In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Introductie
Leerlingen maken kennis met verschillende apparaten, platforms en besturingssystemen. Onder apparaten vallen laptops, desktop computers, mobiele telefoons etc. Onder besturingssystemen worden er voorbeelden van besturingssystemen van desktop computers en mobiele apparaten gegeven.
Instructies
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Open vraag
Vraag: Wie weet welke naam bij welk plaatje hoort?
Antwoord: Windows
Slide 3 - Open vraag
Vraag: Wie weet welke naam bij welk plaatje hoort?
Antwoord: Apple
Slide 4 - Open vraag
Vraag: Wie weet welke naam bij welk plaatje hoort?
Antwoord: Linux
Dit zijn besturingssystemen
Slide 5 - Tekstslide
Een besturingssysteem wordt gezien als een vertaler tussen hardware en software. Deze vertaalt de taal van de hardware (binaire getallen) in de taal van de software (programma's) en laat deze in een taal zien die wij begrijpen (tekst, afbeeldingen, geluid).
Slide 6 - Tekstslide
Hardware zijn alle onderdelen die je kunt vastpakken. Deze kunnen in een computer zitten of aan een computer vast zitten (muis, toetsenbord, usb-stick).
Software
Slide 7 - Tekstslide
Software bestaat uit een verzameling instructies die de computer uitvoert.
Slide 8 - Tekstslide
Een besturingssysteem is de vertaler tussen deze hardware en software. De hardware en de software communiceren namelijk in verschillende talen. Hardware spreekt alleen in binaire nummers, software heeft een uitgebreidere taal namelijk geschreven programma’s met code.
1.
2.
3.
4.
Slide 9 - Tekstslide
Er worden vier leerlingen uitgekozen die voor de klas staan en elk een eigen rol hebben.
Leerling die iets tekent.
Leerling die communiceert.
Leerling die papier geeft.
Leerling die tussenpersoon is voor de andere drie.
Zie het lesoverzicht in de bijlagen voor verdere instructies.