Eieren voor je geld
Economie voor bovenbouw kader & mavo (VMBO)

5.1 Aan de slag!

3 KADER
5.1 Aan de slag!
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3 KADER
5.1 Aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord WERK?

Slide 2 - Woordweb

Lesdoelen 5.1

- Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?

- Welke soorten banen zijn er mogelijk?

- Wat doet de wet om jou als werknemer te beschermen?



Slide 3 - Tekstslide

Waarom werken juist vrouwen veel deeltijd?

Slide 4 - Open vraag

Deeltijd of voltijd?
Deeltijdbaan of parttimebaan:
- Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
- Je kunt wel gewoon in vaste dienst zijn.

Voltijdbaan of fulltimebaan:
- Je werkt het volledige aantal uren.
- circa 36 uur

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Arbeidsovereenkomst
    Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen werknemer en werkgever. Hierin staan afspraken over de werkzaamheden, de beloning en de werktijden.

    Slide 7 - Tekstslide

    Slide 8 - Video

    CAO

    Collectieve arbeidsovereenkomst: Afspraken tussen werkgever en vakbonden over de arbeidsvoorwaarden van een grote groep werknemers

    Slide 9 - Tekstslide

    Wat is een CAO?

    Slide 10 - Open vraag

    Geschoold of ongeschoold?
    Geschoold = opleiding nodig

    Ongeschoold = geen opleiding nodig

    Slide 11 - Tekstslide

    Vast, tijdelijk of flexibel
    Vast = onbepaalde tijd 
    Tijdelijk = voor een afgesproken periode (meestaal een jaar)
    Flexibel = werken als je baas werk voor je heeft (= uitzendwerk of oproepkracht)

    Slide 12 - Tekstslide

    Vakbond
    Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.

    Slide 13 - Tekstslide

    Er zijn 2 soorten arbeidsvoorwaarden:
    PRIMAIRE arbeidsvoorwaarden:
    Dit zijn de hoofdzaken die je afspreekt: loon- en werktijden (waaronder ook pensioen en vakantieregeleling).

    SECUNDAIRE arbeidsvoorwaarden:
    De overige voorwaarden zoals studiemogelijkheden, onkostenvergoeding, verlofregeling, auto van de zaak, etc.

    Slide 14 - Tekstslide

    Brutoloon

    Loon wat je werkgever aan jou betaalt. Inclusief premies en belastingen.
    Nettoloon

    Loon wat je ontvangt. Exclusief premies en belastingen.

    Slide 15 - Tekstslide

    Belasting en premies

    Stel je verdient €3.600.

    De inhoudingen voor belasting en premies zijn:

    Loonbelasting €860 en premies €420.


    Wat houd je dan netto over?

    Slide 16 - Tekstslide

    Belasting en premies

    Brutoloon:                        €3.600

    Loonbelasting                €     860 -

                                                   €2.740

    Premies                              €    420 -

    Nettoloon                          €2.320

    Slide 17 - Tekstslide

    Slide 18 - Video

    ARBOWET
    De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden. 

    ARBO: ARBeidsOmstandigheden

    Slide 19 - Tekstslide

    Slide 20 - Video

    Arbeidstijdenwet
    Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden:
    • Hoeveel uur je mag werken per dag en hoeveel pauze je dan moet krijgen.
    • Hoeveel nachtdiensten of ploegendiensten je mag draaien.
    • Het verlof voor zorgtaken: zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof.

    Er is een speciale arbeidstijdenwet voor jongeren:
    • Schooltijd telt als werktijd.
    • Beperkt aantal uren in de avond en het weekend.
    • Regels veranderen per jaar dat je ouder wordt.

    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Video

    Waarom zijn de regels voor jongeren in de Arbeidstijdenwet zo streng?

    Slide 23 - Open vraag

    Inspectie SZW  
    Zij houden toezicht op de naleving van:

    - Arbowet
    - Arbeidstijdenwet

    Slide 24 - Tekstslide

    Minimumloon

    Het wettelijk vastgestelde loon dat een werkgever ten minste moet betalen aan werknemers vanaf 23 jaar.


