Examentraining
Door onze gebruikers, voor onze gebruikers....en hun leerlingen!

Examentraining Havo

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Het examen economie duurt
A
2 uur
B
2,5 uur
C
3 uur
D
3,5 uur

Slide 4 - Quizvraag

Bij je economie examen mag je een woordenboek gebruiken
A
Nee, natuurlijk niet
B
Ja, een ééndelig Nederlands woordenboek
C
Ja, een woordenboek Nederlands naar een andere taal
D
Ja, een Nl woordenboek of een Nederlands wb. naar een andere taal

Slide 5 - Quizvraag

Welke rekenmachine neem je mee naar je examen?
A
Een ouderwetse rekenmachine zonder toeters en bellen
B
Een ouderwetse rekenmachine met reservebatterijen
C
een grafische rekenmachine met een leeg geheugen
D
Een mobieltje met een goedgekeurde rekenmachine app

Slide 6 - Quizvraag

De vragen van je examen mag je alleen in de voorgeschreven volgorde maken
A
Ja, je moet beginnen met vraag 1, daarna vraag 2, vraag 3 enz.
B
Ja, anders word je op je cijfer gekort
C
Nee, dat hoeft niet, de docent zoekt het wel uit
D
Nee, dat hoeft niet, als je de vragen maar duidelijk aangeeft

Slide 7 - Quizvraag

Met potlood schrijven is toegestaan bij je economie examen
A
ja natuurlijk mag dat
B
Nee, dat mag niet m.u.v. het tekenen van grafieken met potlood
C
Nee, dat mag niet in verband met fraudegevoeligeheid

Slide 8 - Quizvraag

Welke concepten worden niet op het centraal examen getoets?
A
Concept Schaarste en concept Ruil
B
Concept Schaarste en concept Markt
C
Concept Schaarste en concept Ruilen over de tijd
D
Concept Schaarste en concept Welvaart en groei

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel procent van het economie examen bestaat uit open vragen?
A
65-75%
B
75-85%
C
85-95%
D
95-100%

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel procent van het economie examen bestaat uit rekenvragen?
A
15-25%
B
25-35%
C
35-45%
D
45-55%

Slide 11 - Quizvraag

Ik ga slagen voor mijn economie examen
A
Ik vrees van niet
B
Misschien
C
Hopelijk, maar ik vind economie heel moeilijk
D
Ja natuurlijk, ik heb me goed voorbereid

Slide 12 - Quizvraag