Nederlands Film Festival: Dropje - Worm

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
filmeducatieBasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Instructies

Dropje – Aflevering “Worm”

Introductie
Aan de hand van een aflevering uit de serie “Dropje” gaan jullie samen onderzoeken en ontdekken hoe film een verhaal kan vertellen.
Filmmakers zetten verschillende middelen in om hun verhaal goed over te brengen op de kijkers. In deze LessonUp maken de leerlingen hiermee kennis.
Het gaat in deze les niet zozeer om het overdragen van filmkennis aan de kleuters, maar om hen bewust te laten kijken. Om hen op een speelse en vrije manier van alles te laten ontdekken en dat open in de groep te bespreken. Foute antwoorden zijn er niet. Daarnaast kunnen de kinderen zelf opdrachtjes doen, want als je iets ziet, wil je er het liefste zelf mee aan de slag. Hierbij maken ze gebruik van zoveel mogelijk zintuigen. Zo kunnen de kleuters zich goed verbinden met wat ze beleefden in de film.

Synopsis
 “Worm” (6:43 minuten)

Dropje is geen popje, geen meisje en geen jongen. Dropje is gewoon zichzelf en woont in een winkel waar werkelijk álles te koop is. Terwijl de volwassen mensen eindeloos bezig zijn met iets te kopen, en ondertussen kletsen met de winkeldame, pakken kinderen samen met Dropje iets aan. Met spullen uit de winkel, hun verbeelding en vooral veel lol, bouwen ze samen aan fantastische oplossingen voor wensen, verdriet of praktische problemen. Dropje is een ode aan de kracht van de open blik, aan verwondering en verbeelding die zo kenmerkend is voor jonge kinderen. In deze aflevering ontmoet Dropje een meisje dat een verdwaalde worm heeft gevonden. Eerst vinden ze de worm griezelig. Maar dan ontdekken ze dat de worm een lief zacht velletje heeft en grappig beweegt. Tenslotte brengen ze hem samen terug veilig naar de plek waar hij zich thuis voelt.  
 

Leerdoelen:
•    De leerlingen leren onderzoekend te kijken, met gebruik van verschillende zintuigen
•    In deze les maken leerlingen kennis met verschillende elementen waarmee filmmakers een verhaal vertellen;
•    Leerlingen onderscheiden verschillende personages
•    Leerlingen maken kennis met beeldtaal en gebruik van camera perspectief
•    Leerlingen ervaren de rol van geluid bij film
•    Tenslotte ervaren leerlingen dat film emoties oproept, door het verhaal, de beeldtaal en geluiden.

Werkwijze:
•    Wanneer jullie zojuist de film hebben bekeken als onderdeel van het filmprogramma van het NFF, dan kunnen jullie het kijken van de film in de tweede slide overslaan.
Hebben jullie de aflevering nog niet, of lang geleden gezien? Begin dan met het kijken van de aflevering “Worm” in zijn geheel.
•   Deze les is ontwikkeld als een klassikale les in het primair onderwijs voor groep 1 en 2.
•    In deze lessonup duiken jullie dieper de film in, aan de hand van verschillende filmfragmenten en beelden uit de film, gekoppeld aan vragen en doe opdrachten.
•   De slides laten vooral beeld en filmfragmenten zien en bevatten geen tekst. De notities zijn bedoeld voor de docent als achtergrondinformatie en bevatten de vragen en opdrachten om de kinderen bewuster te laten kijken.
•    Wanneer je in de les notities aanklikt, zien de kinderen deze ook verschijnen op het digibord. Het is daarom handig de instructies van tevoren voor jezelf uit te printen. Deze les kan uitgeprint worden door op de print knop rechtsboven op het scherm te drukken.
•   Tijdsduur LessonUp: ongeveer 30 minuten
•   De bijlage bevat nog een extra opdracht/les om samen met de klas te doen.

Veel plezier!

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Samen gaan jullie kijken naar de aflevering Worm (6.43 minuten) uit de serie Dropje

Je kunt de aflevering vooraf kort inleiden.
In de volgende slide kun je de film starten. 

Hebben jullie de aflevering al gezien? Dan kun je het bekijken van het fragment op de volgende slide overslaan. Let wel op de notities op deze pagina.
Fragment 1 = gehele aflevering
00:00 - 6:49

Slide 3 - Tekstslide

Filmverhaal
Laat de kinderen eerst iets vertellen over het verhaal. 
Wat hebben jullie allemaal gezien?

De volgende slide bevat een afbeelding, met vragen voor de groep in de notities die gaan over film als bewegend beeld. 

