Eieren voor je geld
Economie voor bovenbouw kader & mavo (VMBO)

4.3 Is het druk op de arbeidsmarkt?

4 KADER
4.3 Is het druk op de arbeidsmarkt?
1 / 64
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 64 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4 KADER
4.3 Is het druk op de arbeidsmarkt?

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 4.2
  • Met welke regels beschermt de overheid de werknemers?
  • Welke zekerheden heb je op het gebied van werk & inkomen?
  • Wat is de invloed van vraag & aanbod op het loon?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 4.3
  • Hoe zit de arbeidsmarkt in elkaar?
  • Wanneer is er werkgelegenheid?
  • Waardoor ontstaat er werkloosheid?

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'arbeidsmarkt'?

Slide 4 - Woordweb

Toename werkgelegenheid

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Arbeidsmarkt
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar peroneel. Zij vragen arbeid.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Productiesectoren
Primaire
Landbouw, mijnbouw en visserij.
Secundaire
Industrie & bouw
Tertiaire
Commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca) 

Winst als doelstelling
Quartaire
Niet-commerciële instellingen (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)

Hoeft geen winst te maken

Slide 10 - Tekstslide

Technologische ontwikkeling
         Arbeid        -  Mechanisatie  -   Automatisering


Mechanisatie
spierkracht wordt vervangen door machines, machines helpen mensen bij hun werk.
Automatisering
Spierkracht en denkwerk worden vervangen door machines (bv robots). Robots nemen de plaats in van mensen. Mensen zijn daardoor niet meer nodig → bedrijfstijd (= aantal uren productie van een bedrijf) ↑ → werkgelegenheid (aantal fte's) ↓

Slide 11 - Tekstslide

Beroepsbevolking

BEROEPSBEVOLKING = AANBOD VAN ARBEID


Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 67(dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor tenminste 12 uur in de week.


Veranderingen beroepsbevolking maart 2018

Slide 12 - Tekstslide

Werklozen
Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

UWV
  •  Arbeidsbemiddeling
  •  Regelen uitkering
  •  Registratie (verborgen/ geregistreerde werkloosheid)
  •  Doorsturen naar andere instanties

Slide 16 - Tekstslide

UWV
  • helpt mensen een nieuwe baan vinden;
  • beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.

Slide 17 - Tekstslide

Geregistreerde werkloosheid
Alle werklozen die ingeschreven staan bij het UWV.

Slide 18 - Tekstslide

Verborgen werkloosheid
Werklozen die niet ingeschreven staan bij het UWV.

Slide 19 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt
vraag naar personeel is groter dan het aanbod
(bedrijven zoeken meer mensen dan dat er zijn)
vraag naar personeel is kleiner dan het aanbod  (bedrijven zoeken minder mensen dan die zich aanbieden)

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen van loonstijging

Slide 21 - Tekstslide

In welke sector werkt deze man? De primaire, secundaire, tertiaire of quartaire?

Slide 22 - Open vraag

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 23 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 24 - Quizvraag

Welke van de vier productiesector zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 25 - Quizvraag

Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar

Slide 28 - Quizvraag

Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank

Slide 29 - Quizvraag

Welke productiesector is in een derdewereldland veel groter dan in een Westers land?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
Quartaire

Slide 30 - Quizvraag

Als je bij een appelboer de appels gaat plukken, dan werk je in:
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
je vrije tijd

Slide 31 - Quizvraag

Mechanisatie en automatisering zijn voorbeelden van...
A
Arbeidsintensieve productie
B
Kapitaalintensieve productie

Slide 32 - Quizvraag

Leiden mechanisatie en automatisering tot een hogere of lagere arbeidsproductiviteit?
A
Hoger
B
lager

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de tertiaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 35 - Quizvraag

Boeren werken in de
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 36 - Quizvraag

Computers nemen het werk over van mensen
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 37 - Quizvraag

Wat is:
Machines die het zware werk van mensen makkelijker maken?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Industrie
D
BTW

Slide 38 - Quizvraag

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.

Slide 39 - Quizvraag

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 40 - Quizvraag

Een teveel aan arbeiders kan leiden tot ontslag.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Begrip: het vervangen van mensen door machines
A
Intensivering
B
Mechanisatie
C
Specialisatie
D
Adressendichtheid

Slide 42 - Quizvraag

Waar staat UWV voor?
A
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen
B
Uitvoeringsinstituut WerknemersVoorziening

Slide 43 - Quizvraag

Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 45 - Tekstslide

Wat is een juiste volledige omschrijving van het UWV Werkbedrijf?
A
Het UWV werkbedrijf adviseert bedrijven.
B
Het UWV Werkbedrijf verstrekt uitkeringen.
C
Het UWV Werkbedrijf helpt mensen bij het vinden van een baan. Als het niet lukt om een baan te vinden kan men een uitkering aanvragen .
D
Het UWV werkbedrijf neemt mensen in dienst die zelf geen werk kunnen vinden.

Slide 46 - Quizvraag

Op een krappe arbeidsmarkt is de werkloosheid ......a....... en hebben de lonen de neiging te ........b....... .
A
a = groot, b = stijgen
B
a = klein, b = stijgen
C
a = groot, b = dalen
D
a = klein, b = dalen

Slide 47 - Quizvraag

Wanneer de vraag naar arbeid groter is dan het het aanbod van arbeid, spreken economen van een........
A
krappe arbeidsmarkt
B
ongelijke arbeidsmarkt
C
ruime arbeidsmarkt

Slide 48 - Quizvraag

Primaire
Tertiaire
Secundaire
Quartaire

Slide 49 - Sleepvraag

Hoe zit de arbeidsmarkt in elkaar?

Slide 50 - Open vraag

Wanneer is er werkgelegenheid?

Slide 51 - Open vraag

Waardoor ontstaat er werkloosheid?

Slide 52 - Open vraag

Slide 53 - Link

Extra uitleg

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Video

Slide 59 - Video

Extra oefening

Slide 60 - Tekstslide

1. Bekijk opdracht 12 t/m 15 op bladzijde 131 van 'Rekenen' en maak diegene die jij lastig vindt.

3. Bekijk opdracht 26 t/m 37 op bladzijde 128  van 'oefenopgaven' en maak diegene die jij lastig vindt.

Slide 61 - Tekstslide

Extra uitdaging

Slide 62 - Tekstslide

Examentraining
Daag jezelf uit en probeer opdracht 6 t/m 8 op bladzijde 134 te maken.

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide