Economie voor vmbo
lessen voor de dagelijkse praktijk

Behoeften

BEHOEFTEN
& WELVAART
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

In deze les leer je waar het vak economie over gaat.

Onderdelen in deze les

BEHOEFTEN
& WELVAART

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze les leer je wat economie is:
 
  • je kunt het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften;
  • je kunt uitleggen wat schaarste is en waarom je prioriteiten moet stellen;
  • je kunt uitleggen wat het verschil is tussen welvaart en welzijn;
  • je kunt voorbeelden noemen van vrije goederen;
  • je kunt uitleggen wat zelfvoorziening betekent, en voorbeelden geven.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij economie?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Noem een ander voorbeeld dan genoemd in de video van primaire behoeften en secundaire behoeften.

Slide 5 - Open vraag

Wat vind jij belangrijk, waar geef jij het meeste geld aan uit? Geef ook aan of het een primaire of secundaire behoefte is.

Slide 6 - Open vraag

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Televisie
Bed
Groente
Auto
Opleiding
Benzine

Slide 7 - Sleepvraag

Behoeften verschillen door:
  • budget (hoeveel heb je te besteden)
  • leeftijd
  • geslacht
  • de invloed van vrienden en klasgenoten
  • de invloed van familie
  • de invloed van reclame

Slide 8 - Tekstslide

Middelen
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 9 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten waarmee je in je behoefte kunt voorzien.

Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee, zoals een fiets.
Verbruiksgoederen raken op, zoals voedsel of shampoo.

Slide 10 - Tekstslide

Vrije goederen
Vrije goederen zijn tegenovergesteld aan schaarse goederen. Iedereen mag er gebruik van maken, zonder er voor te hoeven betalen.

Voorbeelden: zonlicht, wind, zeewater.

Slide 11 - Tekstslide

Diensten
Activiteiten waarmee je in iemands behoeften voorziet, zoals bediening in een restaurant of het knippen van iemands haar.

Slide 12 - Tekstslide

Producten
Goederen en diensten noem je producten.

Als we over producten praten, kunnen dit dus zowel goederen als diensten zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Prioriteiten
Je kunt niet in al je behoeften voorzien doordat middelen schaars zijn. Je moet keuzes maken.

Bepalen wat je het belangrijkste vindt, noem je prioriteiten stellen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn ...
A
de noodzakelijke behoeften.
B
de luxe behoeften.

Slide 16 - Quizvraag

Het hebben van een fiets is een ...
A
primaire behoefte.
B
secundaire behoefte

Slide 17 - Quizvraag

voorbeeld secundaire behoeften

Slide 18 - Woordweb

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 19 - Sleepvraag

voorbeeld vrije goederen

Slide 20 - Woordweb

'Prioriteiten stellen' betekent...
A
kiezen wat je het leukst vindt
B
kiezen wat je het meest belangrijk vindt
C
kiezen wat je het lekkerst vindt
D
kiezen wat je het minst leuk vindt

Slide 21 - Quizvraag

Wat is zelfvoorziening?

Slide 22 - Open vraag

Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?

Slide 23 - Open vraag

Hebben we in Nederland een hoge of lage welvaart en waarom?

Slide 24 - Open vraag

Begrijp je alles wat er net is uitgelegd?
(100 is alles, 0 is niks)
0100

Slide 25 - Poll

Noteer je vragen die je nog hebt.

Slide 26 - Open vraag

Vind je de lesstof nog lastig? Bekijk dan de extra uitleg in de volgende video's.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video