk of de hoofdpersonen hun dromen of wensen hebben vervuld. Dat bepaalt of het verhaal goed of slecht afloopt. 

Opdracht 1:
Bedenk met de hele groep een kort verhaal voor de eigen film. Bedenk eerst een onderwerp van het verhaal. Werk het onderwerp vervolgens uit tot een verhaal aan de hand van de volgende punten. (Je kunt dus Klassikaal een verhaal bedenken naar aanleiding van bijvoorbeeld een titel of een korte tekst.)

Wie? 
Wie zijn de hoofdpersonen van het verhaal? Zijn er nog andere personages? Zo ja, wie zijn dat?

Wat? 
Wat maken de hoofdpersonen mee in het verhaal? Wat gebeurt er?

Waar? 
Waar speelt het verhaal zich af? Bijv. binnen (in een school of woonkamer) en/of buiten (in een bos of stad).

Waarom? 
Waarom doen de personages bepaalde dingen? 

Hoe? 
Hoe lost het verhaal op?

Aan het uitwerken van het verhaal kan t/m les 6 gewerkt worden. Het verhaal hoeft in deze les dus nog niet helemaal af te zijn. In deze les wordt vooral de basis van het verhaal verzonnen. 

Ter inspiratie:
Lees met de kinderen de voorbeeldverhalen in het werkblad verhalen. Deze verhalen kun je gebruiken als basis voor het filmverhaal, waarbij de leerlingen de details kunnen bedenken.  Daarnaast zou je ook de volgende uitgangspunten voor het verhaal kunnen gebruiken. 

1. Is er een thema of een project in de klas gaande waar het filmverhaal over kan gaan? 
2. Is er een boek waarbij het verhaal als inspiratie kan dienen voor de film?

Als het verhaal bedacht is kunnen de kinderen een tekening van het verhaal maken. Als leerkracht kun je het verhaal uit schrijven en dat in de verschillende onderdelen van het lesprogramma weer voorlezen.  Hierdoor leren de kinderen het verhaal goed kennen. Ook kan het verhaal tijdens elke les weer bijgeschaafd en verbeterd worden. 

Begippenlijst:

Onderdelen in deze les

GROEP 1/2
LES 1: Verhaal

Slide 1 - Tekstslide

Vertel dat jullie een les gaan doen uit ‘De Filmfabriek’.
hoihoi
Vraag
Informatie
Opdracht
Kijk
Benodigdheden
Tip

Slide 2 - Tekstslide

 Behandel de betekenissen van de pictogrammen, die in de lessen voorbij zullen komen.
2
Storyboard
3
Reclame
4
Acteren
5
Art direction
6
Muziek en geluid
7
Filmen
8
Montage
1
Verhaal

Slide 3 - Tekstslide

Vertel dat jullie in 8 lessen gaan werken aan het maken van een eigen korte speelfilm en bespreek kort
wat er in elke les aan bod komt. Vertel dat jullie nu les 1 gaan doen (verhaal voor de film bedenken)

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Elke film begint met een verhaal. 
Er was eens....... een vogel. Vogel zorgt goed voor zijn blaadjes aan de boom. Dan kom rups op bezoek en die heeft heel veel zin in die lekkere blaadjes. Hoe dit verhaal afloopt zien jullie op de volgende slide in de film: De kleine vogel en de rups.
Er was eens...

Slide 5 - Tekstslide

Elke film begint met een verhaal. In de groep kun je met de kinderen bespreken welke films zij ooit hebben gezien. Over wie ging de film? Waar ging de film over? En hoe liep de film af? Werd je  vrolijk van de film of juist verdrietig?

Slide 6 - Video

Vertel dat een verhaal altijd uit drie delen bestaat:  
-Het begin-Over wie gaat het en waar speelt het zich af?
- Midden – Wat gebeurt er en waarom?
- Eind – Hoe loopt het af?
Leg eventueel aan de hand van ‘Roodkapje’ uit wat het begin, midden en eind is van het sprookje. Of laat de leerlingen dit vertellen.
Begin
Over wie gaat deze film?
Midden
Wat gebeurt er in het midden van de film?
Eind
Loopt de film goed of slecht af? 

