Hello Ruby - Mijn eerste computer
1 / 5
Lesduur is: 60 minIntroductie
Op een computer kun je Youtube filmpjes bekijken en websites bezoeken, maar er zijn nog veel meer apparaten waar een computer in zit. In deze les krijgen leerlingen voorbeelden te zien van apparaten waar een computer in zit.
Instructies
Benodigdheden
- Een printer
- Een schaar
- Plakband en lijm
- Felgekleurde pennen of kleurpotloden
- Papier om te versieren
Begrippen
In het lesplan staan omschrijvingen die je kunt gebruiken voor de verschillende begrippen.
Instructies
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vraag: Waar gebruik je een computer voor?
Spelen zij spelletjes, surfen zij op het internet of doen zij iets heel anders? Laat leerlingen voorbeelden beschrijven van computergebruik op school en thuis.
Slide 2 - Tekstslide
Je kunt er voor kiezen om eerst de onderdelen van een computer voor het knutselen uit te leggen. Of je kunt er voor kiezen om de onderdelen van een computer tijdens het knutselen uit te leggen.
In de lesinstructie staan omschrijvingen van alle onderdelen.
Links staat de CPU, rechts de harde schijf.
Slide 3 - Tekstslide
Als je verwacht dat leerlingen wel wat informatie aankunnen, kun je deze slide ook gebruiken.
Hier staat, van links naar rechts, de GPU, de RAM en de ROM. Voor een uitgebreide uitleg van deze onderdelen: zie lesoverzicht in de bijlage.
Het eerste onderdeel (GPU) zorgt ervoor dat alles goed op het scherm komt te staan. H
Het tweede onderdeel (RAM) onthoudt net als de harde schijf informatie, maar deze vergeet alle informatie als de computer wordt afgesloten.
Het derde onderdeel (ROM) staat alle informatie die je niet zelf hebt opgeslagen, maar die wel belangrijk zijn. Deze informatie zorgt ervoor dat je computer blijft werken. Hier staat bijvoorbeeld op wat de computer moet doen als jij op het aan of uit knopje van de computer drukt.
Slide 4 - Tekstslide
Laat leerlingen een eigen computer in elkaar knutselen. Het werkblad dat hierbij gebruikt kan worden staat in de bijlage!
Slide 5 - Tekstslide
Geef leerlingen de opdracht om zelf op zoek te gaan naar apparaten waar een computer in zit. . Leg uit dat zij deze kunnen herkennen aan een de aan/uit-knop, een snoer, een batterij of een knipperend lichtje.
Zie bijlagen voor werkblad!