The Centrifuge Brain Project

FEIT & FICTIE
THE CENTRIFUGE BRAIN PROJECT
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilmCulturele en kunstzinnige vorming+3Middelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

FEIT & FICTIE
THE CENTRIFUGE BRAIN PROJECT

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit wat het domein Feit&Fictie inhoudt om de context van de les duidelijk te maken.

De shorts die worden bekeken vanuit de dimensie Feit en Fictie richten zich op de vervagende grens tussen fictie en documentaire en tussen fantasie en realiteit in een shortfilm.
DOCUMENTAIRE

Slide 2 - Tekstslide

Laat de leerlingen opschrijven en bespreek vervolgens:
1. Wat de elementen van een documentaire zijn.
Voorbeelden van genoemde elementen kunnen zijn: feiten, bewijs, vertelling, interview, archiefbeelden, experts.
2. Wat hun ervaringen daarmee zijn.

TILL NOWAK

Slide 3 - Tekstslide

Regisseur:
Till Nowak is een digitaal kunstenaar en filmmaker, geboren in 1980. Hij studeerde in 2005 af aan de universiteit voor toegepaste wetenschappen in Mainz, Duitsland. Hij is nu woonachtig in Hamburg. Het werk van Nowak is geëxposeerd op honderden internationale filmfestivals en ontving meer dan 40 eerste prijzen. Sinds 1999 runt hij zijn eigen studio, FrameboX, gericht op kunst en animatie.

Till Nowak, over zichzelf:
"Ik ben in 1980 geboren in het kleine stadje Mainz in het midden van Duitsland. Mijn ouders zijn kunstenaars dus ik was altijd omringd door kunst en creativiteit. Toen we kinderen waren hadden mijn broer en ik de kans om veel met mijn vaders videocamera en super-8 camera's te spelen en kleine stop-motion films te maken. Ik ben altijd gefascineerd geweest door de emotionele impact van films en de magie van visuele effecten. Ik kreeg mijn eerste computer toen ik 12 was. De mix van kunst, film en mijn pc opende vele mogelijkheden voor mij en ik begon heel vroeg professioneel te werken. Toen ik 19 was richtte ik mijn kleine studio "FrameboX" op. Tegelijkertijd begon ik met het studeren van media-ontwerp aan de University of Applied Sciences in Mainz. Eerst deed ik veel klassiek printwerk en webdesign maar in de loop der jaren specialiseerde ik me in computer gegenereerde afbeeldingen en animaties. Dus ik zou zeggen dat mijn achtergrond een mix is ​​van artistieke invloeden van mijn familie, films absorberen van voornamelijk de Europese en Amerikaanse filmcultuur en een nerdy passie voor computer graphics. Daarnaast hou ik heel erg veel van de wetenschap".

THE CENTRIFUGE BRAIN PROJECT

Slide 4 - Tekstslide

Bespreek de film The Centrifuge Brain Project.
Regisseur:     Till Nowak
Land:         Duitsland
Jaartal:        2011
Lengte:        7’
Thema’s:    Grenzen/Waarheid/Geloofwaardigheid
Genre:         Mockumentary (zeg dit nog niet voordat de film bekeken is: noem het nog Documentaire)
Deze film was onderdeel van het educatieprogramma van het International Film Festival Rotterdam (IFFR) in 2011.

De korte film "The Centrifuge Brain Project" laat zien de meest verbazingwekkende attracties in het pretpark die ooit zijn verzonnen. De film volgt een wetenschapper die de geschiedenis van een experimenteel proces uitlegt waarbij spectaculaire pretparkattracties worden gebruikt om het menselijk brein te bestuderen. Naarmate het verhaal vordert worden beelden van verschillende ritten getoond waarbij de een nog fascinerender en ongelooflijker is dan de andere. De attracties werken in de veronderstelling dat "de zwaartekracht een vergissing is".
Deze korte film tart de realiteit en laat zien wat voor geweldige dingen kunnen worden bedacht en op scherm kunnen worden vertoond. Verbeeldingskracht wordt in zeer hoge mate gebruikt in 'The Centrifuge Brain Project'.

Slide 5 - Video

Bekijk de film.
EERSTE REACTIE

Slide 6 - Tekstslide

Wat vonden de leerlingen ervan en waarom?
Wat is de leerlingen opgevallen en waarom?

Was alles geloofwaardig? Waarom wel, waarom niet?

MOCKUMENTARY

Slide 7 - Tekstslide

Bespreek de overeenkomsten en het verschil tussen een documentaire en een mockumentary.

Mockumentaries gebruiken dezelfde codes als documentaire: een voice-over of de filmmaker zelf introduceert het verhaal, er worden blijkbaar "echte" beelden gebruikt, archieffoto's, interviews met "ooggetuigen, enz.
Mockumentaries 'werken' vanwege de verwachtingen die we als kijkers hebben over representaties van de werkelijkheid. In dit geval hebben we zowel aannames en verwachtingen over de kinderen in de stad, de armoede, de enorme hoeveelheid zwerfhonden, enz. Als we een tekst zien die er echt uitziet en klinkt hebben we de neiging om dat meteen als enige waarheid te zien.
Op een gegeven moment zal een mockumentary laten zien dat het verhaal deels of helemaal fictief is. Mockumentary is dus een fictieve vorm die ons kan aanmoedigen om na te denken over de aard van de documentaire.

Een mockumentary werkt het beste wanneer het soms lijkt dat het waar had kunnen zijn. Hoe kan deze mockumentary jou doen geloven dat het echt gebeurd is?
HERKENNING

Slide 8 - Tekstslide

Soms gaan er wel eens dingen mis in pretparken of op een kermis. Heb je hier wel eens verhalen over gehoord?
Door op deze herkenning in te spelen kunnen we elementen van deze Mockumentary geloven.
VERHAAL

Slide 9 - Tekstslide

Hoe wordt het verhaal opgebouwd?
In welke volgorde wordt het verhaal verteld?
Chronologisch aan de hand van een verteller/interview gebruikmakend van interview, reportage op locatie en (zogenaamde) archiefbeelden.

Waarom wordt het verhaal verteld vanuit de wetenschapper?
Welke momenten vallen op en waarom?

CAMERASTANDPUNT

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor camerastandpunt wordt in het interview gebruikt?
Medium Close Up: dit komt betrouwbaar over omdat we het gezicht goed kunnen zien. Wanneer het goed gespeeld wordt krijgen we het idee dat er niets verborgen wordt.
Eye Level: we zitten op dezelfde hoogte als de wetenschapper, we kijken niet tegen hem op of op hem neer: hij wordt een van ons.


Wat is het effect van het camerastandpunt in het interview op de kijker?

DECOR

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de 2 belangrijkste decors die worden gebruikt?
Kermis en Laboratorium.

Wat is het effect van het decor en props in het laboratorium?
Draagt dit bij aan de geloofwaardigheid en waarom of waarom niet?

0

Slide 12 - Video


Een mockumentary werkt het beste wanneer het soms lijkt dat het waar had kunnen zijn. Hoe kan deze mockumentary jou doen geloven dat het echt gebeurd is?

Kijkopdracht voor leerlingen:
Noteer de opvallende momenten. Noteer wat geloofwaardig is . Noteer wat ongeloofwaardig is.

GELOOFWAARDIGHEID

Slide 13 - Tekstslide

Wat maakt deze Mockumentary geloofwaardig?

Waarom komt de wetenschapper in eerste instantie betrouwbaar over?
Spelen de volgende zaken een rol:
Leeftijd, Gender, Kostuum (Mise-en-Scene).

Als je niet had geweten dat het een mockumentary was, wanneer had je dan doorgekregen dat het niet echt was en waarom?

Wanneer had je door dat de beelden van de kermisattracties bewerkt waren; dat dit animaties waren?

Hoe kwam dit?
THE CENTRIFUGE BRAIN PROJECT

Slide 14 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen wat de waarde is van een mockumentary als deze.
Entertainment? Bevragen fake news? Etc?

VERDIEPINGSOPDRACHT

Slide 15 - Tekstslide

De leerling maakt als huiswerk een 30 seconde filmpje.
Dit moet een fake interview zijn dat door de gebruikte Mise-en-Scene (Decor/Kostuum/Spel/Belichting) geloofwaardig overkomt.
Dit filmpje wordt voor de volgende les ingeleverd.