Wat Kijk Je Nou (Filmles bij de serie)

Deel 1: verhaal
Regie: Wouter Sessink / Productie: Eye Filmmuseum, Wouter Sessink Video & Animation / Omroep: NTR.
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilmBasisschoolMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoGroep 5-8Leerjaar 1,2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Introductie

In het kader van mediawijsheid hebben Schooltv en filmmuseum Eye het project ‘Wat kijk je nou?’ gelanceerd. In een serie korte video’s legt presentatrice Sosha Duysker uit wat er eigenlijk allemaal áchter filmbeelden zit. Ze richt zich daarbij op kinderen van 9 tot 15 jaar en behandelt onderwerpen als geluid, montage en acteren. Door de video's van 'Wat kijk je nou?' kunnen kinderen leren om begrijpend te kijken. ‘Begrijpend kijken’ wordt ook wel beeldgeletterdheid genoemd. Dat is een steeds belangrijkere vaardigheid in het huidige medialandschap. Het project sluit aan bij het thema ‘mediawijsheid’ als onderdeel van de 21e-eeuwse vaardigheden. Kerndoelen Nederlands (BO), o.a.: (5):..teksten te schrijven om te informeren, overtuigen of plezier verschaffen. (9):..plezier krijgen in het schrijven van verhalen. Kunstzinnige Oriëntatie (BO), o.a.: (54):..beelden gebruiken om gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en mee te communiceren. (55):..reflecteren. (56):..waarderen van cultureel erfgoed. Nederlands (VO), o.a.: (9):..taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voorbereiden en uitvoeren. Kunst en cultuur (VO), o.a.: (51):..met behulp van visuele of auditieve middelen verslag doen. Deze lessenserie stelt bij elke aflevering een aantal vragen en geeft leerlingen bij elke aflevering een opdracht rondom het onderwerp. Deze lessenserie is gemaakt door RK Basisschool de Stek in Houten i.s.m. Filmhub Midden.

Instructies

Deze lessenserie bestaat uit 8 delen. Elk deel uit deze lessenserie duurt ca. 15 minuten, incl. de aflevering. Elke aflevering duurt ca. 4 minuten. 

1. Introductie + Deel 1: Film...
2. Deel 2: Verhaal (deze les kan iets meer tijd kosten, 15-30 min)
3. Deel 3: Camera 
4. Deel 4: Geluid
5. Deel 5: Montage
6. Deel 6: Acteren
7. Deel 7: Art Department
8. Deel 8: Film!

We raden aan op een dag niet meer dan één deel met de leerlingen te doen. 

Als je de notities tijdens de les aanklikt, zien de kinderen deze ook op het digibord. Het is daarom handig de instructies van tevoren voor jezelf uit te printen, dit doe je door op de print knop rechtsboven op het scherm aan te klikken.



NB: Deze les bevat een (of meerdere) slide(s) met (een deel/delen van) de serie Wat Kijk Je Nou? (2019).
Regie: Wouter Sessink / Productie: Eye Filmmuseum, Wouter Sessink Video & Animation / Omroep: NTR.

Het is niet toegestaan om de film of delen daarvan buiten de context van de les te vervaardigen of te distribueren.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Deel 1: verhaal
Regie: Wouter Sessink / Productie: Eye Filmmuseum, Wouter Sessink Video & Animation / Omroep: NTR.

Slide 1 - Tekstslide

Wie heeft deze serie al eens gezien?

Eventueel: Wie kent Sosha Duysker al? In welke programma's heb je haar gezien?

Sosha gaat je meenemen in de wereld van film.
Waar denk je dat een filmles over gaat?

Wat ga je leren denk je?

Slide 2 - Tekstslide

(Dit schooljaar krijg je filmlessen.) 

Waar denk je dat zo'n filmles over gaat? 

Wat ga je leren in een filmles denk je?

Bespreek de antwoorden van de leerlingen. 

Afronding: We gaan eens kijken wat jullie eigenlijk allemaal al weten over film. (Klik door naar de volgende slide Deel1: Film...)




Deel 1: verhaal

Slide 3 - Tekstslide

Introductie: in deel 1 gaan we allerlei woorden bedenken die bij film horen. 

Wat heb ik nodig:
  • Een papier voor de woordspin
  • Pen of potlood 
  • Eventueel kleurpotloden 
Bewaar de woordspinnen voor deel 8. 
Maak een woordspin bij het woord 'film'.  
Welke woorden hebben andere groepjes ook? Welke niet?

Slide 4 - Tekstslide

De leerlingen maken in groepjes (of klassikaal) een woordspin bij het woord 'film'. 

De woordspinnen zijn weer nodig bij de opdracht van film! (deel 8), dus bewaar ze goed! 

"Schrijf alles op waarvan jij vindt dat het bij film kijken of film maken hoort."

Als de leerlingen klaar zijn laat ze dan met elkaar vergelijken. Welke woorden hebben andere groepjes ook? Welke niet?
Laat leerlingen begrippen uitleggen. 

Afronding: Vertel dat we de volgende lessen beter gaan kijken naar verschillende onderdelen van film, bijvoorbeeld de camera, het geluid, en acteren. Maar eerst gaan we volgende keer leren hoe een filmverhaal wordt gemaakt.

(Bewaar de woordspinnen voor de slotopdracht bij deel 8!!)
Deel 1: verhaal

Slide 5 - Tekstslide


Wat heb ik nodig:
  • Werkblad scenario 
  • Pen of potlood 

Het verhaal in de film
Zonder een filmverhaal kan er geen film bestaan. Als het verhaal goed is, zal je als kijker ook meeleven en graag willen weten hoe het afloopt. In het filmverhaal, ook wel scenario genoemd, staat vaak één figuur centraal. Dat is de hoofdpersoon. Een hoofdpersoon heeft altijd een doel. Of dit doel bereikt wordt, weten we als kijker natuurlijk niet. Het bereiken van dit doel gaat in ieder geval niet makkelijk, er zijn vaak tegenkrachten. Een tegenkracht kan één of meerdere personen zijn, maar het kan ook iets zijn wat je zelf tegenzit, een ziekte bijvoorbeeld, of je eigen angsten.

Kernbegrippen
Verhaal, script, scenario, protagonist (hoofdpersoon), antagonist (tegenspeler)
Wat is een 'scenario'? 

Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!
Verhaal

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een 'scenario'? 

Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!

Slide 7 - Video

Bekijk de aflevering door op de link te klikken. Je komt op de website van Schooltv. 
Wat is een 'scenario'?
Verhaal: scenario
Het scenario is het verhaal van de film helemaal uitgeschreven. 

Slide 8 - Tekstslide

Het scenario is het verhaal van de film helemaal uitgeschreven. 
Maak in tweetallen een kort filmverhaal. 
  • Iemand ... 
  • Wilde ...  
  • Maar ... 
  • Dus ... 
  • Toen ... 
Verhaal: opdracht

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen per groepje een filmverhaal opschrijven. Print vooraf het werkblad, zie hierboven bij werkbladen. 

Deze verhalen zijn later goed te gebruiken bij de opdracht van acteren (deel 6) en art department (deel 7), dus bewaar ze! 

A) Oefen het eerst samen

Schrijf op het bord (bijvoorbeeld):
Iemand: een hongerige dief
Wilde: een lekker gebakje stelen
Maar: er komt een politieagent om de hoek
Dus: ...
Toen: ...

Laat de kinderen per groepje iets bedenken bij 'Dus' en 'Toen'. Laat een aantal groepjes daarna hun verhaal vertellen. 
Zo krijg je snel ludieke scenario's en is het leuk om te zien hoe iedereen in de klas weer iets anders verzint met dezelfde informatie. 

B) Laat de kinderen nu zelf in tweetallen of in een groepje een zelfbedacht kort filmverhaal opschrijven. 

Geef ze het werkblad. Help leerlingen die het moeilijk kunnen bedenken op gang door de 'iemand', 'wilde' en 'maar' samen te bedenken. Stimuleer de leerlingen goed na te denken over het einde van hun verhaal. 

Bespreek de verhalen van de groepjes of laat leerlingen hun verhaal presenteren. 

Deze verhalen zijn later goed te gebruiken bij de opdracht van acteren (deel 6) en art department (deel 7), dus bewaar ze! 

Afronding: Vertel dat we de volgende keer (of hierna) speciaal gaan kijken naar alle manieren waarop je kunt filmen met camera's. 
Deel 1: verhaal

Slide 10 - Tekstslide

Aflevering Camera 

Wat heb ik nodig:
  • Eventueel wisbordjes voor de meerkeuzevragen bij de camerashots, maar dit is niet noodzakelijk. 
  • Eventueel tablets voor de opdracht 'shots maken', maar dit is niet noodzakelijk. 

Cameragebruik in de film
Een regisseur en cameraman maken keuzes in kader (close-up, mediumshot, totaalshot), perspectief (kikker-, vogelperspectief) en beweging (statief, bewegend). Deze keuzes maken ze om de gevoelens van de kijker (jij dus!) te sturen, en om het verhaal zo goed en mooi mogelijk over te brengen, zodat jij er als kijker optimaal van kunt genieten.

Kernbegrippen
Camera, camerapositie, shot, totaalshot, mediumshot, close-up, vogelperspectief, kikkerperspectief, statief
Wat is een 'shot' bij het filmen? 

Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!
Camera: shot

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een 'shot' bij het filmen? 
Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!

Slide 12 - Video

Bekijk de aflevering door op de link te klikken. Je komt op de website van Schooltv. 
Wat is een 'shot'? 
Camera: shot
Een shot is een ononderbroken filmopname. 

Slide 13 - Tekstslide

Een shot is een ononderbroken filmopname. 

Licht nog even toe wat ononderbroken is. 

Gebruik eventueel je eigen mobiel of een tablet om te laten zien wat een shot is. Vertel dan hardop wat je doet, bijvoorbeeld: "Ik druk nu op de rode knop record-start opname, nu film ik en nu druk ik weer op de rode knop zodat de opname stopt. Dat is 1 shot."

Hoe heet dit shot?
A
close-up shot
B
medium shot
C
totaal shot
D
over-the-shoulder shot

Slide 14 - Quizvraag

Speel het spel klassikaal zonder tablet/mobiel. 

Laat de kinderen eventueel het antwoord op een wisbordje  schrijven.

Totaal shot 
Bespreek waarom een filmmaker kiest voor een totaalshot. (Je ziet goed waar de scene zich afspeelt) 

Hoe heet dit shot?
A
close-up shot
B
medium shot
C
totaal shot
D
over-the-shoulder shot

Slide 15 - Quizvraag

Close-up shot
Bespreek waarom een filmmaker kiest voor een close up. (Je ziet de emotie van het personage goed) 

Hoe heet dit shot?
A
close-up shot
B
medium shot
C
totaal shot
D
over-the-shoulder shot

Slide 16 - Quizvraag

Medium shot
Bespreek waarom een filmmaker kiest voor een medium shot. (Je ziet nog iets van de omgeving en je kunt makkelijk meerdere personages in beeld laten zien) 

Hoe heet dit shot?
A
close-up shot
B
medium shot
C
totaal shot
D
over-the-shoulder shot

Slide 17 - Quizvraag

Over-the-shoulder shot
Bespreek waarom een filmmaker kiest voor een over-the-shoulder shot. (Je ziet goed waar het personage naar kijkt) 
Camera: opdracht
Maak een totaal, medium en close-up shot van je klasgenoot. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht: shots maken
Laat de leerlingen dit doen in tweetallen. Één leerling maakt een horizontaal kader met je duimen en wijsvingers (zie afbeelding in deze slide). Maak zo een totaal, medium en close-up shot van je klasgenoot. Wissel daarna van rol. 
(Hier is wel wat ruimte in de klas voor nodig, vooral voor het totaalshot)

Variant: als er tablets op school zijn kan je dit heel leuk doen door het maken van foto's! 

Voeg eventueel ook het over-the-shoulder shot toe. Hier zijn 3 leerlingen per groepje voor nodig. 

Afronding: Vertel dat we de volgende keer (of hierna) heel goed gaan luisteren naar alle geluiden en de muziek in film!
Deel 1: verhaal

Slide 19 - Tekstslide

Aflevering Geluid

Wat heb ik nodig:
  • Geen benodigdheden  
  • Eventueel een fragment uit een stomme film, zie opdracht foley.  

Het geluid in de film
Geluid is ontzettend belangrijk bij een film. Het bepaalt de sfeer en wat jij erbij voelt. Het kan net het juiste gevoel meegeven dat nodig is om de filmscène verdrietig, spannend of bijvoorbeeld romantisch te laten zijn. Geluid is niet alleen de muziek, maar ook al het andere geluid, zoals dialogen en geluidseffecten. Geluid wordt pas later, bij de montage, aan een film toegevoegd.

Kernbegrippen
Filmmuziek, geluidseffecten, geluidsstudio, geluidstechnicus, foley artist

Wat is een 'foley-artiest'? 

Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!
Geluid

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een 'foley-artiest'? 

Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!

Slide 21 - Video

Bekijk de aflevering door op de link te klikken. Je komt op de website van Schooltv. 
Wat doet de muziek? In wat voor film zijn we beland?
Geluid: muziek

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht: de kracht van muziek
Klassikaal. Zet 2 leerlingen voor de klas. Ze staan stil tegenover elkaar en acteren niet. Laat op de volgende 3 slides steeds 10 seconde van de muziek horen. Wat gebeurt er met de 2 leerlingen door de muziek? In wat voor film of scene zijn ze beland?

Mogelijke antwoorden:
muziek 1: Een duel in het Wilde Westen. 
muziek 2: Een moordscène uit een horrorfilm. 
muziek 3: een liefdesscène uit een romantische film. 
1

Slide 23 - Tekstslide

De muziek suggereert een duel in het Wilde Westen. 
2
2

Slide 24 - Tekstslide

De muziek suggereert een moord in een enge film. 
3

Slide 25 - Tekstslide

De muziek suggereert een romantische scène. 
Wat is een 'foley-artiest'? 
Geluid: foley
Een foley-artiest is een persoon die zorgt voor de geluidseffecten in een film.

Slide 26 - Tekstslide

Een foley-artiest is een persoon die zorgt voor de geluidseffecten in een film, zoals voetstappen, piepende deuren of omgevingsgeluiden.

Geluid: opdracht
Speel zelf voor foley-artiest! Zoek een filmpje (op het internet), zet het geluid uit en maak zelf met de klas het geluid of muziek.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht: spelen voor foley-artiest 
Gebruik bijvoorbeeld een kort fragment uit een stomme film. Bijvoorbeeld het fragment L'Arroseur Arrose op Youtube of Vimeo

Afronding: Vertel dat we de volgende keer (of hierna) gaan kijken naar de montage van een film. Weet je niet wat montage is? Geen probleem, daar kom je volgende keer achter! 

Deel 1: verhaal

Slide 28 - Tekstslide

Aflevering Montage 

Wat heb ik nodig:
  • Geen benodigdheden  

Montage van een film
Je monteert een film (of video of tv- programma of vlog) nadat je alles hebt opgenomen. Een goed gemonteerd verhaal is logisch en interessant en zeker niet saai en onsamenhangend. Ook kun je ‘liegen’ door het monteren van beelden achter elkaar. Beelden die bijvoorbeeld eigenlijk niet samen gefilmd zijn, lijken ineens bij elkaar te horen. Zoals Sosha op een skateboard, een supergoede flip, en weer Sosha op een skateboard.

Kernbegrippen 
Montage, shot, scène


Wat is de 'montage' bij een filmpje? 

En wat is een 'scène'? 

Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!
Montage

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de 'montage' bij een filmpje? 

En wat is een 'scène'? 

Weet je het niet, let dan straks goed op bij het kijken van het filmpje!

Slide 30 - Video

Bekijk de aflevering door op de link te klikken. Je komt op de website van Schooltv. 
Wat is de 'montage' bij een filmpje? 
Montage
Bij de montage zet je de gefilmde shots op volgorde. 

Slide 31 - Tekstslide

Bij de montage zet je de gefilmde shots op volgorde. 
Zet de shots op de juiste volgorde.

Slide 32 - Sleepvraag

Opdracht: montage van momenten

Dit is een klassikale opdracht. Sleep de stills in de kaders eronder. Welke volgorde van de afbeeldingen vinden leerlingen het meest logisch? Laat ze hun antwoord toelichten. 

Wat is een 'scène'? 
Montage: scène
Een scène is een aantal shots die bij elkaar horen. De shots zijn op dezelfde plek opgenomen. 

Slide 33 - Tekstslide

Een scène is een aantal shots die bij elkaar horen. De shots zijn op dezelfde plek opgenomen. 

Afronding: Vertel dat we de volgende keer (of hierna) gaan kijken naar hoe je het best kunt acteren in een film. 
Deel 1: verhaal

Slide 34 - Tekstslide


Wat heb ik nodig:
  • Bij voorkeur de zelfgemaakte filmverhalen van de leerlingen uit deel 2: verhaal. 
Acteren in een film
De acteurs en actrices die in de film spelen hebben de belangrijke taak om de kijkers mee te laten leven in hun rol. Als het acteerwerk niet geloofwaardig is, zal jij als kijker het verhaal ook niet meer geloven, maar als een acteur of actrice helemaal in zijn of haar rol opgaat, ben je bereid hen te geloven en ga je helemaal op in het verhaal.

Kernbegrippen
Acteren, scène, takes, casting, bloopers

Kijk eventueel ook deze video over stunts in een film. (7 min) 
Wat is 'acteren'? 

Is er een verschil tussen acteren op het toneel en acteren in een film denk je?
Acteren

Slide 35 - Tekstslide

Wat is 'acteren'? 

Is er een verschil tussen acteren op het toneel en acteren in een film denk je?

Slide 36 - Video

Bekijk de aflevering door op de link te klikken. Je komt op de website van Schooltv. 
Wat zegt acteur Oussama Ahammoud over het verschil tussen acteren op het toneel en acteren op film?
Acteren
Op het toneel acteer je groter. Op film acteer je kleiner. Daar gaan we mee oefenen. 

Slide 37 - Tekstslide

Op het toneel acteer je groter. Op film acteer je kleiner. Daar gaan we mee oefenen. 
Acteren: toneel opdracht
Acteer zoals op het toneel: groots!

Slide 38 - Tekstslide

Gebruik bij voorkeur de filmverhalen die bij  deel 2: verhaal zijn bedacht. 

Opdracht: toneel acteren 
Bedenk in groepjes een korte scène die je  kunt spelen in de klas. Deze hoeft maar een paar regels tekst te bevatten (let wel op begin-midden-eind). Denk bijvoorbeeld aan een afscheid of een ruzie. Verdeel de rollen en speel deze scène eerst zoals je deze zou spelen op het toneel. Maak het spel groot, overdreven en met veel gebaren.


Acteren: film opdracht
Acteer voor de camera: hou het kleiner...

Slide 39 - Tekstslide

Gebruik bij voorkeur de filmverhalen die bij deel 2: verhaal zijn bedacht. 

Opdracht: film acteren 
Speel dezelfde scène nog een keer, maar dan klein, niet te overdreven, zonder veel gebaren. Zo acteer je voor film. 

Afronding: Vertel dat we de volgende keer (of hierna) gaan kijken naar wat het art department allemaal doet in een film. 


Deel 1: verhaal

Slide 40 - Tekstslide


Wat heb ik nodig:
  • De verhalen van de leerlingen uit deel 2

Art department van een film
De mensen van het art department zorgen ervoor dat met behulp van decors, kostuums en rekwisieten (ook wel props genoemd) alle details in een film kloppen met het verhaal en het tijdsbeeld. Zonder deze details zou een film niet geloofwaardig zijn. Of je nu naar een historische film kijkt of naar een sciencefictionfilm, zonder een goed art department wordt de sfeer die de film moet hebben niet bereikt.

Kernbegrippen
Art department, rekwisieten, props, kostuums, decor

Kijk eventueel deze video over het bouwen van filmdecors (9 min)

Kijk eventueel deze video over visual effects (4 min)
Props? Kostuums? Decor?

Weet je een woord niet? Let dan goed op bij het filmpje!
Art department

Slide 41 - Tekstslide

Bespreek samen de volgende woorden: props, kostuums, decor. 

Weet je een woord niet? Let dan goed op bij het filmpje!

Slide 42 - Video

Bekijk de aflevering door op de link te klikken. Je komt op de website van Schooltv. 
Art department
  • Prop: een voorwerp dat acteurs in de film nodig hebben

  • Kostuum: kleding die de acteur of actrice draagt

  • Decor: de omgeving van de film

Slide 43 - Tekstslide

  • Prop: een voorwerp dat acteurs in de film nodig hebben. 

  • Kostuum: kleding die de acteur of actrice draagt. 

  • Decor: de omgeving van de film (vaak wordt deze speciaal gebouwd)
Wat hoort wel en wat hoort niet bij 
het werk van een art department?
Scenario schrijven
Montage
Een schilderijtje aan de muur
Acteren
Een filmlocatie (decor) zoeken en aankleden
De ketting die een acteur draagt
Kleding van de acteurs
Filmen

Slide 44 - Sleepvraag

Opdracht: Sleepvraag Art Department 
Klassikaal. Sleep de woorden of korte zinnen naar de juiste plek. Wat er bij art department hoort sleep je naar het groene vinkje. Wat er niet bij hoort sleep je naar het rode kruis. 

Bedenk eventueel met de leerlingen nog meer voorbeelden van woorden of korte zinnen die bij het art department horen. 


Art department: opdracht
Bedenk welke props jij nodig hebt in jouw filmverhaal!

Slide 45 - Tekstslide

Gebruik de filmverhalen die bij deel 2: verhaal zijn bedacht. 

Opdracht: props zoeken
Laat de leerlingen bedenken welke props er passen bij hun eigen filmverhaal uit deel 2. Laat ze deze props eventueel zoeken in de school of meenemen van huis. Laat de leerlingen ook nadenken over het decor/ de set. Hoe zou de omgeving eruit zien? Wat zou er allemaal te zien zijn? Laat ze eventueel hun eigen decor/set tekenen. 

Afronding: Vertel dat we de volgende keer (of hierna) de laatste les van deze lessenserie hebben en we gaan testen wat we allemaal geleerd hebben over film. 




Deel 1: verhaal

Slide 46 - Tekstslide


Wat heb ik nodig:
  • De woordspinnen die bij deel 1 zijn gemaakt. 
  • pen of potlood 
  • Quizkaartjes (bijv. een A4 geknipt in 8 stukken) 
Kijk nog eens naar je woordspin. Welke woorden kun je er na het zien van alle afleveringen nog bijschrijven?
Maak per tweetal of groepje een paar quizvragen over film voor je klasgenoten. 

Slide 47 - Tekstslide

Opdracht: woordspin aanvullen
Laat leerlingen de woordspin die ze gemaakt hebben bij deel 1 aanvullen. 

Opdracht: de Filmquiz
Laat de leerlingen (meerkeuze)vragen voor elkaar bedenken die gaan over film. Om het te kaderen kun je aangeven dat de antwoorden op de vragen te vinden moeten zijn in de zes afleveringen van Wat Kijk Je Nou. 
Deel 1: verhaal

Slide 48 - Tekstslide

Einde van deze lessenserie.