In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Introductie
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat afschrijving is.
Je kunt de afschrijvingskosten berekenen.
Onderdelen in deze les
AFSCHRIJVING
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat afschrijving is.
Je kunt de afschrijvingskosten berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Afschrijving
Waardevermindering van kapitaalgoederen: de investeringen in kapitaalgoederen worden elk jaar minder waard.
Slide 3 - Tekstslide
Afschrijvingskosten berekenen
Formule:
(aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
Slide 4 - Tekstslide
Een voorbeeld
Een ondernemer koopt 2 zaagmachines voor elk € 2.500. Hij gaat er vanuit dat deze machines 5 jaar mee gaan en een restwaarde hebben van € 500.
Bereken de totale afschrijving per jaar.
2.500 - 500 = 2.000
2000 : 5 = 400
2 machines : 400 x 2 = 800
Afschrijving per jaar is € 800 voor beide machines.
Slide 5 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Slide 6 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat afschrijving betekent.
Slide 7 - Open vraag
Wat is de formule voor het berekenen van de afschrijvingskosten per jaar?
A
restwaarde : gebruiksduur
B
bedrijfsduur : aanschafwaarde
C
restwaarde : bedrijfsduur
D
(aanschafprijs - restwaarde) : gebruiksduur
Slide 8 - Quizvraag
Een onderneming koopt een bestelwagen voor € 30.000 en gaat deze 3 jaar gebruiken. Daarna is de bestelwagen niks meer waard. Hoeveel bedragen de afschrijvingen per jaar?
A
€ 10.000
B
€ 90.000
Slide 9 - Quizvraag
Karlijn koopt een bestelauto voor haar bedrijf voor € 12.900. Na 4 jaar wil ze hem inruilen, de restwaarde is dan € 3.150. Wat is de afschrijving per jaar?
Slide 10 - Open vraag
2De aanschafwaarde van Brians nieuwe computer is € 1.200. Hij wil hem 4 jaar gebruiken. Na 4 jaar verwacht hij er nog € 400 voor te krijgen. Wat is de afschrijving per jaar?