Stichting FutureNL
Wij brengen digitale vaardigheden écht in de klas

de Bibliotheek | Geheim agent A.A.P.

InformatievaardighedenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zit 1 slide, met tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

De Bibliotheek op school heeft een beroep gedaan op Geheim Agent A.A.P. om kinderen op een leuke en educatieve manier in aanraking te laten komen met informatievaardigheden. De kinderen spelen het grappige online avontuur ‘Geheim Agent A.A.P en de Gekwelde Kwal’ en u krijgt een eerste indruk van informatievaardigheden van uw leerlingen. De kinderen hoeven gedurende het spel slechts 20 vragen te beantwoorden. U krijgt de tussentijdse resultaten te zien.

Instructies

Hoogleraar Saskia Brand-Gruwel (professor in the Learning Sciences aan het Welten-Instituut van de Open Universiteit) legt de vijf onderdelen uit waaruit het spel is opgebouwd.

Het formuleren van de zoekvraag
‘Met name basisschoolleerlingen blijken nauwelijks na te denken over wat ze willen weten. Een leerling die een spreekbeurt houdt over beren, toetst als zoekterm ‘beren’ in bij Google en laat zich leiden door de informatie die hij tegenkomt. Kinderen moeten leren om zich eerst te oriënteren op een onderwerp. Dat kan bijvoorbeeld heel goed met een mindmap. Behandel een spreekbeurtonderwerp eens klassikaal en maak een mindmap op het smartbord. Praat met de leerlingen over wat ze al weten over het onderwerp en wat ze nog willen opzoeken.’

Bepalen van de zoekstrategie
‘Het is belangrijk dat kinderen leren om de juiste trefwoorden te gebruiken, synoniemen te bedenken en de foefjes van Google toe te passen, zoals het gebruik van aanhalingstekens bij woorden die bij elkaar horen, bijvoorbeeld ‘bruine beer’. Je kunt dit uitleggen via ‘modeling': het zelf voordoen door op het smartbord alle denkstappen van het zoekproces te laten zien en uit te spreken. Daarna kunnen leerlingen het in groepjes zelf proberen. Dat maakt dat ze erover gaan praten en nadenken.‘

Selecteren en beoordelen van de informatie
‘Kinderen denken zelf dat ze heel goed informatie kunnen opzoeken, door hun knoppenkennis. Toch kijken ze vaak niet verder dan de eerste paar hits en zijn ze niet kritisch. Tijdens een onderzoek onder basisschoolleerlingen vroegen we hen op te zoeken welke energiecentrale de stroom voor Las Vegas levert. Een leerling vond het antwoord in een persoonlijk reisverslag. Geen betrouwbare bron, al was het in dit geval het goede antwoord. Kinderen denken daar totaal niet over na. Het eerste antwoord dat ze vinden nemen ze blindelings over.’

Bestuderen van de gevonden informatie
‘Praat met leerlingen over het beoordelen van informatie: waar kunnen ze op letten? Bespreek kenmerken, zoals de auteur, de actualiteit van een site, het type bron. Is het een blog, een krant of een site van een instantie? Als je de uitkomsten noteert, hebben kinderen meteen een lijstje met aandachtspunten. Of laat hen eens zoeken op een controversieel onderwerp als de opwarming van de aarde. Ga dan in discussie over wat waar is en welke informatie ze willen gebruiken.’

Presenteren van de informatie
‘Vroeger las je een boekje van voor naar achter en daar haalde je alle informatie uit. Op internet vinden leerlingen hier wat en daar wat. Ze moeten dus leren hoe ze bronnen fatsoenlijk bijhouden. Waar ze iets gevonden hebben en hoe ze die informatie goed ordenen. De verwerking van de informatie is vaak een kwestie van knip, plak, klaar. Daar steken leerlingen natuurlijk weinig van op. Stimuleer kinderen om begrijpend te lezen, de informatie te bestuderen en in hun eigen woorden te verwerken. Vraag om bronvermeldingen, let op stijlbreuken en controleer of de schrijf- en spreektaal bij het kind past.’

Klik hier voor meer informatie over 'Slimmer zoeken'.

Onderdelen in deze les