Hulp zoeken
1 / 9
Lesduur is: 30 minIntroductie
Thema 5
Blijf er niet mee zitten:
Hulp zoeken
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke online hulpdiensten ken je?
Blijf er niet mee zitten
Slide 4 - Woordweb
Vraag de leerlingen welke online hulpdiensten ze kennen. Via hun device mogen ze net zoveel hulpdiensten invoeren als ze willen.
Sluit vervolgens de invoer en bekijk welke antwoorden er gegeven zijn. Bespreek de antwoorden kort.
Heb je weleens online gezocht naar hulp?
Slide 5 - Poll
Introduceer het thema ‘hulp vragen bij problemen’.
Houd open om welke problemen het gaat. Het mag gaan over specifieke online problemen, zoals shame-sexting of cyberpesten, maar ook over andere problemen, zoals anorexia of scheidende ouders.
Zeg dat het begrijpelijk is als je (al dan niet online) wilt zoeken naar hulp als je ergens mee zit, omdat je niet álle problemen altijd wilt delen met je ouders of je vrienden. Vraag wie dat herkent. Wat voor situaties kun je je daarbij nog meer voorstellen?
Het is dus niet raar om hulp te zoeken. Vertel dat er op school een vertrouwenspersoon is (en wie dat is), die – het woord zegt het al – met jou in vertrouwen kan spreken. Alleen als je in gevaar bent, zal deze persoon er iemand anders bijhalen als dat nodig is.
Stel de vraag wie er wel eens online gezocht heeft naar hulp. Leerlingen hoeven natuurlijk niet te vertellen om welk probleem het ging. Hebben ze tips voor de rest van de klas? Waar kun je als tiener online hulp vinden? Inventariseer wat de leerlingen noemen en schrijf het op het bord.
Slide 6 - Tekstslide
Vraag de leerlingen om (online) te gaan zoeken naar plekken waar je als tiener veilig om hulp kunt vragen. Geef de opdracht om zelfstandig te werken en een eigen lijstje te maken met behulp van het werkblad bij deze les.
Laat ze voor zichzelf een probleem bedenken, en daar hulpdiensten bij zoeken. Laat ze bij elke dienst die ze vinden, de volgende gegevens noteren:
- de naam van de hulpdienst;
- voor welke hulp je er terecht kunt;
- of je kunt bellen, chatten en/of mailen;
- eventuele openingstijden;
- of je voor de dienst moet betalen of niet;
- of er een betrouwbare organisatie achter zit.
Wat de laatste vraag betreft: als het een bekende naam is, zoals de Kindertelefoon of de politie, dan kun je natuurlijk blind ‘ja’ antwoorden. Maar als je de naam niet kent, kijk je eerst bij ‘Over ons’ of een vergelijkbaar menu-item. Vervolgens kun je online zoeken wat mensen erover zeggen, of deze hulpdienst gunstig of ongunstig in het nieuws is geweest, etc. Besteed er (in deze les) niet ál te veel tijd aan, en zeg anders: “weet ik nu even niet”.
Bespreek de resultaten kort. Vraag of de leerlingen iets nieuws ontdekt hebben. Vraag of ze een favoriete plek voor hulp hebben. Vraag ook naar het soort problemen waar tieners online hulp bij kunnen krijgen.
Met wat voor vragen kunnen jongeren online terecht?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Neem alle lijsten (werkbladen) met hulpdiensten in en kondig aan dat u een samenvattend overzicht maakt van alle gevonden betrouwbare hulpsites dat u de volgende les zal uitdelen (digitaal of op papier). Als er onbetrouwbare sites op de lijsten van de leerlingen staan, of als er juist heel betrouwbare sites ontbreken, dan komt u daar later op terug om dat met de klas te bespreken.
Maak ten slotte het overzicht dat u de volgende les gaat uitdelen om mee naar huis te nemen. Het overzicht bevat:
- de instanties die genoemd worden op het werkblad voor de docent (zie het eind van deze les);
- aangevuld met de (betrouwbare) instanties waar de leerlingen mee kwamen;
- en aangevuld met informatie over hulp die de leerlingen op of via school kunnen krijgen.
Slide 9 - Tekstslide
Help ons de lessen verbeteren.
Geef uw feedback op De InternetHelden door een paar korte vragen te beantwoorden.