Economie voor vmbo
lessen voor de dagelijkse praktijk

Internationale handel

INTERNATIONALE HANDEL
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Introductie

Je leert dat internationale handel belangrijk is voor de concurrentiepositie van ons land. Je leert wat wisselkoersen voor effect hebben op de import en export.

Onderdelen in deze les

INTERNATIONALE HANDEL

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert dat internationale handel belangrijk is voor de concurrentiepositie van ons land. Je leert wat wisselkoersen voor effect hebben op de import en export.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

3

Slide 4 - Video

01:28
Import of export?
Ik ben op vakantie in Frankrijk.

A
import
B
export

Slide 5 - Quizvraag

01:28

Import of export?
DSM verkoopt plastic aan een bedrijf in Duitsland.
A
import
B
export

Slide 6 - Quizvraag

01:55
Juist of onjuist?
De handelsbalans is hetzelfde als de goederenbalans.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

wederuitvoer
Nederland voert ook producten in die vervolgens doorverkocht worden aan het buitenland, dit heet doorvoerhandel of wederuitvoer.

Slide 8 - Tekstslide

saldo op de handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans.

Slide 9 - Tekstslide

open economie
Nederland heeft een open economie. Dat wil zeggen dat er veel gehandeld wordt met het buitenland.

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote. Bij een hoge quote spreken we van een open economie. Bij een lage hebben we te maken met een gesloten economie.

Slide 10 - Tekstslide

Importquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt uitgegeven aan import
Exportquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdiend) dat wordt verdiend met export

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het nationaal inkomen?

Slide 12 - Open vraag

Import- en exportquote

IMPORTQUOTE:

de totale invoerwaarde : het nationaal inkomen x 100

EXPORTQUOTE :

de totale uitvoerwaarde : het nationaal inkomen x 100

Slide 13 - Tekstslide

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote.

Slide 14 - Open vraag

gevolgen internationale handel
  • inkomen
  • werkgelegenheid
  • welvaart

Slide 15 - Tekstslide

internationale concurrentiepositie
Een goede internationale concurrentiepositie voor Nederland betekent dat we een goede kwaliteit aan producten aan het buitenland leveren, tegen een lage prijs.

Slide 16 - Tekstslide

invloed van wisselkoeren
De wisselkoersen van vreemde valuta hebben invloed op de internationale handel. Vooral de dollarkoers is belangrijk. Veel goederen worden in Amerikaanse dollars afgerekend.

Voor het leren rekenen met wisselkoersen, kun je de LessonUp wisselkoersen doen.

Slide 17 - Tekstslide

Als de wisselkoers van de euro daalt,
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter.
B
beter.

Slide 18 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Tekstslide

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China.
B
Duitsland koopt van Nederland.
C
Brussel koopt van Londen.
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven.

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voordeel van import voor de Nederlandse consument?
A
meer keuze in goederen en diensten
B
minder keuze in goederen en diensten

Slide 21 - Quizvraag

Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.

Slide 22 - Quizvraag

Een voordeel van meer export is ...
A
dat de inkomens stijgen.
B
dat de inkomens dalen.

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn vreemde valuta?

Slide 24 - Open vraag

Als de wisselkoers van de euro stijgt, dan ...
(twee antwoorden zijn goed)
A
wordt de euro duurder voor het buitenland.
B
dan wordt de euro goedkoper voor het buitenland.
C
is de euro meer waard in het buitenland.
D
is de euro minder waard in het buitenland.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe beïnvloedt de wisselkoers van de euro onze import en export?

Slide 26 - Open vraag

Als je de lesstof lastig vindt, bekijk dan de extra uitleg in de volgende video's.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video