    Slide 25 - Tekstslide

    Slide 26 - Video

    Loon berekenen
    (1)  € 693,70 × 12 ÷ 52 = € 160,08     

    (2)  € 121,40 × 52 ÷ 12 = € 526,07  
    A
    € 139 ÷ 38 × 12 = € 43,92
    B
    € 121,40 ÷ 36 × 8 = € 26,96 per week     

    Dat is € 26,96 × 52 ÷ 12 = € 116,83 per maand  
    C
    38 × € 4,21 = € 159,98 per week     

    € 159,98 × 52 ÷ 12 = € 693,25 per maand  → zij is 18 jaar oud.    
    (Het verschil met de bedragen in de tabel    
    → afrondingsverschillen)  
    D

    Slide 27 - Tekstslide

    Wat staat er NIET in een arbeidsovereenkomst?
    A
    werktijden
    B
    loon
    C
    pensioen-afspraken
    D
    vakantiedagen

    Slide 28 - Quizvraag

    Van je brutoloon betaalt je werkgever loonbelasting en
    A
    verzekeringspremies
    B
    winstbelasting
    C
    vermogenbelasting

    Slide 29 - Quizvraag

    Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
    A
    brutoloon
    B
    totale loon
    C
    nettowinst
    D
    nettoloon

    Slide 30 - Quizvraag

    Van je brutoloon worden je verzekeringspremies betaald
    A
    Juist
    B
    Onjuist

    Slide 31 - Quizvraag

    Als je werknemer bent:
    A
    Krijg je brutoloon uitbetaald
    B
    betaal je verzekeringspremies
    C
    hoeft je werkgever niet voor veiligheid te zorgen

    Slide 32 - Quizvraag

    Mireille is verkoopster in een juwelierszaak.
    Waar moet de werkgever van Mireille volgens de Arbowet op letten?
    (blz. 111)
    A
    Dat ze voldoende pauze heeft.
    B
    Dat ze er goed verzorgd uitziet.
    C
    Dat de etalage goed beveiligd is.

    Slide 33 - Quizvraag

    Wat houdt een deeltijdbaan in?
    A
    Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
    B
    Je werkt het volledige aantal uren.

    Slide 34 - Quizvraag

    Wat houdt een voltijdbaan in?
    A
    Je werkt het volledige aantal uren.
    B
    Je werkt minder dan het volledige aantal uren.

    Slide 35 - Quizvraag

    Wat doet een vakbond?
    A
    Komt op voor de belangen van werknemers
    B
    Komt op voor de belangen van werkgevers
    C
    Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.
    D
    Komt op voor de belangen van werkgevers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden

    Slide 36 - Quizvraag

    Wie controleert de Arbowet en Arbeidstijdenwet?

    Slide 37 - Open vraag

    Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
    A
    Wet waarin de regels staan over werktijden
    B
    Wet waarin de regels staan over rusttijden
    C
    Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
    D
    Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

    Slide 38 - Quizvraag

    Wat is de Arbowet?
    De werkgever moet ervoor zorgen dat....
    A
    werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
    B
    werkgevers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.

    Slide 39 - Quizvraag

    In welke wet staan regels over werktijden?
    A
    Algemene Ouderdomswet
    B
    Arbeidstijdenwet
    C
    Arbeidsomstandighedenwet
    D
    Wet Minimumjeugdloon

    Slide 40 - Quizvraag

    Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
    A
    brutoloon
    B
    totale loon
    C
    nettowinst
    D
    nettoloon

    Slide 41 - Quizvraag

    Nettoloon =
    A
    brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
    B
    brutoloon - loonbelasting
    C
    brutoloon - sociale premies
    D
    brutoloon

    Slide 42 - Quizvraag

    Je brutoloon is €1.850. Daarop wordt €165 aan loonbelasting en €92 aan sociale premies ingehouden. Wat is je nettoloon?

    Slide 43 - Open vraag

    Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
    A
    AOW
    B
    ABW
    C
    Arbowet
    D
    AWBZ

    Slide 44 - Quizvraag

    Slide 45 - Link

    Wat heb je geleerd?

    Slide 46 - Tekstslide

    Lesdoelen 5.1

    - Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?

    - Welke soorten banen zijn er mogelijk?

    - Wat doet de wet om jou als werknemer te beschermen?



    Slide 47 - Tekstslide

    Wat staat er in een arbeidsovereenkomst?

    Slide 48 - Open vraag

    Welke soorten banen zijn er mogelijk?

    Slide 49 - Open vraag

    Wat doet de wet om jou als werknemer te beschermen?

    Slide 50 - Open vraag

    extra uitleg

    Slide 51 - Tekstslide

    Slide 52 - Video

    Slide 53 - Video

    Slide 54 - Video

    Slide 55 - Video

    Slide 56 - Video

    Slide 57 - Video

    Slide 58 - Video

    Slide 59 - Video

    Slide 60 - Video