Slide 4 - Tekstslide

Film & bewegend beeld
Deze vragen kunnen wat moeilijk zijn, maar ook interessant om er samen gesprekken over te voeren:  

• Wat is film eigenlijk?
Sommige kinderen zullen het verhaal navertellen dat ze zagen in de film. Dat is goed, geef ze de ruimte voor hun verhaal. Maar het is ook mooi om samen te kunnen ontdekken, dat film bewegende plaatjes zijn, en misschien zelfs dat er geluid bij komt. Dit besef kan je op gang helpen door te vragen:
• De worm, Dropje en het meisje op het scherm staan stil, wat gebeurt er met de plaatjes in de film?
• Maakt een tekening of foto geluid? En een film?

De volgende slide is een filmfragment, deze gaat over beeldtaal en geluid.
Info: beeldtaal gaat over het communiceren met beelden in plaats van woorden. Hierbij is het niet de gesproken/geschreven taal, maar de beelden die het verhaal van de maker vertellen.

Laat de kinderen het fragment kijken met de volgende aandachtspunten:
•  Let goed op waar de film zicht afspeelt
•  Hoe zie je dat?

•  Hoe hoor je dat?
Fragment 2
00:42 - 00:56

Slide 5 - Tekstslide

Beeldtaal
Bespreek na het kijken van het fragment de vragen.

• Waar was je? 
antwoorden waar we naar zoeken: in de winkel, bij de kassa. 
Sommige kinderen zullen ‘bij Dropje’ zeggen, want ze zien Dropje ook, dan kan je doorvragen, waar is Dropje dan?
• Hoe zag je dat?
antwoorden waar we naar zoeken: het boodschappenlijstje, de winkeldame, de toonbank, de spulletjes
•   Hoe hoorde je dat? 
opsommen van de boodschappen door de vader

De volgende slide is weer een filmfragment, deze gaat over de personages.

Je kunt het fragment inleiden door van tevoren te vragen:
Wie spelen er allemaal in deze film?
Samen gaan we nog een stukje film kijken.
Fragment 3
01:00 - 01:15

Slide 6 - Tekstslide

Personages
• Wie zag je allemaal?
antwoorden: meisje, Dropje, meneer/vader, winkeldame, worm

Info: Mensen en dieren (en Dropje) die in de film spelen noem je personages.

Als kinderen daaraan toe zijn zou je met de klas nog in kunnen gaan op het verschil tussen de dingen in de film en de personages. Alles wat wel/niet mee acteert.

De volgende slide bevat 2 afbeeldingen deze slide gaat over de beeldtaal. 

Slide 7 - Tekstslide

Stel je eens voor dat de papa en het meisje in de film niet praten. Toch zou je dan kunnen weten dat ze bij elkaar horen.
• Hoe kan je dat zien?
Het antwoord waar we naar zoeken: 
ze zien er hetzelfde uit, hebben allebei een band om hun hoofd en gestreepte kleren.
Tip: als ze het niet zien; 
let eens op de kleding

Een filmmaker gebruikt dus niet alleen gesproken taal, maar denkt ook na over de kleding die iedereen aan heeft om te vertellen. Deze papa en het meisje lijken op elkaar en horen bij elkaar.

De volgende slide is weer een filmfragment, deze gaat over emotie.
Fragment 4
2:00 - 2:47

Slide 8 - Tekstslide

Emoties
• Hoe weet je wat Dropje voelt?
antwoorden kunnen gaan over mimiek en lichaamstaal: hij kijkt verbaasd, hij schrikt en zet stapjes achteruit

Dropje praat niet, maar als je goed kijkt kan je toch zien hoe Dropje zich voelt als ze de worm aan probeert te raken, of als ze ziet dat de worm de bloempot in klimt.

• Hoe denk je dat Dropje zich voelt als ze de worm aan wilt aanraken en daarna, als de worm de bloempot in klimt? 
antwoorden zouden dichtbij deze gevoelens kunnen liggen: nieuwsgierig, bang, gespannen, verbaasd, verwonderd

• Hoe weet je dat?
mogelijke antwoorden: dat zie ik aan zijn gezicht (kijkt verbaasd). Eventueel kun je de kinderen op weg helpen door te vragen: "Wat doet Dropje wanneer hij de worm wilt aanraken"?

Onderzoek samen met de kinderen lichaamstaal. Net als Dropje en het meisje in de film 'praat' je ook met je gezicht, met je armen en soms ook met je hele lichaam.

Doe opdracht: benoem gevoelens of laat de kinderen zelf emoties bedenken, en maak daar samen bijpassende gezichtsuitdrukkingen of bewegingen bij.

De volgende slide is weer een filmfragment, deze gaat over beeld & geluid. Bekijk het fragment twee keer met de kinderen, vraag ze de eerste keer om hun handen op hun oren te doen, zodat ze niks kunnen horen.

Samen gaan we kijken naar een fragment van Dropje, houd je oren goed dicht en kijk alleen met je ogen.
Fragment 5
4:18 - 4:38

Slide 9 - Tekstslide

Geluid
Hoe was het om de film te kijken zonder je oren? Film kijken doe je niet alleen met je ogen, maar ook met je ...oren. Geluid speelt een belangrijke rol. In film hoor je niet alleen muziek of gepraat, maar ook de wind, voetstappen, een sirene van een politieauto, of...zoals hier een vallende taart!

Nu mogen jullie zelf bedenken;
Hoe klinkt een vallende taart? 
Wie kan dat voordoen?

Speel daarna het fragment nog een keer af: met de oren open, en de mond dicht, luister goed! Vraag na afloop aan de kinderen welke verschillende geluiden ze hebben gehoord en laat ze die nadoen. Eventueel kunnen jullie nogmaals het fragment afspelen en er zelf de geluiden bij maken.

In de volgende slide zie je twee filmstills.  Deze gaan over cameraperspectief.

Slide 10 - Tekstslide

We zien twee plaatjes uit de film naast elkaar. Welk personage zie je op beide plaatjes? antwoord: worm

Op welk plaatje zie je de worm van ver? 
En op welk van dichtbij? 
Op welk plaatje kan je de worm beter zien?

In een film ben je als kijker soms ver weg, als je alles bij elkaar wilt zien, en soms dichtbij als je iets kleins heel goed moet kunnen bekijken. Kijk maar eens goed als je naar een film kijkt, floep! je bent ver weg, flits! je bent dichtbij. Kijk nog maar eens naar het volgende fragment, hoe dat telkens verandert.

Kijk nog eens samen naar het fragment in de volgende slide om jezelf van ver weg naar dichtbij te toveren, en omgekeerd. 
Fragment 6
4:23 - 4:29

Slide 11 - Tekstslide

Kijk dit korte stukje een twee keer, zodat de kinderen kunnen zien dat de worm eerst klein, van ver weg is, en dan groot, van dichtbij.

De volgende paar slides gaan over het ervaren van de film met meerdere zintuigen en bevatten doe-opdrachten.

Slide 12 - Tekstslide

Film ervaren
Film kijken doe je met je ogen, en met je [laat de kinderen aanvullen].............oren.

Kun je film voelen met je handen, of ruiken met  je neus? 
Sommige kinderen zullen hierop positief antwoorden, anderen zijn realistischer. Het goede antwoord is niet zo belangrijk, kinderen kunnen zich nu meer verbinden met de film door ook deze zintuigen in te zetten.

Worm voelt zich het fijnste thuis in aarde.
Wat vind jij, hoe voelt aarde? 
Hoe vind jij dat voelen? 
En hoe ruikt de aarde? 
Vind je dat lekker ruiken? Of vies...

De volgende slide is een vervolg op dit onderwerp en bevat een doe-opdracht.

Slide 13 - Tekstslide

Film ervaren
Doe-opdracht
Benodigdheden: aarde in verschillende bakjes.
In groepjes aan tafeltjes mogen kinderen met hun vingers de worm naspelen die in de aarde kronkelt. Samen onderzoeken ze hoe de aarde ruikt, voelt en hoe worm erin beweegt.
Zou het fijn zijn voor een worm om daarin te leven? 
Zou jij daar willen wonen?
Dit is een mogelijke koppeling met de extra opdracht in bijgevoegd PDF over het wormenhotel.

De volgende slide is de laatste met een inleidend fragment. Het gaat hier ook over filmervaring met meerdere zintuigen en bevat een doe-opdracht, waarbij ruimte op de grond nodig is in de klas. Eventueel kan je deze opdracht bewaren voor een bewegingsles.

Vraag voorafgaand aan het afspelen van het fragment al aan de kinderen:
Wie zie je in de film? Let goed op hoe ze (de personages) bewegen.
Fragment
3:56 - 4:24

Slide 14 - Tekstslide

Wie zag je in de film?
Hoe bewogen ze?

Krijg je soms ook zo’n zin om als de film is afgelopen, zelf iets na te gaan doen uit de film? Dat mag!

Je hebt gezien hoe de worm beweegt,  hoe het meisje beweegt en hoe Dropje beweegt. 
Kun jij nadoen hoe zij bewogen? 
Laat de kinderen als wormen bewegen en ga dan verder: Weet je een ander dier, voertuig, of iets dat anders beweegt dan wij? Een spin, een raceauto, een oude opa, een sneeuwvlok, een ballon, een .... 
Laat de kinderen ook bewegingen verzinnen en het met z'n allen nadoen.

Dit was de laatste slide. Met deze beweegopdracht kunnen jullie de les afronden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies