In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Instructies
Competenties
- De leerling kan onderdelen van een computer en hun functie benoemen.
Onderdelen in deze les
Soorten computers
Fundament informatica
Module 2, Hoofdstuk 1, Paragraaf 2.1
Slide 1 - Tekstslide
Opdrachten bij de les over soorten computers
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les ken je vier type computers en kan je van ieder type computer een kenmerk noemen.
Slide 3 - Tekstslide
Eerst even het geheugen opfrissen.....
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 4 - Tekstslide
Hoe noem je dit onderdeel ook alweer?
timer
1:00
Slide 5 - Open vraag
Hoe noem je dit onderdeel ook alweer?
microprocessorchip
Slide 6 - Tekstslide
Welke generatie computers heeft als kenmerk elektronenbuizen?
timer
0:30
A
1e generatie
B
2e generatie
C
3e generatie
D
4e generatie
Slide 7 - Quizvraag
In welke standen kan een transistor staan?
timer
1:00
Slide 8 - Open vraag
In welke standen kan een transistor staan?
AAN of UIT
Slide 9 - Tekstslide
Soorten computers
Er zijn vier soorten computers:
Supercomputers
Mainframes
Minicomputers
Microcomputers
Slide 10 - Tekstslide
Supercomputers
Supercomputers zijn de krachtigste en snelste computers die er gemaakt worden. Ze worden gebruikt voor gecompliceerde berekeningen.
Ze worden vooral gebruikt voor ruimtevaartprojecten, wettenschappelijk onderzoeken en weersvoorspellingen.
Supercomputers verwerken heel veel instructies per seconde. Een supercomputer kan verschillende instructies naast elkaar verwerken. Dit wordt parallelle verwerking genoemd.
Slide 11 - Tekstslide
Waar wordt een supercomputer zoal voor ingezet?
timer
1:00
Slide 12 - Open vraag
Waar wordt een supercomputer zoal voor ingezet?
Als er krachtige berekeningen gemaakt moeten worden, zoals gedaan wordt in de ruimtevaart of bij het voorspellen van het weer.
Slide 13 - Tekstslide
Mainframes
Mainframes zijn net als supercomputers zeer krachtige computers.
Mainframes kunnen geen gelijktijdige instructies verwerken, maar maken gebruik van timesharing. Bij timesharing verdeelt de computer zijn tijd over een groot aantal programma's. Ieder programma krijgt een korte tijd toegewezen om instructies uit te voeren waarna een volgende programma weer korte tijd krijgt om instructies uit te voeren.
Grote organisaties, zoals banken, maken gebruik van mainframes.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is het belangrijkste verschil tussen een supercomputer en een mainframe?
timer
1:00
Slide 15 - Open vraag
Wat is het belangrijkste verschil tussen een supercomputer en een mainframe?
De verwerking van instructies. Een supercomputer kan dit parallel (gelijktijdig) en een mainframe verdeelt de tijd over verschillende programma's.
Slide 16 - Tekstslide
Minicomputer
Een minicomputer is een kleinere, maar krachtige computer. Je kan een minicomputer zien als een server die in een bedrijf machines aanstuurt.
Door de technologische ontwikkeling is het verschil tussen minicomputers en microcomputers steeds vager geworden. Minicomputers moeten in deze context gezien worden als een computer die je nodig hebt om wat zwaardere berekeningen te maken. Tegewoordig worden deze ook wel workstations genoemd.
Slide 17 - Tekstslide
Microcomputers
Microcomputers zijn de computers die wij allemaal kennen. Het is je computer of laptop thuis, maar bijvoorbeeld ook een tablet of zelfs je mobiele telefoon.
Door de technologische verbetering van computers worden minicomputers en zelfs soms mainframes vervangen door microcomputers, omdat deze krachtig genoeg zijn voor de berekeningen die gedaan moeten worden.
Slide 18 - Tekstslide
Geef een reden waarom minicomputers of zelfs mainframes soms worden vervangen door microcomputers.
timer
1:00
Slide 19 - Open vraag
Geef een reden waarom minicomputers of zelfs mainframes soms worden vervangen door microcomputers.
Door technologische verbeteringen worden microcomputers steeds krachtiger, waardoor een minicomputer of zelfs een mainframe overbodig is geworden.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is timesharing?
A
De processor verdeelt zijn tijd over programma's
B
De processor besteedt aan elk programma evenveel tijd
C
De processor handelt één voor één de programma's af
D
De processor handelt tegelijkertijd alle programma's af
Slide 21 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist?
A
De supercomputer wordt vooral toegepast bij banken en verzekeringsbedrijven
B
Een tablet is een minicomputer
C
Bij een mainframe wordt gebruik gemaakt van timesharing
D
Een supercomputer wordt vanwege zijn grootte gerekend tot de eerste generatie computers
Slide 22 - Quizvraag
De Nederlandse onderwijsinstellingen kennen een gezamenlijke supercomputer project, genaamd SURFsara. Waar wordt de supercomputer zoal voor ingezet? Zie https://www.surf.nl/over-surf/werkmaatschappijen/surfsara/