Slide 7 - Tekstslide

Begin:
De film gaat over Vogel die zijn groene blaadjes aan een tak verzorgt.

Midden:
Rups komt eraan en eet de blaadjes op. Hij is een echte veelvraat. Zowel Vogel als Rups vallen van de tak. Ze maken een spannende reis en Vos jaagt op Vogel. 

Eind:
Rups verandert in een vlinder en helpt Vogel om Vos weg te jagen.

Vraag
Weten jullie waar de vogel naar kijkt?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Vogel kijkt naar een 'pop' een soort huisje waaruit zoals je kunt zien een hele mooie vlinder komt!


Slide 9 - Tekstslide

Eventueel het antwoord aanvullen met: Een vlinder legt eitjes. Uit die eitjes komen larven. Larven worden rupsen. Rupsen eten heel veel en net zoals jullie groeit hij uit zijn lijf. Na vier keer is dat wel genoeg en dan gaat hij bouwen aan zijn cocon. Dat noem je ook wel een pop. Na een paar weken komt uit die pop weer een hele mooie vlinder.
Weten jullie nog hoe het verhaal in de film ging? Kunnen jullie de plaatjes in de juiste volgorde zetten?
Als je op de plaatjes klikt kun je ze groter bekijken

Slide 10 - Sleepvraag

De volgorde is:

B: Vogel verzorgt zijn tak
C: Rups komt op bezoek en eet alle blaadjes op
A: Rups is een vlinder geworden en komt op bezoek bij Vogel
Verhaal verzinnen
Jullie weten nu hoe een verhaal verloopt. Elk verhaal heeft een begin, een midden en een eind. Daarom gaan jullie met meester of juf zelf een verhaal bedenken. En wat heel leuk is, van dit verhaal gaan jullie een film maken. 
Bijlage 1 werkblad
Bijlage 2 basisverhalen
Begin
1. Over wie gaat de film? 
2. Waar speelt het zich af? 


Midden
1. Wat gebeurt er?


Eind
1. Hoe loopt jullie verhaal af? 


Slide 11 - Tekstslide

Om de fantasie te prikkelen kun je een aantal voorbeelden noemen. Ook kun je gebruik maken van de basisverhalen in de bijlage

Begin:
Gaat jullie verhaal over een school? Of gaat het verhaal de juf of over een inbreker, of .......
Midden:
Komt er een nieuw meisje of jongetje in jullie groep? Wordt de directeur van de 
school ontvoerd? Of worden opeens alle kinderen in de groep ziek? Of is er iemand jarig?
Eind:
Vinden jullie de juf opgesloten in een kast? Komt de dokter langs en maakt die alle kinderen beter? Of komt vader of moeder langs met iets lekkers? 

Op de volgende slide is een timer, die kun eventueel aanzetten. Dan zien de kinderen hoeveel tijd ze hebben. 
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik de tijd om samen een verhaal te bedenken. 
Verhaal
Met z'n allen een verhaal bedenken. Hoe vonden jullie dat? 
Verhaal
Wie kan het verhaal in het kort vertellen? Ga staan zodat iedereen je goed kan horen.
Het verhaal in drie vragen
Begin: Wie komen er in het verhaal voor?
Midden: Wat gebeurt er in het verhaal?
Eind: Hoe loopt het verhaal af?

Slide 13 - Tekstslide

Verhaal:
Samen een verhaal bedenken. Was het moeilijk? Of vonden jullie het juist heel leuk? 

Hebben jullie een mooi verhaal bedacht? Is het een spannend verhaal of is het juist een heel grappig verhaal?

Gemaakt door: 







Gefinancierd door:
Met dank aan:

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies